Het voorbije joodse dordrecht

Dordtse Elisabeth Wijnbergen
had heus familie om zich heen

Elders op deze website staat zij bijna onderaan Lijst 2, bij de letter W: Elisabeth Judith Wijnbergen. Ze staat er opvallend allenig, zonder gezelschap van familieleden.
        Lijst 2 gaat over tientallen joden die in Dordrecht zijn geboren, maar in een andere gemeente in Nederland door de Duitsers zijn opgepakt. Elisabeth is zo iemand.
        De gegevens over haar zijn karig en kaal, ze beslaan niet meer dan twee regels. Je komt te weten dat ze in Auschwitz is omgebracht, voordien in Rotterdam woonde en dienstbode was. En dat haar moeder Henriëtte Haagens heette.
        Dat is alles. Niets over haar vader, over eventuele broers of zussen. Geen enkele karakteristiek, niets dat haar leven inkleurt. Het enige wat blijkt, is dat Elisabeth nog maar een jonge vrouw was toen de nazi’s haar op het station van Auschwitz naar de douches dirigeerden: 24.
        Maar wie was zij verder? Wie was haar vader, welke familieleden omringden haar nog meer? Wat voor betekenis heeft Dordrecht eigenlijk voor haar gehad?
        Een zoektocht is ondernomen, om over Elisabeth Judith Wijnbergen iets meer te kunnen vertellen dan die twee bescheiden regels. In onderstaand verhaal staat het resultaat.

Geboorteakte Elisabeth Judith

Elisabeth Judith, geboren in Dordrecht, was niet de eerste Elisabeth van wie haar moeder Henriëtte Haagens beviel.
Aan haar ging een Elisabeth vooraf die in Eindhoven werd geboren en al na acht maanden stierf,
op 19 februari 1917, zoals de overlijdensakte vermeldt.
Foto Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

Grafsteen Marcus Hartog Wijnbergen

Marcus Hartog (ook: Hertz) Wijnbergen is het enige gezinslid dat een graf heeft gekregen. Hij is in 1934 begraven op de joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam. Zijn vrouw en twee dochters zijn als stof verwaaid in Polen.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Halte
Achteraf gezien was Dordrecht welbeschouwd niet meer dan een stopplaats, een zoveelste halte in het leven van het echtpaar Wijnbergen.
        Hij, Marcus Hertz (ook wel: Hartog) Wijnbergen, werd geboren in Stratum, dat nu een wijk van Eindhoven is, op 1 maart 1887. Hij was een zoon, én het derde kind, van Salomon Wijnbergen (1840-1930) en Judith Klein (1846-1927). Zij, Henriëtte Haagens, werd in Rotterdam geboren, op 8 september 1878, als zesde kind van Kalman Haagens (1836-1895) en Elisabeth de Haaff (1840-1942). Zij was een stuk ouder dan banketbakker Marcus, met wie zij op 2 juni 1915 in haar woonplaats Rotterdam trouwde: 36 tegen 28 jaar.
        Het bruidspaar vestigde zich in Eindhoven en het was daar dat hun eerste kind ter wereld kwam, een jaar na het huwelijk: op 18 juni 1916. Maar de baby stierf al na acht maanden, op 19 februari 1917, om 15 uur. In het jaar daarop, op 12 april 1918, trok het echtpaar naar Dordrecht, naar de Voorstraat 262 boven (nu: 292). Henriëtte was toen opnieuw zwanger. Nog geen twee maanden na de verhuizing beviel ze van haar tweede kind: Elisabeth Judith, op 2 juni 1918.
        Elisabeth was nu een geboren Dordtse, maar van de stad zal ze weinig tot niets hebben meegekregen. Want acht maanden later, op 27 februari 1919, trokken haar ouders verder, naar Rotterdam nu, de geboortestad van moeder Henriëtte. Of Dordrecht beviel niet of ze waren alleen maar op doorreis – de reden blijft ongewis.

