Het voorbije joodse dordrecht

Oud-burgemeester van Dordrecht in
gevangenis om pro-joodse houding

Jan der Dussen in 1964

Een portretfoto van Jan der Dussen, in 1964 gemaakt door
Piet van der Klooster, oud-fotograaf van Het Vrije Volk.
Foto RAD (nr. 552_318826)

Het is zeker geen algemeen bekend feit: Jan van der Dussen, de oud-burgemeester van Dordrecht, heeft in de oorlog achttien maanden gevangen gezeten.
        Vijf jaar was mr. J.A.H.J. van der Dussen al burgemeester van Hengelo, toen de nazi’s hem in april 1942 dwongen de anti-joodse maatregelen toe te passen die al vanaf november 1940 voor het hele land golden. Die maatregelen, die erop neerkwamen dat joden als een soort parasieten uit het maatschappelijk leven moesten worden geweerd, vormden de opmaat tot de Holocaust.
        Van der Dussen, getrouwd met een half-joodse vrouw uit Gorinchem, weigerde om hieraan mee te werken. Hij trotseerde de bezetter. Zijn standvastigheid kostte hem zijn baan. Hij werd ontslagen en op 5 juni 1942 opgesloten in het interneringskamp Beekvliet in St. Michielsgestel. Alle gevangenen daar waren onderpand. Ze konden vrezen dat ze op een ochtend zomaar werden gefusilleerd, als represaille voor bepaalde verzetsactiviteiten.
        In Dordrecht, waar Van der Dussen van 1951 tot 1965 burgemeester was, behoort de principiële houding van Van der Dussen bepaald niet tot de courante kennis. Onopgemerkt is ook gebleven dat hij vanuit Beekvliet een vrijwel dagelijkse correspondentie onderhield met zijn echtgenote. Het NIOD kreeg half 2016 de beschikking over die brieven, berichtte het. Het instituut beschouwt de collectie als “een uniek document”.
        In dit artikel wordt de pro-joodse houding van Van der Dussen alsnog belicht. Wie was hij, hoe opereerde hij als burgemeester in bezet Hengelo, waar is hij na ‘Dordrecht’ gebleven? En: van wie stamde zijn vrouw af?

Drie krantenknipsels die gebeurtenissen markeren in het leven van Salomon Biegel

Drie krantenknipsels die gebeurtenissen markeren in het leven van Salomon Biegel,
de vader van Van der Dussens vrouw Josephine:
1. Rachel Ricardo, de eerste vrouw van Biegel, overlijdt (Nieuwe Gorinchemsche Courant, 11.8.1898),
2. Biegel hertrouwt, met Angenieta van Rijkom (NGC, 10.6.1900),
3. Josephine wordt geboren (NGC, 19.2.1903)


Josephine is getrouwd met Jan van der Dussen

Vijfentwintg jaar later: de krant De Drie Provinciën bericht op 16.3.1928 dat
Josephine is getrouwd met Jan van der Dussen.
Foto Delpher

Sanering
In januari 2010 verscheen in de serie ‘Verhalen van Dordrecht’ als deel nummer 18 een boekje over de burgemeesters van Dordrecht, van 1200 tot heden, geschreven door gemeentevoorlichter Harco Bakker. Aan Jan van der Dussen worden welgeteld zeven regels gewijd. De tekst luidt: “Van der Dussen stond bekend als een aristocratisch leider, wat met name voor de liberalen als een aanbeveling gold. Van der Dussens bewind stond vooral in het teken van de wederopbouw die zo kenmerkend was voor Nederland in de naoorlogse jaren. Zijn naam is voor velen verbonden aan de sanering van de binnenstad.”
        Op de Wikipedia-pagina over Van der Dussen staat hetzelfde oordeel: dat hij als Dordts burgemeester “verantwoordelijk was voor de binnenstadsanering”. Die sanering was (en is) nogal omstreden. Honderden, overigens vaak verpauperde of onbewoonbare, panden zijn toen in die vlaag van sloopdrift afgebroken, complete straten verdwenen er. Dit zogenoemde herstel van de binnenstad begon onder Van der Dussen en werd voortgezet onder zijn opvolger, mr. Jan Jaap van der Lee. De PvdA nam in die tijd een “dominante positie” in in de gemeenteraad, constateert het boekje, de beide burgemeesters waren dan ook van PvdA-huize.
        Over Van der Dussens persoonlijke verzet tegen de jodenvervolging rept het boekje met geen woord, de Wikipedia-pagina al evenmin. Toch heeft juist die stellingname zijn Hengelose periode nogal gekenmerkt. Op deze website, immers gewijd aan Dordts-joodse personen en kwesties, wordt er daarom in kort bestek op teruggeblikt.

