Het voorbije joodse dordrecht

Johan Voorzanger, de Dordtenaar die
de nazi’s tijdig wist te ontvluchten

Emilie en Johan Voorzanger

Dit zijn Emilie en Johan, die in de eerste meidagen van 1940 zullen proberen naar Amerika te vluchten.

Johan Voorzanger, een geboren joodse Dordtenaar, had driedubbel geluk.
        Net op tijd wist hij samen met zijn vrouw Emilie Nederland te ontvluchten, in de meidagen van 1940. Het vrachtschip waarmee hij en zijn echtgenote via de Nieuwe Waterweg zijn vaderland hoopte te verlaten, liep weliswaar kort na vertrek op een mijn, maar zij brachten het er levend af.
        Enkele dagen later wist het echtpaar bij Hoek van Holland aan boord van een Britse torpedobootjager te geraken. Johan Voorzanger en Emilie bereikten veilig Engeland en vervolgens voorspoedig de Verenigde Staten, waar hij van plan was als huisarts een praktijk te openen.
        Ze hadden ’t gered. Hun zou nu in elk geval de onpeilbare onmenselijkheid bespaard blijven die de nazi’s in concentratiekampen in petto hadden voor de joden. Ze konden heelhuids aan een nieuwe toekomst beginnen – in het land van de onbegrensde mogelijkheden.
        Johan Voorzanger is een zeldzaam voorbeeld van een joodse Dordtenaar die niet aan wreedheden ten onder is gegaan in de Tweede Wereldoorlog. Dat is de reden om op deze website dit verhaal aan hem te wijden. Vooral ook, omdat het geluk hem en Emilie niet is blijven toelachen in New York. Hun vreugde veranderde al vrij snel in het tegendeel.


Esther Dondorp en Levie Voorzanger, de ouders van Johan

Esther Dondorp en Levie Voorzanger, de ouders van Johan.
In 1873 kwamen zij in Dordrecht wonen.
(Alle foto's op deze pagina komen uit de collectie van Bart Voorzanger)

Zenuwziek
Dordtenaar word en blijf je door geboorte, en dat geldt voor Johan Voorzanger.
        Zijn vader Levie, leraar van beroep en afkomstig uit Veendam (7 juni 1844), vestigde zich volgens de gezinskaart in het Dordtse archief op 19 december 1873 in Dordrecht, samen met zijn hoogzwangere vrouw Esther Dondorp (Haarlem, 9 september 1845). Hun adres werd Voorstraat D 374. Levie Voorzanger had een betrekking gekregen op de HBS; hij ging er natuurkunde doceren.
        Op 31 januari 1874, volgens de geboorteakte om 2 uur ’s nachts, kwam Johan ter wereld. Hij was hun eerste kind, althans het eerste dat in leven bleef. Op 1 augustus 1872 was Esther in Veendam al eens bevallen van een levenloze baby. Na Johan verrijkten nog twee kinderen het gezin, allebei dochters: Sara Bettje op 28 december 1875 geboren en Martha op 24 mei 1877.
        De gezinskaart vermeldt nog een inwoonster, Roosje Voorzanger. Zij, een zuster van Levie, kwam op 25 juli 1874 vanuit Amsterdam naar Dordrecht. De aanleiding daarvoor blijkt uit de op schrift gestelde herinneringen van Annie Voorzanger-de Graaf (over wie later meer): Esther was een zenuwpatiënte. Roosje hielp mee in de huishouding.
        Een jaar later, op 25 maart 1878, verlieten de Voorzangers Dordrecht, met in hun gezelschap tante Roosje. Ze hadden er slechts ruim vier jaar gewoond, maar dat maakt de kinderen niet tot minder authentieke Dordtenaren.
        De familie verhuisde naar Roermond, waar Levie opnieuw als leraar aan de slag ging, nu op de Rijks-HBS. Op 1 oktober 1878‎ verscheen er een vierde kind, Rozette, dat evenwel al na negen maanden overleed, op 6 juli 1879.‎ Op 29 juni 1882 kwam er nog een vijfde kind, Maurits. Als joden werden de kinderen Voorzanger in het katholieke Limburg gepest, weet Annie Voorzanger: “In hun schooltijd in Roermond, Roermunje in ’t Limburgs, hadden ze daar dikwijls vervelende ondervindingen mee. Hoe kunnen kinderen en mensen toch zo lelijk zijn. Dat heb ik nooit begrepen.”
        Roermond zou niet voor hun kinderen, maar wel voor Levie de vaste standplaats blijven, tot aan zijn overlijden op 24 mei 1907, 62 jaar oud. Esther trok daarna terug naar haar geboorteplaats Haarlem, waar zij op 29 januari 1923 stierf, op 77-jarige leeftijd.

