Het voorbije joodse dordrecht

Daniël Joosten alsnog toegevoegd aan
Dordtse lijst van Holocaustslachtoffers

Ruim zeventig jaar na zijn dood is Daniël Joosten uit de anonimiteit gehaald.
        Joosten is één van die tienduizenden joden uit Nederland die tijdens de Sjoa zijn omgebracht. Zijn naam komt daarom voor op de website Joods Monument, het digitale monument dat de herinnering levend houdt aan alle mannen, vrouwen en kinderen die de Duitse bezetting niet hebben overleefd. Maar zijn persoonspagina was tot voor kort nogal summier.
        Zijn geboortedatum en -plaats stonden er vermeld: Borger, 21 februari 1909. Zijn beroep ook: reiziger. Als dag van overlijden gold 31 maart 1944. En dat is alles: niet bekend is waar de 35-jarige Daniël Joosten de dood vond; er wordt slechts gerept van ‘Midden-Europa’. En evenmin is bekend op welk adres hij tot op het laatst woonde.
        Als gevolg van al deze vaagheden ontbrak Joosten dan ook lang op de Dordtse lijst van vermoorde joden. De persoonspagina bood geen enkel raakvlak met Dordrecht. Maar inmiddels is dit veranderd. Aan de website is toegevoegd dat Joosten blijkens een archiefkaart van het Stadsarchief Amsterdam tussen 1930 en 1939 in Den Haag, Zaandijk, Emmen, Zwijndrecht, Amsterdam én in Dordrecht heeft gewoond – wat hem inderdaad tot een rechtgeaarde reiziger maakt.
        Nu ‘Dordrecht’ is opgedoken, kwam Joosten in het vizier van de Dordtse werkgroep Stolpersteine, de beheerder van deze website. Archieven, krantenbanken en woonkaarten werden geraadpleegd, in samenwerking met de lokale archiefonderzoekster Erica van Dooremalen. En al vrij snel stond het onomstotelijk vast: Daniël Joosten is vanuit Dordrecht gedeporteerd, uit de J.J.A. Goeverneurstraat 35 rood.
        De Dordtse lijst is daarop met hem aangevuld, het totale aantal vermoorde joodse slachtoffers komt hiermee op 190.
        Gaandeweg bleek dat nog iemand een speurtocht heeft uitgezet naar Daniël Joosten: een achterneef, genaamd Van der Linden, woonachtig te Zwijndrecht. Deze man, 47 jaar oud en ook Daniël geheten, meldt in de community-afdeling van Joods Monument, waar mensen berichten, foto’s en oproepen kunnen achterlaten, dat hij vooral wil weten waar precies dan in Midden-Europa Daniël, de broer van zijn opa, aan zijn voortijdige einde kwam.
        Over en weer werd contact gezocht en zo kon dit verhaal ontstaan, een verhaal dat ook de andere leden van de onttakelde joodse familie Joosten uit de schaduw haalt.

het Chocoladehuis aan de Brouwersdijk

In het Dordtse archief bevindt zich nog een foto van het Chocoladehuis aan de Brouwersdijk
dat Mozes Joosten heeft gerund in de jaren dertig.
Foto RAD (nr. 555_1-312)

Slager
Borger in Drenthe is de standplaats van het geslacht Joosten. Daar kregen slager Izak Joosten (Zuidlaren, 1866) en naaister Eva Mosis Nijveen (Borger, 1870) hun vijf kinderen. Als eerste kwam Mozes, in 1899, gevolgd door Simon Miechel (1901), Siena Henderika (1903), Aron (1904), Siena Henderika (1907) en Daniël (1909). Het eerste meisje stierf al na bijna drie maanden, vandaar dat de tweede dochter dezelfde naam kreeg.
        Zoals dat doorgaans gaat, zwierven de kinderen uit. Mozes, ook wel Max genoemd, trok het hele land door: Dalfsen, Emmen, Den Haag, Dordrecht, Zwijndrecht. Simon verbleef in Den Haag en Emmen; Aron in Emmen, Assen en Bussum, Siena toog naar Emmen en Winschoten en Daniël werkte een langere reeks steden af. Zijn broers kozen hetzelfde vak als hun vader: slachter, slager, veehandelaar. Daniël week daar als handelsreiziger in pudding en ijspoeder nogal vanaf. Zijn zus bracht het tot ambtelijk secretaresse op het gemeentehuis van Emmen.
        In de navolgende jaren trouwde de een na de ander, behalve Daniël. Vader Izak heeft de meeste huwelijken niet kunnen bijwonen: hij overleed al in 1918, 52 jaar oud. Moeder Eva haalde een hogere leeftijd, zij stierf in 1936, 65 jaar oud. Tegen die tijd hadden al haar kinderen, op Daniël na, hun bruiloft al achter de rug, en waren er zelfs al kleinkinderen geboren. Moeder Eva zal zonder twijfel hebben genoten van al die borelingen. En achteraf gezien heeft ze nog in ander opzicht geluk gehad: haar is de afzichtelijke Tweede Wereldoorlog bespaard gebleven.

