Het voorbije joodse dordrecht
Oud-leraar Elchanan Stein
onderwees ook in Dordrecht
![]() |
Twee portretfoto’s van Elchanan (Egon) Stein, op de eerste jonger dan op de tweede. |
Zoveel staat vast: Elchanan Stein heeft in Dordrecht als leraar gewerkt – gedurende drie jaren op het Johan de Witt-gymnasium, dat destijds gevestigd was aan de Cornelis de Wittstraat.
Het was een tijdelijke betrekking, die hij vervulde in de cursusjaren 1938, 1939 en 1940. Tegelijkertijd gaf hij ook les in Breda. Hij is niet in Dordrecht of Breda gaan wonen, zijn woonplaats was Rotterdam, waar hij in 1922 met zijn ouders naartoe was verhuisd,
vanuit zijn geboortestad Den Haag. Zijn vader was ook leraar, tevens hoofd van de Godsdienstschool voor Israëlische Burgerkinderen aan het Hofplein.
Dordrecht heeft slechts een bijrol gespeeld in het leven van Elchanan Stein. Zijn aanwezigheid was er schijnbaar slechts zijdelings. Elchanan, wiens roepnaam trouwens Egon was, is op 16 juli 1943 vermoord in Sobibor, als 32-jarige. In datzelfde Poolse vernietigingskamp eindigden ook zijn vader, zijn moeder Jeannette Kattin, zijn broers Alfred en Joseph, zijn echtgenote Eslina de Haas en hun dochter Lea, die pas vijf maanden oud was.
In dit verhaal: een levensschets van een voormalige Dordtse gymnasium-docent.
![]() |
De Haagse woonkaart van het echtpaar Stein: drie kinderen, met Elchanan als eerste. |
![]() |
Op 14 juni 1924 vierde Elchanan zijn Bar Mitswa,
hij werd kerkelijk meerderjarig. Zijn ouders deelden het alvast mee in het ‘Nieuw Israëlitisch Weekblad’ van 6 juni 1924. |
Oost-Pruisen
Op 2 februari 1911 werd door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage het huwelijk geregistreerd van de 26-jarige Benjamin Jacob Stein met de 23-jarige Jeanette Kattin. Maar in werkelijkheid heeft het huwelijk vijf maanden eerder plaatsgevonden, namelijk op 23 augustus 1910. Dat blijkt pas als je op de website WieWasWie doorklikt naar een bijgevoegde bijlage.
Daar staat het – dat Benjamin zich in Koningsbergen, in Pruisen, verbond aan Jeanette. Op die 2de februari in 1911 overhandigde Benjamin de Haagse trouwambtenaar als bewijs de huwelijksakte, “oorspronkelijk geschreven in de Duitsche taal”. Over Benjamin is geregistreerd dat hij “van Mozaïschen godsdienst” is en geboren in Amsterdam op 6 november 1883. Zijn echtgenote, ook van “Mozaïschen godsdienst”, kwam ter wereld op 15 november 1886 in Coadjuthen, in het district Tilsit van Oost-Pruisen.
Benjamin, godsdienstonderwijzer van beroep, woonde nu in Den Haag, Jeanette leefde eerder in Memel en zij was zonder beroep. Klaarblijkelijk hebben zij hun in Pruisen gesloten huwelijk voor de Nederlandse wet ‘overgedaan’.
Drie kinderen kreeg het echtpaar, allen in Den Haag. Elchanan was hun eersteling, hij is geboren op 5 juni 1911 om drie uur in de ochtend. Zijn broer Joseph verscheen op 14 september 1914, broer Alfred op 12 mei 1916. Aanvankelijk woonde het gezin in de Nieuwe Molstraat op nummer 2 (vanaf 15 april 1913); daarna, vanaf 27 juni 1917, in de Hofwijckstraat, op nummer 54. Op 8 augustus 1922 verhuisde de familie Stein naar Rotterdam, naar de Van Borselenstraat, op nummer 11b.