moeder Esther met naast haar de dochters Sara Bettje (links) en Martha

Op deze foto staat moeder Esther met naast haar de dochters Sara Bettje (links) en Martha,
die beiden net als Johan ook in Dordrecht zijn geboren.


pand aan de Voorstraat, of in ieder geval op deze plek, waar Johan Voorzanger in 1874 geboren is

In dit pand aan de Voorstraat, of in ieder geval op deze plek, is Johan Voorzanger in 1874 geboren. Voorstraat D374 is in 1885 veranderd in Voorstraat 342, en in de jaren vijftig van de vorige eeuw 342 weer vernummerd tot 378-380.
Thans is hier de antiekhandel Franken gevestigd.
[Zie echter * onderaan, red.]
Foto Redactie Website

Rotterdam
Johan Voorzanger, het oudste kind, bekwaamde zich in Amsterdam tot arts. Hij koos Rotterdam als woonplaats. De Rotterdamse woonkaart laat zien dat hij er zich op 23 mei 1900 liet inschrijven, en een woning aan de Korte Hoogstraat 14 betrok.

Rotterdamsch Nieuwsblad

Het Rotterdamsch Nieuwsblad
meldt op 29 augustus 1902 dat Johan Voorzanger is getrouwd
met Emilie Philipp. Johan zal
veertig jaar lang in Rotterdam
als huisarts werken.
Foto Delpher

 

 

 

 

 

 


Op 28 augustus 1902 trouwde hij met Emilie Philipp, die afkomstig was uit Amsterdam (6 november 1878). Nog geen jaar later, op 20 juni 1903, werd hun eerste en enige kind geboren, Karel Lodewijk – een zoon die, zonder dat ze dat uiteraard wisten, ongewild voor “heel veel leed” zou zorgen.
        Veertig jaar lang, zijn hele werkzame leven feitelijk, is Johan Voorzanger als huisarts in Rotterdam blijven werken, met een praktijk aan huis, aan de Baan 63. Ook is hij directeur van het joodse ziekenhuis geweest. Karel wilde net als zijn vader graag arts worden, maar Johan vond “dat te zwaar voor hem”, waarna hij rechten ging studeren in Leiden.
        Karel was namelijk ziek. “Al heel gauw in zijn leven”, vertelde Annie Voorzanger, “openbaarde zich een ziekte die wees op een gezwel in de hersenen. Hij werd in Scheveningen grootgebracht in de Scheveningse Bosjes door een lieve juffrouw en kreeg les van een huisleraar die hem klaarmaakte voor het eindexamen gymnasium. Het laatste jaar was de toestand zo goed dat hij dit kon meemaken. Hij had een zeer goed verstand en slaagde prompt.”
        In Leiden heeft hij volgens Annie Voorzanger “nog een gelukkig stukje leven mogen hebben. Hij heeft nog kort een lief meisje gehad, en enige reizen mogen maken.” Maar toen zette de ziekte zich door. Een geraadpleegde hersenspecialist in Breslau vertelde de ouders dat “een operatie onmogelijk was en onmiddellijk de dood ten gevolge zou hebben. Arme, arme mensen”.
        Terug in Rotterdam begon een lang ziekbed voor Karel, die uiteindelijk op 20 januari 1930 overleed, nog geen 26 jaar oud. Hij is begraven op de begraafplaats Westerveld in Driehuis. Zijn ouders waren nu beroofd van hun enige kind.