installatie van Van der Dussen als burgemeester van Hengelo

Het Algemeen Handelsblad plaatst op 21.7.1937 een foto van de installatie van
Van der Dussen, als burgemeester van Hengelo. Zijn vrouw kijkt glunderend toe.
Foto Delpher

Liberaal
Jacobus Aegidius Herman Jan van der Dussen – die vier voornamen krijgt het kind dat op 23 juni 1900 in het christelijke Kampen wordt geboren, als zoon van Hendrik Jan van der Dussen en Johanna Petronella Gallé. Nadat hij zijn rechtenstudie heeft voltooid, wordt Jan van der Dussen in 1929 in zijn geboorteplaats raadslid, als opvolger van de afgetreden ir. J. Berk, zo bericht de Provinciale Overijsselsche Courant op 28 oktober. Berk vertegenwoordigde de Vrijheidsbond; Van der Dussen is dus nog een liberaal. Op 29 december 1932 wordt hij wethouder. Vijf jaar later solliciteert hij naar de vacant gekomen burgemeesterspost in Hengelo - als opvolger van “de immens populaire Gerrit Jansen”, zoals Niels Bakker schrijft in een hoofdstuk over Jan van der Dussen op de website Wie is Wie in Overijssel?
        “Wat moest Hengelo, met veel confessionelen en sociaaldemocraten binnen haar grenzen, nou met een burgervader van liberale huize?”, werpt Bakker op. Van der Dussen krijgt de functie niettemin toegewezen, “tot verrassing van velen”. Per 15 juli 1937 wordt hij benoemd, op 37-jarige leeftijd.
        Van der Dussen is geen alleenstaande man, integendeel. In maart 1928 is hij getrouwd met Josephine Johanna Biegel. Drie kinderen hadden zij al toen Van der Dussen burgemeester van Hengelo werd: Henk (1929), Peter (1931) en Anke (1935).
        Josephine (‘Jo’) Biegel is afkomstig uit Gorinchem, waar zij op 16 februari 1903 is geboren als dochter van de bekende arts en latere wethouder Salomon Biegel en Angenieta Anne (‘Annie’) van Rijkom. Salomon Biegel was eerder getrouwd geweest met Rachel Ricardo. En met haar heeft hij ook een kind gekregen, Rudolf Johan, in augustus 1895. Maar Rachel overleed al op 26-jarige leeftijd op 8 augustus 1898.
        Biegel was joods, maar de Gorkumse archiefmedewerker René van Dijk verklaart dat hij zich na het overlijden van zijn eerste vrouw “distantieerde van zijn achtergrond”. In het bevolkingsregister is in de kolom Godsdienst ‘Ned. Isr.’ veranderd in ‘geen’. Rachel Ricardo is nog begraven op de joodse begraafplaats van Gorkum. Voor zichzelf en zijn tweede niet-joodse vrouw Angenieta, met wie hij trouwde op 7 juni 1900, kocht hij een graf op de algemene begraafplaats.

Van der Dussen wordt ontslagen

Van der Dussen wordt ontslagen, omdat hij resoluut weigert de antI-joodse maatregelen van de Duitsers uit te voeren. Zijn ontslag wordt in kranten door heel Nederland gemeld, op de voorpagina, zoals op die van De Tijd van 29.9.1942.
Foto Delpher

