Het voorbije joodse dordrecht
Het hangertje van kledingmagazijn H. Breemer en Zoon
*Foto’s van kledingwinkel Breemer herontdekt
Het voormalige kledingmagazijn van H. Breemer en Zoon op een eerder adres aan de Voorstraat, op het laatst was Breemer gevestigd in het pand waarin nu Zeeman zit. |
Drie gedichten heeft de hartstochtelijk Dordtse dichter en schrijver C. (Kees) Buddingh’ (1918 - 1985) gewijd aan joodse Dordtenaren, stadsgenoten van hem, en soms goede kennissen. Op deze website worden deze gedichten geciteerd en toegelicht.
Een gedicht dat nog het meest voor zich spreekt, is Hangertje, een sonnet dat is opgenomen in de bundel De eerste zestig (1978). Buddingh’ had in 360 sonnetten zijn autobiografie willen schrijven, zijn leven willen vatten, maar hij kwam niet verder dan De eerste zestig en De tweede zestig (1979).
‘Hangertje’ gaat over het in Dordrecht bekende heren- en kinderkledingmagazijn H. Breemer en Zn., eerst nog (volgens een adresboek uit 1930) gevestigd op de Voorstraat 32-34 (nu: 46), later, volgens een adresboek uit 1938, op nummer 278-280. Dat heeft tegenwoordig als nummer 302, en is eigendom van de goedkope-textielfirma Zeeman. Een historische foto van de zaak Breemer, te vinden in de Dordtse archiefbeeldbank en hierbij afgedrukt, toont de winkel op dit laatste nummer.
Het gedicht:
Hangertje
Mijn vader kocht er meest zijn kleren. Soms
ging ’k met hem mee, voor ’n broek, een overhemd.
Ik vond het wel een grappig mannetje,
de eigenaar. Klein. Zwart. Tiptop gekleed.
Hij en mijn vader hadden veel te praten.
Te oreren ook. Ik wilde weer vlug weg.
Voetballen. Een eind door de polder fietsen.
Of naar de meisjes kijken in de stad.
’k Heb nog een hangertje: ‘Kledingmagazijnen
H. Breemer en Zn. Dordrecht.’ ’k Gebruik ’t
vrij vaak: ’t is van haast onverslijtbaar hout.
In ’43 werden ze verraden.
Wanneer dat niet gebeurd was, zou mijn broer
misschien nog met de dochter zijn getrouwd.
Vergast
De familie Breemer is niet meer. De naamgever van het magazijn, Hendrik Breemer, is op 16 september 1941 in Dordrecht overleden. Hij was toen al weduwnaar van Rozetta Hartog uit Strijen en woonde op de Singel 229 in Dordrecht, samen met zijn oudste dochter Hester, die op 9 juli 1943 in Sobibor is vermoord. Drie andere kinderen van hem, Kaatje, Eva en Levie Nathan, woonden met eigen gezinnen elders in Dordrecht.
Levie, die in navolging van zijn vader directeur van de confectiewinkel was en verderop op de Singel woonde (nummer 86A rood), is op dezelfde dag als zijn zus Hester, 9 juli 1943, omgebracht, samen met zijn vrouw Bertha Cohen en zijn dochters Rozette en Henriette Louise.
Zus Kaatje, die trouwde met Philip Jacob Braadbaart en op de Voorstraat 213 woonde, werd ook in Sobibor vermoord, ook op die dag, samen met haar man en dochter Rozetta. Een andere dochter, Betje Son-Braadbaart, stierf daar zeven dagen eerder.
Eva, het vierde kind van Hendrik Breemer, was inmiddels gehuwd met Ruben Salomon Kleinkramer, en had twee zonen, Hendrik en Simon. Alle leden van dit gezin, dat in Dordrecht op de Voorstraat 281 woonde, kwamen net als de overige Breemers in hetzelfde vernietigingskamp, op dezelfde dag, om het leven, op 9 juli 1943.
Zij hebben elkaar dus vermoedelijk in een en dezelfde trein naar Polen, op weg naar hun dood, nog een laatste maal gezien.
Kleerhanger en borsteltje gevonden
Het heeft even geduurd, maar het is gelukt zo'n hangertje van Breemer te vinden. De redactie plaatste in de herfst van 2014 een oproep daartoe op deze website. Bij het gedicht van Buddingh' wilde zij graag zo'n legendarische hanger kunnen tonen. Lang reageerde er niemand. De hangertjes leken verdwenen, terwijl deze voorwerpen de neiging hebben complete levens mee te gaan; zo nuttig zijn ze.
Eind februari 2015 meldde mevrouw Ellen ten Bokkel-Vinke zich: zij heeft er nog een.
Ze schreef in een e-mail dat ze al lang "heel veel" kleerhangers in haar bezit heeft, maar niet eerder bewust had gekeken naar een naam. Nu was ze net van plan enkele hangers te gaan schilderen, die als gevolg van een verhuizing opgeborgen zaten in een vuilniszak. Er zaten vier bedrukte kleerhangers van een bepaalde firma tussen. Eén ervan was van kledingmagazijn Breemer.
Ellen ten Bokkel besloot zekerheidshalve eerst maar eens te googlen op de naam, en kwam zo uit bij onze oproep. Ze gaat de bedrukte hangers nu zeker niet meer beschilderen. "Daar ben ik nu heel zuinig op."
Rest de vraag hoe zij, woonachtig te Kampen, aan een Dordtse kleerhanger komt. "Ik moet eerlijk zeggen dat ik het niet precies weet." Ze vermoedde aanvankelijk dat ze de hanger van Breemer ooit van haar oma of moeder heeft gekregen.
