Het voorbije joodse dordrecht

Familie Zadoks laat zich niet meer begraven
op de joodse begraafplaats in Dordrecht

commissie van hulpbetoon met Simon Zadoks sr

Een zeldzame foto van Simon Zadoks sr., gemaakt op 1 januari 1866, het begintijdperk van de fotografie. Zadoks is de persoon rechts in de onderste rij. De twaalf mannen vormen de commissie van hulpbetoon die zij stichtten toen er in Dordrecht een cholera-epidemie heerste. De epidemie van 1866 “was heviger dan ooit”, noteert Dirk van Namen bij de foto, te vinden in de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht (RAD). “Voor het eerst stierven er in Dordrecht meer dan duizend inwoners.”
Foto RAD (nr. 551_50667)

Misschien voelde hij zich te weinig Dordtenaar om nog in Dordrecht begraven te willen worden.
        Mr. dr. Simon Zadoks, advocaat en procureur in Amsterdam, is een heuse Dordtenaar, geboren als hij er is op 9 mei 1874. Hij heeft dezelfde voornaam als zijn grootvader, en aan deze Simon heeft joods Dordrecht het te danken dat het de joodse begraafplaats aan de Nieuweweg in eigendom kreeg. Hij kocht de gemeentelijke grond en schonk deze aan de Israëlitische gemeente, op één voorwaarde: dat er voor hemzelf, zijn vrouw en zijn kinderen en behuwdkinderen een afzonderlijke rij werd gereserveerd.
        Zulks is gebeurd, de Zadoks liggen er in rij B, ze hebben de nummers 1 tot en met 11.
        Toch heeft kleinzoon Simon zich niet op de Dordtse begraafplaats, toch een beetje de familiebegraafplaats, ter aarde laten bestellen, nadat hij op 7 februari 1953 was gestorven, in de leeftijd van 78 jaar. De overlijdensadvertenties in Het Parool en het Algemeen Handelsblad van de tiende februari meldden dat hij op eigen verzoek “in alle stilte” is begraven, maar niet wáár. Het staat in ieder geval vast dat het niet te Dordrecht was.
        Misschien was dit omdat Zadoks zich geen Dordtenaar meer waande. Amsterdam was immers al zijn woonplaats vanaf oktober 1892.
        Behalve een veramsterdamste Dordtenaar is Simon Zadoks nog iets: een schaarse overlevende.
        Volgens de website ‘Joodse geschiedenis van Amsterdam’ telde de stad vóór de oorlog zo’n 80.000 joden, tien percent van de lokale bevolking. Na de Holocaust bleek de joodse gemeenschap gedecimeerd tot zo’n vijftienduizend. “Deze grote leegte is nu merkbaar aanwezig. De herinneringen aan het joodse verleden wegen niet op tegen het gemis.”
        Simon Zadoks was een van de weinige gelukkigen. Maar daarmee is niet gezegd dat hijzelf, en zijn gezin niet te lijden hebben gehad van de jacht op joden, integendeel. Hij verloor er twee van zijn vier kinderen door, en belandde zelf via kamp Westerbork in een concentratiekamp.
        Een verhaal over de wijdvertakte familie Zadoks, die in twee steden, Dordrecht en Amsterdam, meemaakte hoe het rijke joodse leven er finaal verdween.

De hoge steen voor Simon Zadoks senior

De hoge steen voor Simon Zadoks senior steekt er een beetje bovenuit in de rij van graven voor zijn gezinsleden op de joodse begraafplaats aan de Nieuweweg (vroeger Achterweg).
Foto RAD (nr. 552_303493)


Simon en Hester hun 50-jarige echtvereniging

Nog een advertentie: in het ‘Nieuw Israëlitisch Weekblad’ van 4 mei 1877 feliciteren de kinderen, behuwd- en kleinkinderen Simon en Hester met hun 50-jarige echtvereniging.
Foto Delpher

