Het voorbije joodse dordrecht

Een curieuze advertentie over
een onderduikfamilie in Dordt
* Steegoversloot huurders

advertentie in het Dordtsch Dagblad, waarin Gerardus Verbiest wilde beklemtonen dat de familie Baer bij hem bijna drie jaar ondergedoken heeft gezeten

Dit is de advertentie in het ‘Dordtsch Dagblad’,
waarin Gerardus Verbiest maar even wilde beklemtonen dat de familie Baer (Bear is een foutje)
bij hem bijna drie jaar ondergedoken heeft gezeten,
en bij de familie De Kok pas ná de bevrijding.
Van de drie leden van de familie Baer is via openbare websites overigens geen foto gevonden.
Foto Website Krantenbank Delpher

Op 2 juni 1945, een maand nadat Nederland was bevrijd van de Duitse bezetting, stond in het Dordtsch Dagblad een hoogst merkwaardige advertentie.
        Daarin deelde G. Verbiest, wonend op het adres Steegoversloot 38, dit mee: “G. VERBIEST geeft hiermede te kennen dat de fam. BEAR (Israëlieten) bij haar 2 jaar en 9 maanden ondergedoken is geweest en NIET bij Fam. De Kok, Paul Krugerstraat. Deze heeft hen wel op den ochtend van de bevrijding, toen alles veilig was, bij zich in huis genomen.” [Met het woord ‘haar’ lijkt Verbiest zichzelf te bedoelen, red.]
        Hoe moet deze advertentie worden begrepen? Als een rechtzetting van feiten? Als een sneer naar de familie De Kok? Als onmin tussen de beide families?
        Maar wie had er dan iets anders beweerd? Want zo te lezen reageert Verbiest op iets wat de ronde deed in Dordrecht. Of wilde G. Verbiest er ‘alleen maar’ publiekelijk even de aandacht op vestigen dat hij de familie Bear liefst bijna drie jaar lang veilig onderdak heeft geboden? En dat de familie De Kok zulks pas na de oorlog heeft gedaan − toen er van de nazi’s geen gevaar meer te duchten was?
        Wat was hier toch aan de hand? Ruzie over wie er werkelijk heldhaftig is geweest tijdens de bezettingsjaren?
        Hoe het ook allemaal zij, de advertentie roept nieuwsgierigheid op. Wie was die G. Verbiest en hoe is het de familie Bear na de bevrijding eigenlijk vergaan? En wie vormden de familie De Kok? In onderstaand verhaal wordt het uitgeplozen.

Joodse-Raadkaart van zoon Maurits Salomon

De Joodse-Raadkaart van zoon Maurits Salomon.
Hierop is genoteerd dat hij “thans” (na de oorlog)
is gaan wonen in de Paul Krugerstraat, op nummer 22.
De kaart meldt dat hij ongehuwd is en dat zijn vader
Siemon heet, geboren op 5.3.1890.
Foto Arolsen Archives

Naam
Eerst een naamscorrectie: de familie Bear heet niet zo, maar in werkelijkheid Baer.
        Dit gezin bestond uit vader Siemon Baer, moeder Marianna Glaser en Maurits Salomon, hun zoon en enig kind. Dat dit het juiste gezin is, bewijst de Joodse-Raadkaart van Maurits. Daarop staat te lezen (zie hiernaast), dat hij “thans” woont in Dordrecht, op nummer 22 van de Paul Krugerstraat. Ook wordt op deze kaart, in een bijna onleesbaar handschrift, zijn vader Siemon genoemd, plus diens geboortedatum: 5-3-90.
        Siemon is op die datum geboren in Doetinchem. Hij trouwde op 28 september 1921 in Rotterdam met Marianna Glaser, geboren in Nijmegen op 9 februari 1893. Hij was toen 31 jaar oud, zij 27. Iets meer dan een jaar later werd in hun woonplaats Rotterdam hun zoon Maurits Salomon geboren, op 7 oktober 1922. Dit kleine gezin, dat nadien niet meer is uitgebreid, woonde toentertijd in de Molenstraat, op nummer 31a.
        Vader Siemon was een koopman in manufacturen, zijn vrouw had geen beroep. Zoon Maurits werd uiteindelijk magazijnbediende en zou ongehuwd blijven.
        Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook de familie Baer onder in Dordrecht. Twee jaar en 9 maanden terugrekenend vanaf bevrijdingsdag 5 mei 1945, moet zij dus zo ongeveer in juni 1942 vanuit Rotterdam naar Dordrecht zijn gevlucht − waar zij welkom was bij de familie Verbiest. Deze woonde op nummer 38 van het Steegoversloot, in de binnenstad, tussen de toenmalige RK openbare leeszaal en bibliotheek en de arrondissementsrechtbank.