Karel, het enige kind van Emilie en Johan

Karel, het enige kind van Emilie en Johan, had een hersentumor. De foto's tonen hem hier als kind en jongeman.
Karel was veelbelovend, maar stierf op 26-jarige leeftijd.


Twee dankbare ouders danken dokter Voorzanger

Twee dankbare ouders danken dokter Voorzanger voor het liefderijk behandelen van hun dochter, een bericht uit het Rotterdamsch Nieuwsblad van 16 mei 1913.

Ongehuwd
Hoe verging het intussen de zussen en broer van Johan Voorzanger? Sara Bettje, die zichzelf Soers noemde en zo door iedereen werd genoemd, bleef ongehuwd. Ze werkte als apothekersassistente in het Academisch Ziekenhuis in Leiden. Haar zus Martha huwde evenmin. Zij was eerst lerares in de Franse taal- en letterkunde in Zutphen, later aan Het Amsterdams Lyceum. Maurits, ten slotte, was student in Delft. Hij studeerde er af als scheikundig ingenieur.
        Het is deze jongste telt van Levie en Esther die op een dag in Leiden, op bezoek bij zijn zus Soers, ene Annie de Graaf ontmoette. Annie’s ouders hadden Soers via via leren kennen. Annie was nog pas een 14-jarig meisje, geboren in Zoeterwoude op 10 februari 1890. De kennismaking met Maurits trof haar hart. “Het was mijn eerste blik op hem, die mijn lieve man zou worden”, schreef Annie, voluit Anna Petronella Maria geheten, later in haar ‘Herinneringen’. “Ik vond hem zo aardig, zo knap, zo groot. Ik zei Meneer, en hij Annie. Maar ik mocht al gauw Mau zeggen.”
        Dit was het begin van vele, vele ontmoetingen en leidde tot een huwelijk, op 21 juli 1910 in Leiden, dat twee kinderen tot gevolg had: Hans (Haarlem, 29 oktober 1916) en Anton (Haarlem, 10 september 1918). Hans trouwde op zijn beurt met Wilhelmina Wesselina Krijn (Amsterdam, 17 augustus 1914), en kreeg als zoon Bart Voorzanger (Velsen-Noord, 1952). Het is deze Amsterdammer die de memoires van zijn grootmoeder Annie beschikbaar stelde en de redactie van deze website kon helpen met allerlei behartigenswaardige, aanvullende gegevens. Bart heeft overigens twee oudere broers en verder een oudere en een jongere zus.

brief van burgemeester Bleeker

Het overlijdensbericht van Karel, in het Algemeen Handelsblad van 21-1-1930.
Foto Delpher

Op tijd
Duitsland was al genazificeerd. Nederland stond na Oostenrijk, Tsjechië en Polen als volgende land op het programma. De militaire inval begon op 10 mei 1940, bombardementen zouden op 14 mei de Rotterdamse binnenstad verwoesten. ‘Wat zou er van Johan (‘Jo’) en Emilie (‘Milly’) Voorzanger zijn geworden?’, vroegen Annie en Mau Voorzanger zich angstig af in hun woonplaats Haarlem.
        Annie slaagde er na enkele dagen in Rotterdam te bereiken per trein. “Wat een verwoesting, niets dan puin, glasscherven en afschuwelijke stank over wat er van de stad restte.” Het huis van Johan had “niet al te erg geleden”, zo bleek. Annie trof er alleen hun hulp aan. En van haar hoorde zij wat er was gebeurd. Johan had blijkbaar voorvoeld dat hij moest zien weg te komen en had dit ook gedaan, volgens de hulp al op “de eerste dag”.
        Eerst hadden hij en Milly getracht met een schip over de Waterweg naar Engeland te gaan. Het vrachtschip liep echter op een mijn, die het vaartuig gedeeltelijk vernielde. Al hun kostbaarheden waren ze nu kwijt, maar ze leefden nog. Ontredderd kwamen ze weer thuis. Daar ried de hulp hun aan om met hun auto naar Hoek van Holland te rijden, en vandaar te proberen te vluchten.
        De hulp wist verder niets, maar via het Rode Kruis kwamen Annie en haar man Mau naderhand aan de weet dat Jo en Milly erin geslaagd waren met een ander schip naar Engeland te ontkomen. En vandaar voeren Jo en Milly verder naar Amerika. Op 16 mei 1940 vertrokken ze vanuit Liverpool het schip Scythia naar New York, naar Ellis Island, de grenspost voor immigranten.