Akte
Simon Zadoks is op 9 mei 1874 ’s morgens “ten half tien ure” geboren “uit” Sara Kijzer, zoals de geboorteakte formeel verklaart. Zij beviel van hem in het huis “geteekend Letter C nummer 982”, aan het Steegoversloot. Sara is een Amsterdamse van geboorte, zij kwam er ter wereld op 27 februari 1842. Op 25-jarige leeftijd trouwde zij er op 8 augustus 1867 met de even oude Izaak (of: Isaac) Zadoks, een bankier geboren in Dordrecht, op 28 december 1841.
        Twee dagen voor de bruiloft had Sara zich al in Dordrecht laten registreren. Izaak, die aanvankelijk in de binnenstad op D893 (Voorstraat 258 zwart, nu: 286) woonde, betrok met haar de woning aan het Steegoversloot. Het echtpaar zou later nog verhuizen naar A278, naar de Groenmarkt, een adres dat eind 19de eeuw werd omgenummerd naar 47 zwart (tegenwoordig: 53).
        De familie Zadoks was in Dordrecht een omvangrijk geslacht, waarvan volgens onderzoekster H.W.G. van Blokland-Visser de oorsprong in Amsterdam ligt. “Al in 1672 wordt al een bankier Zadok [nog zonder s] genoemd, die zaken deed met de gebroeders Johan en Cornelis de Witt.” (zie *) De Papendrechtse ploos de joodse families in de Drechtstreek uitputtend uit, en publiceerde haar bevindingen via de website dordtenazoeker.nl. Samenvattend schrijft ze: “De joodse familie Zadoks zou in Dordrecht gedurende de 19de eeuw de hoogste sociale ladder bereiken, en wel speciaal de bankierstak van Simon Philip Zadoks.”
        Deze Simon, geboren in Rotterdam op 18.9.1803, is de opa van de Simon die in 1874 het licht zag, en de vader van Izaak. Hoe uitgebreid de familie Zadoks in Dordrecht was – de geslachtsnaam Zadoks werd in 1811 in Amsterdam aangenomen – blijkt alleen al uit het aantal telgen van Simon de oudere. Samen met zijn eveneens Rotterdamse vrouw Heschje (‘Esther’) Hijmans (16.11.1802), die hij op 2 mei 1827 in Dordrecht trouwde, kreeg hij twaalf kinderen, onder wie Izaak. De anderen zijn: Saartje, Aaltje, Philip, Catharina, Elizabeth, Marcus, Joseph Simon, Marianna, Mozes, Hendrik en Marcus.

Groenmarkt

Na het Steegoversloot ging het gezin wonen aan de Groenmarkt, in het deel tegenover de Visbrug. Het aanzien van die woningen is in de vorige eeuw nogal ingrijpend veranderd, maar deze foto geeft een beeld van begin vorige eeuw. De woning van de familie Zadoks, op hedendaags nummer 53, is tegenwoordig onderdeel van de openbare bibliotheek.
Foto RAD (nr. 555_21073)

Simon Zadoks senior overleed op 6 april 1879, zijn echtgenote Hester Hijmans overleed op 16 januari 1878

Simon Zadoks senior overleed op 6 april 1879. Op zijn grafsteen is een lofdicht over hem gebeiteld. Zijn echtgenote Hester Hijmans was een jaar eerder overleden, op 16 januari 1878. Voor het echtpaar en directe gezinsleden (er waren twaalf kinderen) werd een aparte rij gesereveerd, zo had Simon bedongen toen hij de grond onder de joodse begraafplaats schonk aan de Israëlitische gemeente.
Foto’s Website ‘Het Stenen Archief’