Stationschef
Toen op 10 mei 1940 de Duitsers Nederland innamen, werd Van der Dussen om drie uur ‘s nachts uit zijn bed gebeld door de stationschef van Oldenzaal, bericht Niels Bakker. De nazi‘s waren de grens over, kreeg hij te horen. “Van der Dussen nam contact op met Den Haag en ging naar het gemeentehuis. Daar werd hem door Schagen van Leeuwen [directeur van de fabriek voor elektrische schakelkasten Hazemeijer Signaal] voorgesteld om naar Londen te vertrekken zolang het nog kon. Van der Dussen, een man van principes, weigerde. Hij bleef op zijn post, in de overtuiging dat hij op deze manier Hengelo het beste kon dienen.”
        Van der Dussen, niet behorend tot de NSB, werd een prototypische burgemeester in oorlogstijd. Hij kwam voor een dilemma te staan. Of hij legt zijn functie neer en geeft het bestuur geheel in Duitse handen, waarna hij dus geen enkele invloed meer heeft. Of hij blijft op zijn post en werkt enigszins mee met de bezetter. “Maar dan wel zolang dit verenigbaar was met zijn eigen maatstaven”, voegt Bakker toe. “Daarbij liet hij niet na telkens te laten blijken niets op te hebben met de praktijken en ideologie van de bezetter.”
        Van der Dussen koos voor aanblijven, en dat heeft hem “de nodige conflicten” met de Duitsers opgeleverd. Bakker wijst op het boek Hengelo in oorlogstijd (Jan-Pieter van Vree, 1985), dat wederwaardigheden bevat over de Tweede Wereldoorlog, voornamelijk opgetekend uit de mond van Van der Dussen. In die uitgave staan “talloze aanvaringen” met de Duitse autoriteiten en de NSB vermeld.
        In april 1942 zijn de Duitsers het blijkbaar beu. Van der Dussen wordt ontboden in Den Haag. In het gesprek komen zijn gedragingen aan de orde, en ook de anti-joodse maatregelen, die al een halfjaar van kracht zijn. Van der Dussen weigert zich iets van die maatregelen aan te trekken, laat staan ze uit te voeren. Zowel het NIOD als Bakker noemt als hoofdreden voor die volhardende houding dat zijn vrouw Josephine half-joods is.
        En dan is het afgelopen. Op 5 juni wordt Van der Dussen met een auto van huis gehaald en overgebracht naar het kamp Beekvliet in Sint-Michielsgestel. Op 29 september 1942 verschijnt in de gelijkgeschakelde kranten in het hele land één en hetzelfde bericht, steeds op de voorpagina: “Bij besluit van den commissaris-generaal voor bestuur en justitie is met ingang van 12 september j.l. aan mr. J.A.H.J. van der Dussen ontslag verleend als burgemeester van Hengelo”. Nederland zal het weten.
        De burgemeester van Almelo, mr. Mello Sichterman, nam het kort van Van der Dussen over, daarna de NSB.

kleinseminarie Beekvliet in Sint Michielsgestel

Deze twee illustraties tonen het kleinseminarie Beekvliet in Sint Michielsgestel.
Foto en tekening zijn afkomstig uit een gedenkboek dat in 1946 is gepubliceerd.
Van der Dussen zat volgens deze uitgave gevangen van 5 juni 1942 tot 22 december 1943.
Foto Gedenkboek


Van der Dussen wordt benoemd tot burgemeester van Dordrecht

Van der Dussen wordt benoemd tot burgemeester van Dordrecht, bericht bijvoorbeeld De Heerenveensche Koerier op 29.12.1950.
foto Delpher

Elite
In het kleinseminarie Beekvliet, als kamp geopend op 4 mei 1942, werden toonaangevende en leidinggevende Nederlanders opgesloten: politici, burgemeesters, hoogleraren, geestelijken, advocaten, schrijvers en musici – de elite. Het kampregime in deze gijzelaarsgemeenschap was licht. De Nederlandse en Duitse bewakers lieten de gijzelaars met rust, “zolang ze zich maar niet misdroegen”, meldt de internet-encyclopedie Wikipedia. De gevangenen hoefden geen arbeid te verrichten en kregen alle vrijheid. “Er bestond een druk bezet schema van cursussen, lezingen en discussiegroepjes”; door de gijzelaars gekscherend ‘de volksuniversiteit’ genoemd. Daarnaast waren er concerten, filmavonden en tennistoernooien. De gevangenen mochten bovendien bezoek ontvangen.
        Maar deze sociale weelde is schijn. In Beekvliet hing permanent een dodelijke dreiging. De Duitsers zouden, zeiden ze, zonder mankeren gijzelaars fusilleren bij onwelgevallige acties van het verzet. De gijzelaars konden elke dag verwachten dat het hun laatste was. De bezetter wilde met ‘Beekvliet’ het verzet onder druk zetten en er zijn ook gijzelaars als represaille geëxecuteerd.
        Bijvoorbeeld op 15 augustus, na een (mislukte) bomaanslag in Rotterdam op een trein van het Duitse leger. Als vergelding zijn vijf gijzelaars doodgeschoten, in de bossen bij Goirle. Op 16 oktober 1942 volgde nog een fusillade van vijftien gijzelaars, in een bos bij Woudenberg. Twaalf van hen kwamen uit kamp Amersfoort, drie uit Haaren en Beekvliet. Beekvliet, met andere woorden, was een beklemmend oord.
        Jan van der Dussen verbleef er van 5 juni 1942 tot 22 december 1943, achttien maanden al bij al. Deze data staan in het Gedenkboek Gijzelaarskamp ‘Beekvliet’, dat in juli 1946 verscheen. Van der Dussen kwam bij toeval vrij. Een lijst met vrij te laten gevangenen die de Sicherheitsdienst opstelde, meldt het NIOD, bevatte twee namen van mannen die al vrijgelaten waren. Een van de twee willekeurig aangewezen gevangenen die toen in hun plaats mochten gaan, is Van der Dussen.