Vader Benjamin werd er hoofd van een school, verder was hij volgens de website JoodserfgoedRotterdam.nl “voorlopig voorzitter van de Vereeniging Joods Gemeentebelang, die tot doel had “de oprichting en instandhouding van een synagoge in het westen van de stad”. Zijn zoon Elchanan werd in 1931, volgens dezelfde site, “het contactadres voor de Agoedas Jisroeil-jeugdorganisatie. Deze beoogde “het werken aan doelbewuste en geestdriftige joden en jodinnen op basis van de Tora en de traditie”. In 1932 werd Stein ook het contactadres voor de Bond van Joodsche Academici.
Op 14 juni 1924 vierde de 13-jarige Elchanan bar mitswa, hij werd kerkelijk meerderjarig. Zijn ouders kondigden dit aan in een advertentie in het Nieuw Israëlitisch Weekblad, op 6 juni.
![]() |
Elchanan met mede-leerlingen in klas 5 van het Gymnasium Erasmianum. |
Promotie
Na de lagere school bezocht Elchanan het Gymnasium Erasmianum in Rotterdam, toen nog gevestigd aan de Coolsingel, aldus de website Erasmiaans.nl. Zijn vader was hier volgens de website ‘Digitaal Joods Monument’ godsdienstleraar. In de vijfde klas deed Elchanan (ofwel Egon) als 17-jarige staatsexamen. Daarna ging hij klassieke letteren studeren in Leiden. “Om in zijn onderhoud te voorzien gaf hij privaatlessen Latijn, tegelijkertijd was hij stagiaire op het Rotterdams Lyceum.”
Tijdens zijn studie, meldt de site verder, “trad Egon regelmatig op als zanger van klassieke muziek en Hebreeuwse liederen. Inmiddels was hij een geschoold oratorium- en liederenzanger. Iemand noemde hem zelfs een ‘Sirota in de dop’, verwijzend naar de beroemde Joodse voorzanger Gershon Sirota (1874-1943)”.
Op 21 oktober 1937 promoveerde Elchanan aan de Rijksuniversiteit in Leiden op het proefschrift De woordenkeuze in het Bellum Judaïcum van Flavius Josephus. Daarna volgde die tijdelijke baan aan het gymnasium in Dordrecht en Breda, van 1938 tot en met 1940. Intussen verhuisde hij, van Rotterdam naar Teteringen, gelegen bij Breda, op 31 september 1939.
Hij bleef daar niet lang. “Twee dagen na het begin van de oorlog (op 10 mei 1940) dreigde Breda tussen de vuurlinies bekneld te raken”, meldt de site Erasmiaans.nl. “Alle 50.000 inwoners kregen het bevel de stad te verlaten. Bij deze evacuatie kwam Egon in België terecht. Waarschijnlijk zat hij bij de 25.000 Bredanaars die naar Antwerpen moesten lopen. Na de capitulatie (15 mei) keerde hij terug naar Nederland.”
![]() |
Een groepsfoto van docenten van het Joodsche Lyceum aan de Speelmanstraat in Rotterdam. |
Rotterdam
De site vervolgt ermee dat Elchanan in september 1940 terugging naar Rotterdam, waar hij introk bij zijn ouders, nu wonend aan de Claes de Vrieselaan, op nummer 9b. Zijn broers Joseph en Alfred waren al het huis uit. Bij de oprichting van het Gemeentelijk Lyceum voor Joodse leerlingen in Rotterdam, in oktober 1941, werd Stein er docent. Joodse leerlingen en docenten mochten niet meer op andere scholen komen. Stein doceerde de vakken oude talen en geschiedenis.