Hulp
Mevrouw Van Blokland heeft een uitgebreide biografie van Simon samengesteld, zie de website. Hieruit blijkt dat de familie allerminst zelfzuchtig was. Vader Simon zette zich samen met zoon Philip bijvoorbeeld in voor de bouw van de nieuwe synagoge, in 1854 aan de Varkenmarkt. Simon was als penningmeester ook betrokken bij een commissie die hulp verleende aan slachtoffers van de cholera-epidemie. En naast bemoeienissen met de armenzorg, de handel, de scheepvaart en met de bank die de familie oprichtte, was daar nog dat andere opmerkelijke feit: Simon de oudere bood de grond van de joodse begraafplaats in eigendom aan aan de joodse gemeenschap.
        Hij zou op 29 september 1873 zijn zeventigste verjaardag vieren, en vond dat een goede reden voor dit cadeau. Hij verbond er één voorwaarde aan, namelijk dat er plekken werden vrijgehouden voor hemzelf, zijn vrouw, kinderen en behuwdkinderen, schrijft Mieke Jansen in het boek De Verdwenen Mediene Dordrecht. “De kerkeraad (…) ging onmiddellijk akkoord en stelde bij monde van de heer Snijders voor ‘om den edelen schenker op zijn verjaardag een ovatie te brengen voor die loffelijke daad, die voor de gemeente van groot belang is’. De overdracht had plaats op 1 mei 1874 ten overstaan van notaris Stephanus van Dorsser.”
        Simon Zadoks overleed zes jaar later, op 16 april 1879, 75 jaar oud. Zijn vrouw Esther was een jaar eerder overleden, op 16 januari 1878, ook 75 jaar oud. Op de begraafplaats steekt de grafsteen van Simon iets boven die van Esther uit en bevat meer tekst. Dit gedicht bijvoorbeeld, waarin hem nogmaals lof wordt toegezwaaid voor zijn geschenk en zijn goedgeefsheid:

Den Heer heeft hij een huis gesticht
Israël door diens leer verlicht
Zijn gemeent’ schonk hij dit
Doodenoord
Den armen gaf hij ongestoord
Zijn stof rust hier, zijn geest
Leeft voort

Simon Zadoks junior werd op 9 mei 1874 geboren

Simon Zadoks junior werd op negen mei 1874 “des voormiddags ten half tien ure” geboren “uit” Sara Kijzer, in het huis C 982 aan het Steegoversloot, volgens de geboorteakte. Zijn vader Izaak kwam de geboorte aangeven.
Foto RAD

Sara Kijzer overlijdt op 13 mei 1933
Carel Zadoks trouwde op 17 april met Annie Josephus Jitta

Twee overlijdensadvertenties. Sara Kijzer, de moeder van Simon junior, overlijdt in Den Haag op 13 mei 1933, 91 jaar oud, bericht ‘Het Vaderland’ op die dag.
Foto Delpher

Carel, de zoon van Simon junior uit het eerste huwelijk, werd net als zijn vader advocaat. Hij trouwde op 17 april in Den Haag met Annie Josephus Jitta (‘Het Vaderland’, 17.4.1928).
Foto Delpher


geboorte van Simon in de Dordrechtsche Courant

De geboorte van Simon wordt geadverteerd in
de ‘Dordrechtsche Courant’ van 10.5.1874.
Foto RAD

Willemsparkweg

Meerdere leden van het geslacht Zadoks worden omgebracht in de oorlog. Simon junior en zijn vrouw Paula weten te overleven, net zoals Simon’s zussen Estella en Cateau. Simon en Paula gaan na omzwervingen via de Van Breestraat (107 boven) en de Vondelstraat (17 huis) weer aan de Willemsparkweg wonen, zij het nu op nummer 18 huis. De woning is het eerste witte huis rechts van de rechtse boom.
Foto Google Streetview