Dordrechtsche Courant van 22 februari 1941

In de Dordrechtsche Courant van 22 februari 1941 wordt vermeld dat Daniël Joosten is verhuisd van de Suikerstraat naar de J.J.A. Goeverneurstraat 35 rood.
Foto Delpher

Uitgeroeid
Die oorlog heeft een verwoestende werking gehad op haar gezin. Van de vijf kinderen zijn er vier rücksichtslos uitgeroeid, sommigen zelfs samen met hun partner en kroost: Simon op 10 mei 1944 in Auschwitz, Aron op 9 april 1943 in Sobibor, Siena op 26 oktober 1942 in Auschwitz en Daniël dus “op 31 maart 1944, ergens in Midden-Europa”. De enige die zich wist te redden, was de oudste, Mozes. En aan hem is het te danken dat er een Daniël van der Linden is, het kleinkind dat meer wil zien te achterhalen over zijn oudoom, Daniël.
        Mozes heeft Dordrecht ook gekend, zij het jaren eerder dan zijn broer Daniël. Via woonkaarten is getraceerd hoe zijn Dordtse periode in elkaar stak.
        Mozes had het slagersvak kennelijk opgegeven, toen hij in de jaren twintig in Amsterdam belandde – als handelsreiziger. In die stad trouwde hij op 21 december 1927 met Hielkje (Hilda) Fokkema, een orthodox gereformeerde werkster, geboren op 5 maart 1901, die afkomstig was uit Dordrecht. Misschien wel om haar te plezieren, verhuisde Mozes naar Dordrecht, in 1931, samen met de twee kinderen die al in Amsterdam waren geboren.
        In Dordrecht hield het gezin Joosten het maar een jaar of vier uit. Woonkaarten geven aan dat de familie in de Soembastraat 39 heeft gewoond, in de Lange Breestraat 18 en in de A.C.W. Staringstraat 28. Mozes is er niet alleen buffetchef geweest, hij heeft op de Brouwersdijk 124 hoek Helmerstraat ook het Chocoladehuis JOFO een paar jaar gedreven In het Dordtse archief is een foto van deze chocolaterie aangetroffen. Het bedrijfsregister toont aan dat JOFO eind 1934 alweer was verdwenen; banketbakkerij Jac. Lawende wordt nu genoemd op dit adres.
        In 1935 trok Mozes weer verder, nu naar de overkant, naar Zwijndrecht. Hij vestigde zich met zijn gezin, dat nog een derde kind kreeg, in de Burg. de Bruïnelaan 143. In Zwijndrecht, dat voorgoed zijn domicilie zou blijven, herinneren ouderen zich Mozes alias Max Joosten nog, als de eigenaar van lunchroom ‘De Ring’ op de Ringdijk. Zijn echtgenote Hilda verwierf groter faam, als auteur van de christelijke familieroman De Stille Landweg (deel 1 en 2, Oosterbaan & Le Cointre, Goes, 1980) en de autobiografische roman De Late Regen (zelfde uitgever, ook 1980).