passagierslijst van het SS Scythia

De passagierslijst van het SS 'Scythia', bedoeld voor de Amerikaanse immigratiedienst,
met onderaan de namen van Johan en Emilie Voorzanger.
Foto Ellis Island Foundation

detail passagierslijst van het SS Scythia

Detail van de passagierslijst van het SS 'Scythia' met de namen van Johan en Emilie Voorzanger.
Foto Ellis Island Foundation


Maurits was het vierde en jongste kind van Levie en Esther

Maurits was het vierde en jongste kind van Levie en Esther,
hij is geboren in Roermond. De foto dateert van 1911.

Eenzaam
Johan had zich voorgenomen ook in zijn nieuwe vaderland als arts te gaan werken. Maar dat lukte niet. Annie: “Hij zou al zijn examens weer over moeten doen, en daar was hij nu toch te oud voor.” Hun geluk kantelde. Onzeker over het lot van de achtergebleven familieleden begon heimwee aan Jo en Milly te knagen. Annie: “Arme mensen, ze kregen daar zo’n heimwee.”
        In Nederland overleed intussen het ene na het andere familielid. Martha als eerste, op 19 september 1940 in Amsterdam. ‘Gelukkig’ niet als gevolg van nazi-wreedheden, maar door een natuurlijke oorzaak, zij het na een lang ziekbed. Jo en Milly hebben er in New York van geweten; hun namen staan in de overlijdensadvertentie. Vervolgens stierf de man van Annie, Maurits, in Heemstede, op 2 februari 1942, 59 jaar oud pas, ook “na lang, smartelijk lijden”. Opnieuw kwamen hun namen in de advertentie voor.
        Op 8 maart 1943 eindigde het leven van Johan’s zus Sara Bettje. Volgens Bart Voorzanger benam zij zichzelf het leven. Johan was nu volkomen alleen. Van het Dordtse gezin waaruit hij stamde, was alleen hij nog over.
        Hij maakte het niet lang meer. In hetzelfde jaar, op 17 november 1943, ging ook hij heen, in zijn appartement in Hotel Franconia aan 20 West Seventy-second Street – “after a short illness”, zoals The New York Times in een kort bericht meedeelde. De kop erboven luidde: ‘Retired Physician, Refugee From Netherlands, Dies at 69’.
        “Het verhaal van Johan is niet echt vrolijk”, zegt Bart Voorzanger over zijn oudoom, “maar de kampen zijn hem en zijn vrouw bespaard gebleven. Je zou kunnen zeggen dat zijn broer en zusters ‘op tijd’ in Nederland zijn gestorven.”.
        Emilie Voorzanger was nu volledig van iedereen verstoken, ginds in New York. Ze heeft haar leven nog eenzaam enkele jaren weten vol te houden, tot 5 oktober 1946. Toen zat ’t er op, op 68-jarige leeftijd. Annie: “Zij is heengegaan nadat Duitsland verslagen was. Wij hadden haar graag terug verwacht, maar ze was al een poos ziek.” Milly en Jo zijn beiden gecremeerd, en een familielid van Milly heeft de beide urnen naar Holland gebracht, waar ze zijn bijgezet op Westerveld – in het graf van hun enige zoon en kind Karel.