Drie
Izaak, de zoon van Simon de oudere, liet het met Sara Kijzer bij aanmerkelijk minder kinderen dan zijn bankierende vader, bij slechts drie. Hun eerstgeborene was Cateau Judith (14 december 1868), het tweede kind Estella (27 juni 1871). Simon, de hoofdpersoon van dit artikel, zou als derde de laatstgeborene worden.
        Nadat hij het gymnasium heeft afgerond, wordt hij op 15 oktober 1892 genoteerd als nieuwe inwoner van Amsterdam, de stad waar zijn verre voorouders ontkiemden, de geboorteplaats van zijn moeder. Hij is nog jong, achttien pas. Hij gaat studeren.
        Simon ontpopt zich als advocaat. Op 3 december 1901 trouwt hij met de joodse Elisabeth Rosalie Cosman (Amsterdam, 22.8.1878). Zij schenkt hem zoon Carel, op 28 december 1902. Moeder en kind hebben slechts kort met elkaar kunnen optrekken. Elisabeth overlijdt op 4 november 1908, nog pas 30 jaar oud. Vier jaar later hertrouwt Simon met Paula Sophie Carolina Cohen (Amsterdam, 30.11.1886).
        Met Paula krijgt hij nog drie kinderen, achtereenvolgens Rudolf (26.3.1913), Hugo (30.5.1914) en Paula (21.2.1917). Het gezin Zadoks is dan al aan de Willemsparkweg gaan wonen, op 18 oktober 1912, op nummer 140. Zonder dat wellicht te hebben geweten, zullen Simon en Paula aan het einde van hun leven opnieuw in deze straat terugkeren, op nummer 18 huis.

Oorlog
De Tweede Wereldoorlog rukt de familie uiteen. Wat vader en moeder en de kinderen is overkomen, is in openbare bronnen niet terug te vinden. Of ze ondergedoken zijn, en waar, of dat ze ieder zijn gedeporteerd geweest – het is grotendeels ontraceerbaar. Alleen de kale gegevens in archieven geven een kleine indruk.
        [Zo stond het in de eerste versie van dit artikel, gepubliceerd in maart 2019. Maar in december 2019 reageerde Boris de Munnick. De familie Zadoks is aangetrouwde familie van hem: de zus van zijn moeder (tante Nettie) trouwde in 1956 met Hugo Zadoks. “Mijn ouders en ik hebben decennia goed contact gehad met Paula Zadoks, de dochter. Ten slotte is één van mijn voornamen Hugo, vernoemd naar mijn oom.”
        Boris de Munnick kon het originele verhaal op diverse punten aanvullen, en dat is bij deze gebeurd. Terugkerend naar de Tweede Wereldoorlog e-mailde hij over het gezin Zadoks: “Moeder, vader en dochter Paula Zadoks werden in 1943 vanuit Westerbork toegevoegd aan de zogenoemde 'Lijst-Frederiks'.” Dit was een groep prominente joden die door de Duitsers waren vrijgesteld van Arbeitseinsatz en deportatie. De selectie vond plaats op basis van lijsten, opgesteld door K.J. Frederiks, de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en professor C. van Dam, de secretaris-generaal van Onderwijs. De geselecteerden werden ondergebracht in kasteel ‘De Schaffelaar’ en villa ‘De Biezen’ in Barneveld.
        De Munnick: “Ik studeerde zelf in 1990 af op een afstudeerscriptie over de zogeheten ‘Barneveldgroep’, waar ik door mijn tante ‘Pau’ Zadoks voor het eerst van hoorde, zie: nl.wikipedia.org/wiki/Plan-Frederiks. De scriptie werd later uitgegeven als boekje: bibliotheek.nl/catalogus/titel.095137289.html/uitverkoren-in-uitzondering-/ 
Enkele jaren later werd er over de Barneveldgroep een film gemaakt: oekehoogendijk.com/blog/?page_id=15329]
        Bij twee van de vier kinderen eindigde het leven opzettelijk en gewelddadig. Carel, de zoon uit Simon’s eerste huwelijk, is op 7 november 1942 gefusilleerd in kamp Amersfoort, 39 jaar oud. Op de website ‘Joods Monument’ is door een bezoeker meegedeeld dat Carel met zijn gezin in juni 1941 was ondergedoken in Amsterdam.
        Carel studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam, vanaf 26 oktober 1920. Op 29 mei 1931, promoveerde hij volgens ‘Joods Monument’ tot doctor in de rechtsgeleerdheid op het proefschrift Verbod van getuigenbewijs tegen den inhoud der schriftelijke actie (artikel 1934 van het Burgerlijk Wetboek). Dr. Carel Zadoks, die net als zijn vader advocaat werd van beroep, trouwde op 17 april 1928 in Den Haag met Annie Nicolette Josephus Jitta (Amsterdam, 17.12.1904) en kreeg met haar op 6 februari 1929 een zoon, Jan Karel.
        Moeder en zoon overleefden de Holocaust. Annie werd in Groningen van 1954-1975 als hoogleraar de de ‘grand old lady’ van de klassieke archeologie in Nederland. “Zij is het voorbeeld geweest van een hele generatie archeologen”, schreef de archeoloog en journalist Theo Toebosch (1963) op 2 oktober 2010 in Trouw. Toebosch − die in hetzelfde jaar een boek heeft gepubliceerd over de joodse familie Josephus Jitta, getiteld Uitverkoren zondebokken − zag Annie, nadat zij met emeritaat was, in Amsterdam rondlopen, “altijd met haar hondje”. Dr. Annie Zadoks Josephus Jitta overleed op 30 mei 2000 in Amsterdam, 95-jarige leeftijd. Haar zoon prof. dr. Jan Carel was van 1980 tot 1994 hoogleraar fytopathologie (plantenziektenkunde) aan de Landbouwuniversiteit Wageningen.