woonkaart van Steegoversloot 38 beneden

De woonkaart van Steegoversloot 38 beneden (later omgenummerd naar 36) laat zien dat Verbiest er heeft gewoond
van 27 december 1939 tot 22 juni 1959. Daarna verhuisde hij naar Hoefijzerstraat 3.
Ook van Verbiest is geen persoonsfoto gevonden.
Foto Archief Erica van Dooremalen

Steegoversloot 38 beneden

Op deze foto’s is het pand te zien, waarin Gerardus Verbiest woonde en waarin de familie Baer
tijdens de oorlog 2 jaar en 9 maanden succesvol ondergedoken heeft gezeten.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (nummer 554_33306)

Steegoversloot 38 beneden

Betonwerker
Wie nu vormden het gezin Verbiest, de onderduikgevers?
        G. Verbiest is Gerardus Verbiest, geboren in Bergen op Zoom op 20 april 1889. Hij had verschillende beroepen; hij was grondwerker, betonwerker en los arbeider. Op 18 december 1930 trouwde hij in Dordrecht met Lena Catharina Maria Koenders, afkomstig uit Amsterdam, waar zij op 17 februari 1887 is geboren.
        Voordat Gerardus op het Steegoversloot kwam te wonen, verbleef hij in 1919 in Hoensbroek en in Den Haag. Daarna toog hij naar Dordrecht: eerst inwonend op het adres Riedijk 32 (bij het gezin van Cornelis van Baal), daarna werd het Riedijk 36 (in 1922), vervolgens Prins Willem van Oranjehof 13 (in 1938) en Steegoversloot 38 beneden (dit is na de omnummering 36 geworden). Op nummer 38 boven (nu gewoon 38) woonden destijds huurders *.
        Na de oorlog, vanaf 1949, verhuisden de Verbiesten naar het Burgemeesterspoortje, nummer 1. Dit verdwenen hofje lag op de hoek van de Vest en liep evenwijdig aan de Heer Heijman Suijsstraat. Lena is volgens een advertentie in De Dordtenaar van 2 juni 1956 in Dordrecht overleden, op 69-jarige leeftijd. Haar echtgenoot Gerardus is in 1960 teruggegaan naar zijn geboorteplaats Bergen op Zoom. Van hem is vooralsnog geen overlijdensdatum gevonden.

Paul Krugerstraat

De Paul Krugerstraat, gefotografeerd in de richting van de Toulonselaan, in de jaren twintig.
Op nummer 22 woonde de familie De Kok, bij wie de familie Baer na de oorlog een tijd kon inwonen.
Foto RAD (nr. 552_701636)

overlijdensadvertentie voor Siemon Baer

De overlijdensadvertentie voor Siemon Baer, in het Nieuw Israëlitisch Weekblad
van 5 januari 1968.
Foto Delpher

Stoker
En de familie De Kok uit de Paul Krugerstraat die het gezin Baer na de oorlog in huis nam, hoe was die samengesteld?
        Cornelis Jacob de Kok was een autochtone Dordtenaar, in deze stad geboren op 25 februari 1887. Op 24 november 1914 huwde hij als 27-jarige met de 21-jarige stadgenote Margaretha Petronella van der Giessen (Dordrecht, 25 januari 1893). Het echtpaar kreeg twee kinderen, als eerste Pieter Adrianus de Kok op 13 februari 1915, als tweede Jacob Cornelis de Kok, op 22 juli 1916. Cornelis heeft zeker drie beroepen uitgeoefend: stoker, machinist en manufacturier.
        Hoe lang het gezin Baer bij de familie De Kok is kunnen verblijven, is niet bekend. In ieder geval staat vast dat de Baers er hebben ingewoond. Op de lijst die het Centraal Registratiebureau voor Joden in Eindhoven in 1945 na de bevrijding samenstelde, wordt het gezin Baer namelijk genoemd, met hun oude en nieuwe woonadres. Er staat correct dat het oude adres Molenstraat 31a was en dat hun nieuwe adres Paul Krugerstraat 22 is geworden, de woonplek dus van de familie De Kok.
        Margaretha, de vrouw van Cornelis, is op 9 januari 1955 in Dordrecht overleden, op 61-jarige leeftijd. Cornelis stierf op 23 januari 1962, inmiddels 74 jaar oud. Hij woonde op het laatst in de Brederodestraat, op nummer 8.
        Of de Baers in de naoorlogse tijd nog contact hebben gehad of gehouden met de familie De Kok is niet meer vast te stellen.