Brand
Hoe wist Mozes de oorlog door te komen? “Mijn opa”, vertelt Daniël van der Linden, “is destijds in zijn woning in Zwijndrecht opgepakt. Hij heeft in een kamp voorbij Amsterdam gezeten, en wist te ontsnappen toen er een brand uitbrak. Vanuit Amsterdam is hij toen naar huis gelopen, naar Zwijndrecht, en tijdens razzia’s heeft hij zich daar steeds verstopt gehouden, wat zijn buurman, een NSB’er, niet wist.”
        Mozes alias Max, de overlevende van het Borgerse geslacht Joosten, overleed in 1973, 74 jaar oud. Zijn vrouw Hilda overbrugde een eeuw: zij stierf in 2002, op 101-jarige leeftijd. Zijn drie kinderen leven allen nog.
Mozes’ jongste broer Daniël Joosten – de man die veroordeeld leek tot anonimiteit – betrad Dordrecht pas in juni 1939. Komend uit Amsterdam betrok hij in de binnenstad een woning aan de Suikerstraat 1 rood. Hij was nog steeds handelsreiziger, namens de Haarlemse firma Duijker. In februari 1941, midden in de oorlog, verhuisde hij naar de wijk Krispijn, blijkens een bericht in de Dordrechtsche Courant van 22 februari. Nu werd de J.J.A. Goeverneurstraat 35 rood zijn woonadres.
        Hij was er niet alleen. In hetzelfde pand woonde radiomonteur Frans Johannes Fokkema (1914), een broer van Daniël’s schoonzus Hilda Joosten-Fokkema, de latere schrijfster. Frans Fokkema was getrouwd met de Duitse Hermine Katharine Peperkorn (Osnabrück, 1911).
        Het is op dit adres in de Goeverneurstraat dat Daniël Joosten is opgepakt, op woensdagochtend 11 november 1942. Samen met nog 26 andere joden, de oogst van de dag, werd hij zolang opgesloten in het Huis van Bewaring. Om 16.54 uur, zo vermeldt het gedigitaliseerde politiedagrapport, gingen al deze arrestanten op transport naar Amsterdam – hun wisse dood tegemoet.

woonkaart van de J.J.A. Goeverneurstraat 35

Op de woonkaart van de J.J.A. Goeverneurstraat 35 rood staat dat Joosten er op 21 februari 1941 kwam te wonen
en op 6 april 1943 was verdwenen: VOW betekent Vertrokkken Onbekend Waarheen.
Foto Erica van Dooremalen

Oudoom
Daniël van der Linden (1968), de achterneef van Daniël Joosten, heeft inmiddels van bijna alle familieleden afdoende gegevens weten te verzamelen, behalve van zijn gelijkgenaamde oudoom. Per se wil hij bijvoorbeeld weten waar, op welke locatie, Joosten is vermoord: Midden-Europa is een nietszeggend gegeven. “Hij zou vanuit Westerbork naar Auschwitz zijn gegaan, maar is direct doorgedeporteerd naar Oost-Europa”, is het enige dat Van der Linden vooralsnog heeft weten te vinden (zie kader).
        Daniël is vernoemd naar zijn oudoom. “Uit de verhalen die ik van mijn moeder hoorde, blijkt dat Daniël Joosten haar favoriete oom was. Zodoende heeft zij mij naar hem vernoemd. Maar over hem is niet veel bekend. Er zijn geen foto’s. Wel van de rest van de familie, maar niet van Daniël Joosten. Al zijn eigendommen zijn destijds geroofd door de Duitsers, vandaar.” Hoe zijn oudoom in handen van de Duitsers kon vallen, staat voor Van der Linden wel vast: “Hij is verraden door de buren.”
        In de familie circuleert al veel langer het gerucht dat Daniël Joosten in zijn Dordtse jaren een vriendin zwanger had gemaakt, en dat er een welgeschapen kind is geboren, een dochter. Van der Linden noemt namen van betrokkenen, maar die blijven hier met opzet onvermeld, hoe intrigerend dit illegale kind misschien ook is. Namen noemen is niet kies in dit geval.