gezinskaart Simon Zadoks junior

Simon Zadoks junior woonde al vanaf 15 oktober 1892 in Amsterdam, waar hij werkte als advocaat en procureur. Hij trouwde, zoals de gezinskaart laat zien, op 3 december 1901 met Elisabeth Cosman, die hem een zoon schonk, Carel, op 28 december 1902. Elisabeth overleed op 4 november 1908, waarna Simon op 19 maart 1912 hertrouwde met Paula Sophie Cornelia Cohen, met wie hij drie kinderen kreeg: Rudolf (1913), Hugo (1914) en Paula (1917). Vanaf 18 oktober 1912 woonde het gezin tot in de oorlog aan de Willemsparkweg, op nummer 140, een straat waar het echtpaar na de oorlog zou terugkeren.
Foto Stadsarchief Amsterdam


Simon Zadoks junior overlijdt op 7 februari 1953

Mr. dr. Simon Zadoks junior overlijdt op dit adres op 7 februari 1953, 78 jaar oud (AH, 10.2.1953).
Foto’s Delpher

Zijn vrouw Paula leeft voort tot 5 maart 1966

Zijn vrouw Paula leeft voort tot
5 maart 1966, zij wordt 79 jaar oud (AH, 5.3.1966).
Foto’s Delpher