Martha, Maurits en Johan overlijden in de oorlog

Martha, Maurits en Johan overlijden in de oorlog, na een lang ziekbed.
Dit zijn de overlijdensberichten, uit het Algemeen Handelsblad (20-9-1940)
en het Haarlems Dagblad (4-2-1942).
Ook Sara Bettje overleed in de oorlog, door zelfdoding.
Foto's Delpher

The New York Times meldt
op 19 november 1943 het overlijden van Johan Voorzanger,
in zijn appartement in New York:
heimwee.

Stil
De stem van Annie Voorzanger is inmiddels ook stilgevallen. Zij, de vrouw die met haar ‘Herinneringen’ dit artikel heeft weten aan te kleden, is op 6 september 1988 overleden in Hoofddorp. Ze heeft een hoge leeftijd bereikt: 98 jaar. Haar twee kinderen, Hans en Anton, zijn er ook al niet meer. Hans stierf in Amstelveen op 12 augustus 2000 op 83-jarige leeftijd; kunstenaar en tekenleraar Anton (‘Ton’) op 1 april 2011 in Oosterwolde, 92 jaar oud.
        De geschiedenis heeft de levens van de oude Voorzangers overgenomen.

brief van burgemeester Bleeker

Het pand van De Radiobeurs, op nummer 368. Het rechterdeel ervan is het werkelijke, voormalige woonhuis van de familie Voorzanger.
Foto Redactie Website

[ *Aan de achterzijde van het pand Voorstraat D374 is bouwhistorisch onderzoek verricht door Jeroen A. Nipius, zelfstandig bouwhistoricus van Nipides. Hij is daartoe in de huisnummering gedoken. Die bleek “ingewikkeld te zijn”, liet Nipius de redactie van deze website weten. Hij ontdekte bij die gelegenheid dat D374 niet het pand met als huidige nummering 378-380 is, zoals hierboven werd aangenomen, maar het even verderop gelegen pand op nummer 368, zijnde het rechterdeel van de winkel De Radiobeurs. De redactie had zich zoals gewoonlijk gebaseerd op de omnummeringslijsten van het Dordtse archief, lijsten die weergeven welke straten in de afgelopen anderhalve eeuw zijn omgenummerd. Maar volgens Nipius kennen die lijsten een “venijnige verschuiving na 1916”: de nummers zijn toen acht nummers naar beneden gegaan. “En dan kom je uit bij 368.”
        De bevindingen van Nipius worden bevestigd door archiefonderzoekster Erica van Dooremalen. Zij wijst er volledigheidshalve op dat pand D374 in het kadaster staat registreerd als perceel sectie E nr. 359. “En dat is inderdaad de etalage van De Radiobeurs.” Volgens de huidige kadasterkaart heeft dit perceel geen huisnummer, maar wel het naastgelegen deel van De Radiobeurs: de huisnummers 370 en 372. Van Dooremalen: “Nipius heeft gelijk dat de Voorstraat (en sommige andere straten) rond 1918 zijn vernummerd. Van deze vernummering is helaas nog geen apart omnummeringsregister gevonden.” Het zou handiger zijn geweest, besluit zij, als het archief in de database met bouwdossiers óók de kadastrale nummering had overgenomen. Dat zoekt en vergelijkt makkelijker.
        Uit deze nieuwe gegevens volgt dat het stukje over het stucwerk in de hal van pand 378-380, waarnaar hieronder wordt gelinkt, nergens meer op slaat. Het is domweg het verkeerde pand. Het stucwerk toont dus niet de kinderen van Voorzanger. Nipius vond het al “qua stijl niet passen in de tijd”, zegt hij. “Het lijkt gelijk met de voorgevel te zijn opgezet aan het eind van de 18de eeuw, door de heer David Crea. Mogelijk zijn het vier putti (mollige kindfiguurtjes in de beeldhouwkunst) zonder enige persoonlijke betekenis.” Red.]


** Aanvulling Stucwerk van familie Voorzanger ontdekt.


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'