Jodendom
Joods zijn de nakomelingen van de overlevende Mozes Joosten uit Zwijndrecht al lang niet meer. Het jodendom wordt via de moeder doorgegeven, en dat stokte in het geval van Daniël van der Linden bij zijn grootvader Mozes. Desondanks is zijn interesse voor het jodendom “groot”, zegt hij.
        “In mijn familie ben ik de enige die veel van het jodendom onderzoekt en heeft overgenomen, al ben ik niet orthodox. Ik eet bijvoorbeeld geen varkensvlees of dingen waarin varkensvetten zijn verwerkt. Verder moet bij mij alles zoveel mogelijk kosher zijn. En zie ik de zaterdag als de zevende dag, dus sabbat.”
        Sterker nog: het is juist die belangstelling voor het joodse geloof die Van der Linden drijft bij zijn zoektocht naar zijn joodse voorouders.

Sterfplaats Joosten blijft waarschijnlijk raadsel

De kans dat Daniël van der Linden nog de sterfplaats van zijn oudoom vindt, is miniem. Deze voor hem ontmoedigende conclusie blijkt uit een uiteenzetting van Raymund Schutz, medewerker van de afdeling Oorlogsnazorg van het Nederlandse Rode Kruis.
        Gevraagd of hij mogelijk aan de hand van archiefbescheiden kan traceren hoe Joosten waar in Midden-Europa terecht is gekomen, weet hij deze gegevens op te duiken:
        “Daniël Joosten is op 16 november 1942 gedeporteerd vanuit Westerbork, met een trein die als eindbestemming Auschwitz had. Er zaten 826 personen in die trein. In de Poolse plaats Cosel (Kozle) werden de arbeitsfähige mannen, van tussen de circa 15 en 50 jaar oud, geselecteerd voor dwangarbeid en uit de trein gehaald. Het ging om zo’n 170 arbeitsfähig bevonden mannen. De overigen (ouderen, zieken, vrouwen en kinderen) werden doorgevoerd naar Auschwitz en daar direct na aaankomst vermoord.”
        De dwangarbeiders, onder wie Daniël Joosten, werden tewerkgesteld in deze vier kampen: St. Annaberg, Sakrau, Seibersdorf en Blechhammer. Van de eerste drie kampen, benadrukt Schutz, zijn geen administraties of registraties bewaard gebleven.
        In het Rode-Kruis-dossier over Joosten staat aangegeven dat hij volgens een getuige (een heer Stodel) op 4 december 1942 is achtergebleven in Klein Mangersdorf.

Datum
Voor een beter begrip: de Nederlandse joden die in kamp Sakrau belandden, “gingen enkele weken na aankomst over naar Klein Mangersdorf, een kamp in de buurt van Breslau, gelegen nabij het kamp Gross Mangersdorf”. Dit staat in het boek Vervolgd in Limburg, dat in 2013 is gepubliceerd door uitgeverij Verloren in Hilversum. Het is geschreven door Herman van Rens, met medewerkingvan Annelies van Rens, en handelt over de joden en Sinti die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Limburg woonden.
        Met andere woorden: er is één aanwijzing dat Daniël Joosten zich op enig moment in Klein Mangersdorf heeft bevonden. Maar is hij daar ook gestorven en hoe is nu zijn overlijdensdatum bepaald?
        Schutz legt uit, dat als registraties van kampen zoek waren, er na de oorlog aan de hand van verklaringen van overlevenden is gereconstrueerd waar en wanneer men tewerk gesteld is geweest. Ook werd aan de hand van zo’n verklaring vastgesteld waar en wanneer vermisten waren overleden. Dit deed de ‘Commissie tot aangifte van overlijden van vermiste persoon uit de bezettingstijd’.
        Soms is de officële overlijdensdatum minder exact dan de gegevens die in het dossier voorkomen. Volgens Schutz is dat het geval met het dossier van Joosten. De commissie heeft op grond van de verklaring van getuige Stodel geconcludeerd dat Joosten uiterlijk 31 maart 1944 in Midden-Europa is omgekomen. Maar, sluit Schutz af, “vermoedelijk is hij al veel eerder hetzij overleden in Klein Mangersdorf, hetzij alsnog naar Auschwitz afgevoerd om daar te worden vergast.”

Dordtse overlijdensakte van Daniël Joosten

Dit is een foto van de Dordtse overlijdensakte van Daniël Joosten, opgemaakt op 11 januari 1952.
De akte vermeldt "Midden-Europa" als de locatie waar hij is vermoord.


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'