Indonesië
Kandidaat-notaris Rudolf, de zoon uit Simon’s tweede huwelijk, werd vergast in Auschwitz, op 31 maart 1944, 31 jaar oud. Boris de Munnick vult aan: “Volgens de overlevering heeft deze zoon zich tijdens de oorlog bezig gehouden met het vervalsen van documenten van joden, zodat zij de nationaliteit kregen van één van de Midden-Amerikaanse staten (Panama, Ecuador). Burgers van deze staten stonden onder bescherming van hun regeringen - en dus ook joden met die nationaliteit. Rudolfs (‘Ruud’ genoemd) activiteiten werden echter ontdekt. Hij werd gearresteerd, naar Westerbork gebracht en als ‘S-geval’ direct gedeporteerd naar Auschwitz en daar vermoord.”
        Twee andere kinderen kwamen heelhuids uit de oorlog. Hugo, kind nummer 3, is volgens zijn neef Jan Carel Zadoks “ontsnapt via de Frankrijk-Spanjeroute en heeft dienst genomen in de Prinses Irene Brigade”. Na de oorlog emigreerde hij op 1 mei 1951 naar Indonesië, naar Djakarta. Volgens de website Sjoa-Drenthe was hij gehuwd met A. de Bruijn (Annette Adriana). Met haar ging hij later in Israël wonen. Hugo, van beroep accountant, is overleden in 1988, in Haifa. Zijn vrouw heeft hem vele jaren overleefd; verdere gegevens over haar ontbreken. Boris de Munninck meldt over hen: “Mijn oom Hugo was zogenaamde ‘Engelandvaarder’. Hij vluchtte inderdaad via Zuid-Frankrijk naar Spanje, werd daar kort gevangen gezet en toen naar Engeland overgebracht. Zijn vrouw, mijn ‘tante Nettie’ (Annette Adriana de Bruijn) werd geboren in Harderwijk in 1920 en overleed op 14 februari 2008 in Haifa. Het echtpaar kreeg helaas geen kinderen.”
        Paula, de laatstgeborene, kwam via kamp Westerbork (1 november 1943) in het ‘buitenland’ terecht, volgens de gezinskaart in het Amsterdamse archief. Maar waar dit was, wordt niet vermeld. Jan Carel Zadoks meldt dat zijn tante in Theresienstadt belandde, en na Theresienstadt moest ‘kuren’ (herstellen) in Zwitserland. Zij keerde daarna terug naar Nederland. Op 28 november 1945 wordt ze geregistreerd als wonende in Aalsmeer, aan de Kudelstaartseweg 102. Een half jaar later duikt ze op in Amsterdam, om te beginnen aan de Prinsengracht 535 huis, daarna op verschillende adressen. Op 18 oktober 1951 strijkt ze neer in Broek in het Waterland, op het Kerkeplein. Zij heeft een kind, Marian Kramers, dat is geboren in 1951. Paula heeft uiteenlopende beroepen uitgeoefend, lerares, diëtiste, verpleegster en huishoudster. Volgens Boris de Munnick is zijn tante vooral diëtiste is geweest. “In die hoedanigheid reisde zij ook door Nederland en gaf ze voedings- en dieet-adviezen. Verpleegster is ze wellicht voor de oorlog geweest en huishoudster kort na de oorlog in Kudelstaart. Maar haar loopbaan was tot haar pensioen diëtiste.”
        Hoe verging het de ouders in de oorlog?
        Vader Simon wordt net als zijn vrouw Paula en zijn dochter Paula per 1 november 1943 naar kamp Westerbork vervoerd, en vandaar naar Theresienstadt, allen op dezelfde datum, 4 september 1944. Blijkbaar zijn ze bij elkaar kunnen blijven. Drie weken eerder dan dochter Paula keren Simon en zijn echtgenote terug in Amsterdam, op 6 november 1945 volgens de archiefkaart. Hij betrekt een huis aan de Van Breestraat 107 boven. In april 1947 verhuist hij naar de Vondelstraat 17 huis, in maart 1949 is hij weer thuis op de Willemsparkweg, de straat waar hij zijn Amsterdamse tijdperk ooit begon, zij het op een ander nummer, 18.
        Op dit adres overleed Simon Zadoks, de Dordtenaar die voor Amsterdam koos, op 7 februari 1953, 78 jaar oud. Zijn vrouw verhuisde per 29 februari 1956 naar het Klimophuis, een soort privé-ziekenhuis aan de Prins Hendriklaan 60, dat inmiddels niet meer bestaat. Op 13 oktober 1964 werd zij naar Rusthuis Meijer gebracht, aan de Sophialaan 4 huis. Ze overleed er op 3 maart 1966, 79 jaar oud, en werd begraven op de begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam-Zuid.
        Haar dochter Paula stierf in Assen op 11 april 2015, 98 jaar oud.