***

En de drie Baers zelf, de overlevenden van de Holocaust? Hoe verliepen hun naoorlogse levens?
        Vader Siemon Baer is uiteindelijk in Rotterdam overleden en 77 jaar oud geworden. Hij stierf op 23 december 1967. Zijn echtgenote Marianna werd tien jaar ouder. Zij overleed, ook in Rotterdam, op 27 november 1981, als 87-jarige. En zoon Maurits ging op 3 december 1988 heen, eveneens te Rotterdam. Hij stierf beduidend jonger dan zijn ouders, als 66-jarige.
        Maurits is overigens altijd ongehuwd gebleven. Dus met zijn dood eindigde de stamboom van de familie Baer.

overlijdensakte van Siemon Baer

De overlijdensakte van Siemon Baer, de vader van Maurits. Hij stierf in Rotterdam op 23 december 1967.
Foto Stadsarchief Rotterdam



Steegoversloot huurders

* Tot de huurders van Steegoversloot 38 behoorden de ouders van Dordtenaar Anthonius Goris (Anthon) Grootenboer (1948). Hij is ook degene die de redactie van deze Stolpersteinewebsite onlangs wees op de curieuze advertentie in het Dordtsch Dagblad van 2 juni 1945.
        Zijn ouders betrokken het pand van Gerardus Verbiest aan het Steegoversloot in 1947. “Verbiest”, licht Grootenboer toe, “woonde op de begane grond en was de eigenaar van het pand. De eerste en de tweede verdieping werden ieder afzonderlijk verhuurd. Mijn ouders trouwden in maart 1947 en konden van Verbiest vanaf de 20ste een van deze verdiepingen huren. Zij schreven zich in als ziekenfondspatiënt bij dokter Cohen schuin aan de overkant.
        “Kort daarna werd mijn moeder gevraagd om als dienstmeisje voor zes dagen per week bij dokter Cohen te komen werken. Na mijn geboorte op 29 oktober 1948 ging ik als baby elke dag met mijn moeder mee naar de overkant. Op 8 februari 1949 verhuisden we naar een groter huis aan de Noordendijk. Toen mijn moeder weer zwanger was, stopte ze met werken. Dat was maar goed ook, want bij de bevalling op 5 april 1950 bleek het om een tweeling te gaan.”
        Elders op deze website staat hier meer over, in verhaal 42. Daarin valt verder te lezen dat Grootenboer een pleegzoon van dokter Cohen is geworden.

Indruk
Zelf hield Grootenboer van de advertentie in het Dordtsch Dagblad de indruk over dat “de verhouding tussen Verbiest en de onderduikers in ieder geval tegen het einde van de oorlog niet goed was. Verder vraag ik mij af wat voor reden de familie de Kok had om de indruk te wekken dat de onderduikers bij hen zaten ondergedoken.”
        Die indruk heeft De Kok kennelijk ergens laten ontstaan, anders zou Verbiest niet per advertentie in het geweer zijn gekomen. Heeft De Kok iets gezegd in een gesprek of meegedeeld in een krant, een suggestie die in de inleiding is opgeworpen? Dit raadseltje zal vermoedelijk wel onopgelost blijven, er is sindsdien immers bijna tachtig jaar verstreken.
        Duidelijk is alleen dat Verbiest er aanleiding in zag om publiekelijk te kennen te geven dat hij en niemand anders de familie Verbiest bij hem heeft laten onderduiken.
        Anthon Grootenboer zelf was het “volkomen onbekend” dat er “in mijn geboortehuis” onderduikers hebben gezeten. De ontdekking verraste hem.






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'