Maar "wij hebben geen familie in Dordrecht," vertelde haar moeder Ellen desgevraagd, waarop deze moest concluderen: "Het is voor ons dus een raadsel hoe de hanger in Kampen terecht is gekomen."
De afkomst van deze specifieke hanger mag dan onbekend zijn, er is nu in ieder geval een foto.
Al eerder kreeg de redactie een reactie op de oproep, van Dordtenaar Cees Isendoorn. Hij kon ons tot zijn spijt niet helpen aan (een foto van) de klerenhanger. Isendoorn had wel aan een ander voorwerp uit de winkel van Breemer: een klerenborsteltje. Het borsteltje kon veelzijdig gebruikt worden, om zowel je jas af te borstelen als je hoed. Isendoorn kreeg het borsteltje toen hij als jongeman in de zaak van Breemer een aankoop deed ...
De drie klerenhangers die Dick Kraaijveld tientallen jaren heeft bewaard, |
Drie tegelijk
Door toeval heeft de redactie eind 2015 de beschikking gekregen over liefst drie klerenhangers tegelijk, van alle drie joodse kledingmagazijnen die Dordrecht heeft gekend: Fortuin, Breemer en Van Huiden. Ze zijn afgestaan door Dordtenaar Dick Kraaijveld (1926), woonachtig in Dubbeldam. Hij, een gepensioneerde bankbediende, heeft ze gekregen, of overgenomen, van zijn vader Johannes (‘Jan’) Kraaijveld, die in zijn werkzame leven een controleur en meteropnemer was. Die kocht voor en na de oorlog zijn herenkleding in deze winkels, voor zichzelf en zijn kinderen (twee zonen, één dochter).
Dat de decennia bewaard gebleven klerenhangers bij de redactie terechtkwamen, was ook al een toevalligheid. Tijdens zijn regelmatige wandelingen door de stad passeerde Dick Kraaijveld weer eens de joodse begraafplaats aan de Nieuweweg. Die plek heeft een betekenis voor hem, “begaan” als hij is met het joodse volk. “Duizenden keren” was hij bij wijze van spreken al langs dit kerkhof gekomen, maar nog nooit had hij het betreden. Het is immers vrijwel altijd gesloten.
Maar dit keer raakte hij in gesprek met een man die grafstenen ging herstellen, als vrijwilliger van Boete & Verzoening, een stichting die al jaren de joodse grafstenen reinigt en repareert. De man gaf Kraaijveld een keppeltje en nodigde hem uit de begraafplaats op te lopen. Dat deed Kraaijveld, die meteen ergens de grafsteen zag van Max van Huiden, de latere directeur van Kledingmagazijn Van Huiden. Kraaijveld heeft hem nog gekend.
Al pratend kwam Kraaijveld op de kleerhangers die hij thuis heeft liggen. Daarop zocht de vrijwilliger contact met Arij Boogerman, de voorzitter van de Dordtse werkgroep Stolpersteine, en die attendeerde de redactie weer op Kraaijveld. Zo is het gegaan.
Het kledingmagazijn van H. Fortuin bevond zich in de vooroorlogse periode op de hoek van de Voorstraat en de Nieuwstraat - op nummer 180, daar waar nu de fietsenfirma Van Eijnsbergen is gevestigd, op het hedendaagse nummer 226. De herenmode- en kinderkledingwinkel van H. Breemer en Zoon was indertijd op de Voorstraat 32-34 te vinden, tegenwoordig is dat nummer 46-48. Later verhuisde deze zaak naar de Voorstraat 278-280, nu 302 (Zeeman).
Isidoor van Huiden nam de winkel van Fortuin over, voor de oorlog. Na de oorlog keerden de Breemers niet terug; de familie bleek omgebracht. De familie Van Huiden had zich in de onderduik weten te redden en zette toen h&aacár zaak voort in het tweede pand van Breemer. Dick Kraaijveld, een jongeman toen nog, kocht er eerst samen met zijn broer zijn korte en lange broeken, later plusfours en andere herenkleding. Zijn vader Jan, die op 20 april 1894 in Gorinchem is geboren, op de Zuidendijk 32 V woonde en bijna 96 is geworden, was ook lang klant bij deze joodse winkels, waarvan er inmiddels geen een meer over is.
Met de drie klerenhangers van Kraaijveld, drie memorabilia van een voorbij joods Dordrecht, komt de oproep te vervallen: de redactie is voorzien.
Deze drie foto’s geven een beeld van de koffer, die klaarblijkelijk afkomstig is uit de winkel van Breemer. |
Koffer
Het verhaal krijgt toch nog een kort, curieus vervolg: in februari 2016
e-mailde Marnix Versteegh, inwoner van Oisterwijk, dat hij, niet over een klerenhanger, maar over een authentieke koffer beschikt, met daarin een label van ‘Kledingmagazijn Breemer en Zoon’. Als bewijs stuurde hij er enkele foto’s van mee.
De koffier is vrij recent in zijn bezit gekomen, “via iemand uit Dordrecht”. Meer details heeft Versteegh niet. Hij hoopt dat de koffer, naast de al bekende kleerhangers en het borsteltje, “een bijdrage kunnen bieden aan de eervolle herinnering van de firma en het gezin Breemer”.
*Foto’s van kledingwinkel Breemer herontdekt Drs. Kees Weltevrede, de historicus van de Dordtse werkgroep Stolpersteine, heeft zeldzame foto’s ontdekt van de voormalige joodse kledingwinkel H. Breemer & Zoon op de Voorstraat. De opnamen bleken opgeborgen te liggen in een dossier dat Weltevrede in september 2017 vond, 74 jaar nadat de laatste Breemer was vergast. Ontwerp |
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'