Textielfabrikant
Fortuinlijk liep de oorlog ook af voor de twee Dordtse zussen van Simon Zadoks, Cateau Judith en Estella, al kregen zij evenzeer groot leed te verstouwen
        Cateau Judith (‘Cato’) trouwde op 15 augustus 1891 in Dordrecht, op 22-jarige leeftijd met de 23-jarige Albert Karel Spanjaard (Borne, 7.12.1867). Albert Karel was een textielfabrikant. De ‘Database Joods Biografisch Woordenboek’ meldt over hem dat hij president-commissaris was van de N.V. Stoomspinnerijen en Weverijen v/h S.J. Spanjaard, en “talloze commissariaten” en functies in commissies heeft bekleed.
        Volgens Annette Evertzen, schrijfster van het boek Ontduiken en onderduiken. Verhalen van joden in Borne, zijn Albert Karel en Cateau beiden in het concentratiekamp Theresienstadt terechtgekomen, maar wisten zij te overleven. Boris de Munnick over Albert en Cateau: “Ook zíj stonden op de Lijst-Frederiks. Op één of twee leden van de groep na, wisten alle ‘Barnevelders’ (zo werden ze genoemd en zo noemden ze ook zichzelf na de oorlog) te overleven. De hele groep ging van kasteel De Schaffelaar via kamp Westerbork naar Theresienstadt en werd daar in mei  ’45 bevrijd.” Kort na de bevrijding, op 13 december 1945, overlijdt Albert Karel Spanjaard evenwel aan een hartverlamming. Leo − hun enige kind, geboren op 10 september 1896 − overleefde de oorlog via de onderduik, maar ook hij heeft niet lang van de bevrijding mogen genieten: als gevolg van een hongeroedeem kreeg hij een nierziekte, die hem fataal werd op 20 december 1945. Hij is 49 geworden.
        Cateau, de moeder, leefde tot 1958. Zij stierf op 14 mei, in Den Haag. Zij was toen negentig.
        “Een triest verhaal” vindt Anne Evertzen de gebeurtenissen rond de familie Spanjaard, waarover trouwens nog een ander boek is verschenen: Verweven met Twente. De joodse fabrikantenfamilie Spanjaard (1800-2000), dat in 2011 is verschenen bij de Walburg Pers in Amsterdam, en is geschreven door historici van de familie Spanjaard: Marianka van Lunteren & Paul Denekamp. Evertzen vertelt nog dat Albert en zijn vrouw in Borne in 1895 “een prachtig huis” hebben laten bouwen, tegenover zijn ouderlijk huis. “Hij noemde het Villa Elisabeth, ter ere van zijn moeder.” Het huis werd later het gemeentehuis van Borne.

Estella Visser op verschillende leeftijd, namelijk in circa 1916 en in 1939

Twee foto’s van Estella Visser op verschillende leeftijd, namelijk in circa 1916 en in 1939. De laatste foto is gemaakt door de Fotodienst van de NSB. Volgens Theo Toebosch, die een biografie heeft geschreven over de joodse familie Josephus Jitta, kan dit worden verklaard uit het feit dat naaste verwant Carel Zadoks “lid was van de NSB”, “iets dat Annie zelf ook altijd heeft verteld en dat hun zoon heeft bevestigd”.
Foto F005146: Collectie Joods Historisch Museum, Amsterdam, foto: Atelier Jacob Merkelbach ca. 1916
Foto F000845: Collectie Joods Historisch Museum, Amsterdam. Foto: Fotodienst der N.S.B., 1939


In de Sumatrapost van 11.8.1922 wordt onthuld wie schuilgaat achter het pseudoniem Stella Mare

Estella Zadoks, roepnaam ‘Stella’, trouwde met Edmond Visser.
Zij is een zus van Simon junior, net als Cateau Judith. Estella ontpopte zich als kinderboekenschrijfster en – vertaalster. In de ‘Sumatrapost’ van 11.8.1922 wordt ‘onthuld’ wie schuilgaat achter het pseudoniem Stella Mare.
Foto Delpher

