NIEUWS

Dodenherdenking op Sumatraplein
is “voor joden zeer ongemakkelijk”

De joodse Dordtenaar en dichter Edjo Frank, oud-beleidsadviseur van de gemeente Dordrecht, heeft als eerste openlijk kritiek geuit op de 4 mei-dodenherdenking op het Sumatraplein in Dordrecht. Hij, maar ook andere joodse mensen, voelen zich “zeer ongemakkelijk” tijdens die herdenking, vooral door de aanwezigheid van het prominente, witte herdenkingskruis op die plek.

Huiskamer
Op 5 mei, Bevrijdingsdag, heeft Frank een theatrale presentatie verzorgd in Theater 450 aan de Voorstraat 450. Dit is het intieme huiskamertheatertje van oud-stadsdichteres Marieke van Leeuwen en haar partner Joop Mikx.
        Frank heeft op die dag tweemaal een voordracht van zo’n dertig minuten gehouden, voor de ongeveer vijftig deelnemers aan een binnenstadswandeling die was georganiseerd door Dordts Joods Overleg. Bij die gelegenheid uitte Frank zijn ongenoegen over de dodenherdenking. Frank heeft recht van spreken: zijn Rotterdamse familie van vaders- en moederszijde is tijdens de Tweede Wereldoorlog “vrijwel geheel weggevaagd in de vernietigingskampen van de nazi’s” – zie op deze website de rubriek Gedichten: het gedicht Scherven.
        Frank (Rotterdam, 19 maart 1949) begon zijn voordracht ermee dat Bevrijdingsdag al “voor het grootste deel van joods Nederland vooral géén feest is”. Als ‘bewijs’ las hij daartoe teksten, gedichten en samenvattingen voor uit de literatuur van joodse auteurs, samengebracht door professor dr. Yra van Dijk van de Universiteit Leiden en door Frank zelf. Vervolgens lichtte hij zijn bezwaren tegen de dodenherdenking op 4 mei in Dordrecht toe.

Sumatraplein

Bij het grote witte kruis op het Sumatraplein wordt al decennia achtereen de dodenherdenking gehouden. Volgens Edjo Frank voelen joden zich “uiterst ongemakkelijk” bij dit kruis.
Foto Redactie Website

Keppeltje
“Gisteren liep ik, zoals elk jaar”, zegt Frank, “als Joodse Dordtenaar, met op het hoofd een keppeltje, mee in de stille tocht vanaf het Oranjepark naar het Sumatraplein − waar ’s avonds om acht uur twee minuten stilte wordt gehouden. Het ceremonieel heeft een deels militaristisch karakter met mariniers, militairen, leden van het voormalig verzet en van het in uniformen getooide muziekkorps Jubal. Zoals elk jaar stond ook een kleine Dordts-joodse delegatie stil op het plein.”
        “Gaat dit ook over ons, vragen veel Joodse mensen zich altijd weer af?”, zo vervolgde Frank. “Wij staan erbij en velen van ons voelen ons zeer ongemakkelijk, zeg maar gerust desolaat. Ongemakkelijk zeker ook, wanneer wij worden uitgenodigd onze bloemen neer te leggen bij het grote, witte herdenkingskruis. Het kruis, het symbool, waar wij Joden ons ook uitermate ongemakkelijk bij voelen.”
        In een toelichtende e-mail aan de redactie van deze Stolpersteine-website wijst Frank er op dat ook elders in Nederland “al geruime tijd” een publiek debat plaatsheeft over hoe het verder moet met de nationale 4 mei-herdenking. “Velen hebben de mening dat de oorspronkelijke bedoeling inmiddels is verwaterd, doordat er allerlei andere zaken naast de Tweede Wereldoorlog worden meegenomen, zoals het herdenken van uiteenlopende oorlogsslachtoffers uit talrijke conflicten van na de Tweede Wereldoorlog, en dat de inhoud weer terug moet naar de kern. Een steeds luider deel van de Joodse gemeenschap in ons land voelt zich daarin echter helemaal niet thuis, ook niet in de oorspronkelijke kern.”

Andere opzet
Frank stelt een compleet nieuwe opzet van de dodenherdenking voor, een die volgens hem “voor alle gezindten aanvaardbaar” zou kunnen zijn: voortaan zou de herdenking gehouden kunnen worden bij het oorlogsmonument ‘De Levensboom’ van de Dordtse kunstenaar Hans Petri. Dit staat in Park Merwestein, nog geen honderd meter verderop. De stille tocht en de ceremonie bij dit monument zouden “vormgegeven” moeten worden in “nadrukkelijk overleg met en met inbreng van” vertegenwoordigers van de betrokken bevolkingsgroepen en organisaties.
        Ditzelfde zou in Franks ogen ook en “in gelijke mate” het geval moeten met de viering van Bevrijdingsdag, nog zo’n aangelegenheid die Frank mishaagt. Hij oppert dat het beter is het Centraal Comité Oranjedag te vervangen door “een breed samengesteld Dordt 4 en 5 mei-comité”, zoals al “gebruikelijk is in vele Nederlandse steden”. De gemeente Dordrecht zou zich in dat geval verantwoordelijk moeten stellen voor de financiering en een jaarlijks, gemeentelijk 4 en 5 mei-budget, compleet met beveiliging en ambtelijke ondersteuning.
        En voorafgaand aan 4 en 5 mei zou de gemeente activiteiten kunnen organiseren, zoals toegespitste projecten in het Dordtse onderwijs.

Het kunstwerk De Levensboom van Hans Petri in Park Merwestein

De dodenherdenking zou beter op zijn plaats zijn, vindt Edjo Frank, aan de overkant van het Sumatraplein,
in Park Merwestein, bij het kunstwerk ‘De Levensboom’ van Hans Petri.
Dit oorlogs- en bevrijdingsmonument is onthuld op 10 september 1952.
Foto Redactie Website

Bloedschuld
Aan Edjo Frank is tot slot, vooral ten behoeve van niet-wetenden, gevraagd om nog uit te leggen waarom precies het kruis bij joden gevoelens van ongemak oproept. Hij reageerde aldus:
        “Het kruis symboliseert de kruisiging van de (Joodse) Jezus van Nazareth op bevel van de Romeinse Pontius Pilatus. Het is een centraal thema in de christelijk religie en christelijke kerkvaders hebben vanaf dat moment in de Oudheid de Joden als schuldigen aangewezen. Het werd de bron van eeuwenlange Jodenhaat en antisemitisme, gevoed met name vanuit de christelijke kerken, met Maarten Luther als vaandeldrager. Vandaar het ongemak, wanneer vanuit Joodse hoek wordt verwacht aanwezig te zijn bij en deel te nemen aan de 4 Mei-herdenking bij het kruis − het symbool dat voor Joden onvermijdbaar verbonden is met de vermeende bloedschuld en de daaruit voortvloeiende Holocaust als straf van G’d."