kleinseminarie Beekvliet in Sint Michielsgestel

Twee foto’s van Jan van der Dussen, gemaakt in de tijd dat hij vastzat in Beekvliet,
een portretfoto en een foto van hem in zijn cel.
Foto’s Website WieisWieinOverijssel?


het echtpaar Van der Dussen gaat in de Bosboom Toussaintstraat wonen

Na eerst kort in het Dordtse Hotel Bellevue te hebben verbleven,
gaat het echtpaar Van der Dussen zo’n 4,5 maand in de
Bosboom Toussaintstraat wonen, op nummer 83 (nu: 109).
Foto Redactie Website

Van der Dussen en zijn echtgenote verhuizen naar de nieuwe ambtswoning aan de Singel 64

Op 12 februari 1952 kunnen Van der Dussen en zijn echtgenote verhuizen
naar de nieuwe ambtswoning, aan de Singel 64 (nu: 80).
Zij blijven er tot 15 juli 1965.
Foto Redactie Website

Binnenshuis
Hij duikt direct onder in het Twentse dorp Buurse. Bakker schrijft: “Vanuit zijn onderduikadres werkt hij tot aan de bevrijding samen met anderen aan plannen voor de wederopbouw van Hengelo.”
        Dit klopt niet volledig. Op de voorpagina van de krant Strijdend Nederland van 18 april 1945 staat een kadertje, met deze tekst: “De burgemeester van Hengelo (O.) maakt bekend, dat men ingaande heden vanaf het tijdstip een half uur na Zonsondergang tot een half uur vóór Zonsopgang binnenshuis moet blijven. Hengelo (O.), 17 april 1945. De burgemeester van Hengelo (O.) J.A.H.J. van der Dussen.” Hij was dus al voor de bevrijding weer in functie.
        Van der Dussen heeft de wederopbouw van het deels verwoeste Hengelo uitgediend. Hij beschouwde het “als een taak die hij moest uitvoeren”. Een burgemeesterschap van Amersfoort wees hij af, “zijn tijd in Hengelo zat er nog niet op”, aldus Bakker.
        [Volgens archiefmedewerker René van Dijk uit Gorkum is Van der Dussen ook in beeld geweest voor het burgemeesterschap van Utrecht. Hij licht toe, zich baserend op stukken uit het Nationaal Archief: “De commissaris der koningin, M.A. Reinalda, dacht aan Van der Dussen. Maar de minister van binnenlandse zaken, J.H. van Maarseveen, vond Van der Dussen ‘niet zo briljant’. Ook mr. L.R.J. ridder van Rappard, de burgemeester van Gorkum, was in de race en werd zelfs, door het kabinet, benoemd. Maar koningin Juliana weigerde te tekenen, dus werd het uiteindelijk jonkheer Constant Johan Adriaan (‘Coen’) de Ranitz.”]
        In 1951 durfde Van der Dussen Hengelo blijkbaar los te laten. Hij kon burgemeester worden van Dordrecht, een stad die grondige afbraak nodig had, sanering geheten, ook een vorm van wederopbouw. Hij nam het aanbod nu aan. Op 16 januari 1951 werd Van der Dussen benoemd. Hij zou, inmiddels sociaal-democraat geworden, aanblijven tot zijn pensionering. Zijn ontslag was op 1 juli 1965.