Pseudoniem
Estella, Cateau’s zus, trouwde op 10 april 1911 in Den Haag met de journalist en letterkundige Edmond Eduard Visser (Amersfoort, 26.5.1882). Zíj overleefde de oorlog, Edmond stierf als gevolg ervan: ‘Joods Monument’ erkent hem althans als oorlogsslachtoffer. Edmond overleed in Amsterdam, op 1 mei 1941, 58 jaar oud, de stad waar hij met Estella al vanaf 23 april 1937 woonde in de Joh. Verhulststraat op nummer 74 huis. In hoeverre de bezetting schuldig was aan zijn dood, valt uit de overlijdensadvertentie in het Algemeen Handelsblad van 1 mei niet op te maken. Daarin is alleen sprake van “langdurig en geduldig lijden”.
        Hoe Estella zich vervolgens in de oorlog heeft weten te redden, is evenmin bekend. Op 25 juli 1945 ging zij in ieder geval als overlevende in Den Haag wonen, aan het Irisplein 51, en in die stad overleed zij ook, 82 jaar oud, op 27 augustus 1953.
        Estella Visser-Zadoks had overigens een pseudoniem, waaronder zij bekendheid verwierf: Stella Mare.
        Estella was volgens de Database Joods Biografisch Woordenboek een kinderboekenschrijfster en -vertaalster, tussen 1894 en 1934. In het tijdschrift De Hollandsche Lelie wordt in jaargang 19 (1905-1906) de nieuwste uitgave Nicoline besproken, een boek voor ‘aankomende meisjes’. De recensent: “Het is vlug, vlot, vroolijk geschreven, zal zeker wel aan hen bevallen.” En: “Stella Mare weet op te merken, en wat ze opmerkt in een goeden verhaal-trant te gieten.”
        Emeritus hoogleraar Jan Carel Zadoks, tegenwoordig woonachtig te Amsterdam, is gevraagd of hij misschien meer weet over Estella, die hij ‘Stel’ noemt en die de jongste zus is van zijn grootvader Simon Zadoks, en over Edmond. Maar hij liet per e-mail weten dat hij dit echtpaar slechts één keer heeft ontmoet, rond 1940. Misschien was dat wel bij het kerstdiner waarover Zadoks rept in bijgevoegde notities, en waarvan een foto bestaat. Verder schrijft hij: “Ik herinner mij haar als een klein oud dametje met grijs golvend haar, en met een opvallend kinderlijke habitus en stem.”
        Over Edmond Visser meldt hij nog dat deze (onder veel meer) toneelcriticus was. “Maar boze tongen beweerden dat Stel de meeste stukjes schreef.”
        Zowel Estella als Edmond ligt begraven op de Nieuwe Ooster Begraafplaats in Amsterdam.

Stella Visser overlijdt op 27 augustus 1953
Haar zus Cateau bedankt voor alle ondervonden belangstelling


Stella Visser wordt 82 jaar oud. Zij overlijdt op 27 augustus 1953 (AH, 28.8.1953). Haar zus Cateau bedankt in een advertentie in het AH van 12.9.1953 voor alle ondervonden belangstelling en het “overstelpend groote aantal” brieven.
Foto’s Delpher

[*Dit citaat intrigeerde Jan Carel Zadoks, de emeritus hoogleraar. Hij schreef: “Ik vermoed dat het geen voorouder van mij is. Zadok is een gangbare joodse naam. De priester die koning David tot raadsman was en die zijn zoon Salomo tot koning zalfde, was een Zadok en er is nog een enkele Zadok in de Bijbel. De oudste voorvader die ik vond, is een Zadok te Amsterdam, 1700. Hij kon lezen noch schrijven, dus geen bankier!”]



< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'