“Ondanks de roerige en onzekere tijden bleef hij vol passie en met vurige geestdrift lesgeven”, schrijft de website Erasmiaaans.nl. “Arthur Trijbits, een oud-leerling van zowel het Erasmiaans als het Joods Lyceum, herinnerde zich hem goed: ’Hij combineerde een ijzeren discipline met een grandioos gevoel voor humor.’” Lyceumleerlinge Esther van Vriesland mocht soms aanschuiven in de gymnasiumklas van Stein, in haar dagboek schreef zij: “Jé zeg, wat kan die Stein tekeergaan. Net vroeg iemand wat en kreeg hij gelijk een grote mond! Hij zei aan het begin van de les tegen Sam Bosman, dat hij zijn jodenstreken voor zich moest houden. Wat is dat nou voor een joodse leraar!”
Op Digitaal Joods Monument wordt Elchanan al even lovend besproken. “In de klas was hij steeds bezield met vurige geestdrift, hij wist de harten van alle leerlingen te veroveren, urenlang kon hij als jeugdig leraar praten over zijn ervaringen. Bij de schoolopvoeringen was hij de aangewezen leider, dankzij de aanleg die hij voor toneel bezat. Bovendien had hij talent op muzikaal gebied. Herhaaldelijk trad hij als voorzanger op. De Nederlandse Reisvereniging vertrouwde hem menigmaal de organisatie van een reis toe. Hij was opgewekt, optimistisch en bijzonder geestig.”
Elchanan was op het Joods Lyceum niet de enige docent die banden met Dordrecht had. Op een groepsfoto van de docenten zijn de Dordtenaren Jacob Philip van Praag (Nederlands), Matthijs van Rees (wis-, natuur- en werktuigkunde), Emanuel Hamburger (geschiedenis, staathuishoudkunde en staatsinrichting) en dr. Juda Joseph Vleeschhouwer (scheikunde) te zien, zie de verhalen over hen elders op deze Stolpersteine-website.
![]() |
Op 23 december 1941 trouwde Elchanan met Eslina de Haas. |
![]() |
De huwelijksakte. De ouders van de bruid waren aanwezig, de ouders van Elchanan niet. |
![]() | |
Nogmaals Eslina, nu iets duidelijker zichtbaar. |
Op 10 januari 1943 werd Lea geboren, |
![]() |
Het huwelijk werd pas achteraf meegedeeld in ‘Het Joodsche Weekblad’ van 2 januari 1942. |
![]() |
In de ‘Staatscourant’ van 23 februari 1950 wordt het overlijden van Elchanan Stein gemeld. |
Baby
Tijdens de oorlog trouwde Elchanan met Eslina de Haas, een Rotterdamse, geboren op 28 februari 1917. Het huwelijk had plaats in hun beider woonplaats Rotterdam, op 23 december 1941. Ruim een jaar later, op 10 januari 1943, werd hun dochter Lea geboren.
De baby heeft maar kort mogen leven. Lea en haar moeder Eslina werden tijdens een zogenoemd Kindertransport weggevoerd uit Kamp Vught en tegelijk vermoord in Sobibor, op 11 juni 1943. Eslina is 26 jaar oud geworden, Lea slechts vijf maanden. Vader Elchanan werd iets meer dan een maand later óók in Sobibor omgebracht, op 16 juli 1943, als 32-jarige. Op de 13de was hij vanuit Westerbork, waar hij in Barak 60 was opgesloten, op transport gezet. Hun laatste woonadres in Rotterdam was nummer 15b van de Sonoystraat.
Sobibor betekende, zoals gemeld, ook het einde van de levens van vader Benjamin en moeder Jeannette, zij stierven er op 7 mei 1943 (59 en 56 jaar oud). Hun kinderen Joseph, die leraar was geworden, en Alfred, verkoper en alleenstaand gebleven, zijn beiden tegelijk vergast op 30 april 1943, 28 en 26 jaar oud.
![]() |
De persoonskaarten van Elchanan, vol notities. |
![]() |
Uit deze twee documenten blijkt dat hij voordien in Kamp Vught opgesloten is geweest, vanaf 23 april, |
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'