Drie foto’s uit de Dordtse jaren van burgemeester Van der Dussen

Drie foto’s uit de Dordtse jaren van burgemeester Van der Dussen. Op de eerste, gemaakt op 16.1.1951 wordt hij geïnstalleerd, in bijzijn van zijn vrouw.
Op de tweede (van 28.7.1951) knipt zijn mevrouw Van der Dussen, toegekeken door haar man, een lintje door. Met deze handeling opent zij de winkeletalagetentoonsteling D.A.W.E.T. op het terrein van de voormalige villa ‘Simpang’ aan de Stationsweg, hoek Burgemeester de Raadtsingel.
Op de derde (4.1.1960) staat het echtpaar Van der Dussen in het stadhuis gereed om mensen de hand te schudden; er is een nieuwjaarsreceptie gaande.
Foto’s RAD (nrs. 552_316125, 552_316146 en 552_319058)


Op 7 oktober 1989 overlijdt in Soest Josephine van der Dussen

Op 7 oktober 1989 overlijdt in Soest
Josephine van der Dussen (NRC, 12.10.1989).
Foto Delpher

Acht dagen later sterft ook haar man Jan van der Dussen

Acht dagen later sterft ook haar man Jan
(NRC, 20.10.1989).
Foto Delpher

Hotel
Aan het begin van zijn Dordtse tijd woonde hij aanvankelijk korte tijd in Hotel Bellevue aan de Boomstraat, vijf maanden, van 7 april tot 21 september 1951. Daarna dook hij met zijn vrouw tijdelijk op in Krispijn, in de Bosboom Toussaintstraat op nummer 83 (nu: 109). Hij ging er weg toen aan de Van Hoogstratensingel 64 (nu: 80) een nieuwe ambtswoning gereed was gekomen. Op 12 februari 1952 verhuisden de Van der Dussens daarheen; tot 15 juli 1965 zouden ze er blijven wonen.
        Na zijn pensionering verliet Van der Dussen Dordrecht voorgoed. Met zijn vrouw Josephine trok hij eerst naar Den Haag (Meer en Boslaan 115), later naar Soest.
        Tal van functies bekleedde hij nog, of ging hij bekleden. Zo was hij in 1969 bijzonder landsbemiddelaar in het conflict tussen de United Miners Union of Curaçao en de Mijnmaatschappij Curaçao. Ook is hij regeringscommissaris voor de omroep geweest, van 1966 tot 16 januari 1975. En onder veel meer was hij verder voorzitter van het Secretariaat Oud-Gijzelaars van Beekvliet en Haaren, van 1946 tot 1958. De stichting organiseerde herdenkingen en reünies.
        Josephine van der Dussen overleed op 7 oktober 1989, op 86-jarige leeftijd. Haar man en kinderen waren “verdoofd door verdriet”, stond in de overlijdensadvertentie. Slechts acht dagen later stierf ook Jan van der Dussen, 89 jaar oud. Zijn vrouw was Ridder in de Orde van Oranje Nassau, hijzelf had meer onderscheidingen gekregen: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Officier in de Orde van Oranje-Nassau, het Kruis van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis en meerdere buitenlandse onderscheidingen.
        Dordrecht benoemde hem bij zijn afscheid in juni 1965 tot ereburger van de stad. Hij ontving daartoe een gouden penning, met als inscriptie dat hij zich een “hoogstverdienstelijke burgemeester” had betoond.

***

Zesentwintig jaar later, in 2016, dook de naam van mr. J.A.H.J. van der Dussen op in het heden. Het NIOD deelde mee dat het de correspondentie had gekregen die Van der Dussen vrijwel dagelijks onderhield met zijn vrouw Jo Biegel, vanuit Beekvliet. De brieven bestrijken de periode tussen 6 juni 1942 en 19 december 1943. Het NIOD is verheugd over deze nieuwe, historisch belangwekkende aanwinst.
        In de correspondentie komen de kinderen “veelvuldig voor”. Maar Van der Dussen schrijft bijvoorbeeld op 1 oktober ook over zijn zwager Goos Mante, een voormalig onderzeebootcommandant die eveneens in Beekvliet was vastgezet. Mante, als Inspecteur van de Scheepvaart betrokken bij de verzetsgroep van de Delftse professor Jan Mekel, is op 25 september 1942 in Overveen gefusilleerd, samen met andere leden: bijna de hele groep was in juli 1941 na verraad gearresteerd. De executie is kennelijk doorgedrongen tot Beekvliet en greep Van der Dussen aan.
        Van de hele collectie brieven (zie: archieven.nl/nl) is een transcriptie beschikbaar.












< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'