Dordtse gezinskaart familie Wijnbergen

De gezinskaart, voor- en achterzijde, uit de Dordtse tijd van de familie Wijnbergen. In Dordrecht werd de tweede Elisabeth geboren, op 2 juni 1918. Het gezin bleef maar acht maanden in de stad, van 12 april 1918 tot 27 februari 1919.
Foto’s Regionaal Archief Dordrecht

hoek Voorstraat en Visstraat

Hoogswaarschijnlijk toont deze foto de bakkerij van Marcus Wijnbergen op de hoek van de Voorstraat en de Visstraat.
De winkel heeft later plaats moeten maken voor het Astoria Theater.
Volgens het Dordtse archief is de foto gemaakt ergens tussen 1898 en 1902.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nr. 555_12656)

Inwonend
In Rotterdam betrokken Marcus en Henriëtte met hun baby een woning aan de Keizerstraat , op nummer 27. Daar lijkt het althans op, afgaande op de gezinskaart in het Dordtse archief. Maar uit de Rotterdamse gezinskaart valt op te maken dat vader, moeder en baby Elisabeth er slechts inwoonden: “inw” staat er, en merkwaardig genoeg staat er ook een andere datum van inschrijving: “4.3.1919.” Een ‘gat’ van enkele dagen.
        Hoe dat ook zij, de Wijnbergens verlieten de Keizerstraat later dat jaar, op 11 september, en vestigden zich daarna voor langere tijd in de Ammanstraat, op nummer 8b. Dit is vlakbij de Diergaardelaan en de Coolsingel. Pas bijna twintig jaar later, op 25 oktober 1938 zouden ze weer verhuizen – naar nummer 8a. Ze hechtten zich aan hun woonstraat, zoveel is duidelijk.
        Een jaar na hun aankomst in Rotterdam beviel Henriëtte van haar derde en laatste kind, op 2 juli 1920: Bella Paulina. Bella had kennelijk een zwakke gezondheid. Want op 27 april 1939 heeft zij, volgens de gezinskaart, als jonge vrouw van 19 een tijdje verbleven, in het zogenoemde Koloniehuis in Ter Heijde − tot 13 oktober 1939. Dit was een Israëlitische gezondheidskolonie, vooral bedoeld voor kinderen uit arme Rotterdamse gezinnen. Die konden daar aansterken. Maar misschien heeft Bella er alleen maar even gewerkt, en was zij juist niet verzwakt; dat is gissen.
        In het woonhuis van de familie Wijnbergen is op later datum nog iemand komen wonen, een zus van Henriëtte: Roosje Haagens (geboren 1 september 1876). Zij kwam er op 30 augustus 1928 bij.

Rotterdamse gezinskaart familie Wijnbergen

De Wijnbergens vertrokken naar Rotterdam, waar ze kort in de Keizerstraat inwoonden,
en daarna voor langere tijd naar de Ammanstraat verhuisden. En daar werd Bella Paulina geboren, op 2 juli 1920.
Foto’s Stadsarchief Rotterdam

Bankerbakker Marcus Wijnbergen  adverteerde met zijn patisserie Moderne

Bankerbakker Marcus Wijnbergen adverteerde regelmatig met lekkernijen uit zijn patisserie Moderne, zowel in het ‘Rotterdams Nieuwsblad’ (RN) als in het ‘Weekblad voor Israëlitische huisgezinnen’. Dit zijn enkele voorbeelden. Zijn winkel was in Rotterdam de enige die onder rabbinaal toezicht stond.
Foto’s Delpher

Op 12 januari 1934 overleed Marcus Wijnbergen

Op 12 januari 1934 overleed Marcus Wijnbergen, 46 jaar oud. Een familielid plaatste een overlijdensadvertentie in het ‘Eindhovensch Dagblad’ van de vijftiende.
Foto Delpher

Overheerlijk
Terwijl de dochters Elisabeth en Bella opgroeiden en er beiden voor kozen om dienstbode te worden, probeerde vader Marcus klanten naar zijn patisserie en lunchroom Moderne aan de Ammanstraat te lokken met allerlei gebak, taarten en andere lekkernijen. In vooral het Rotterdamsch Nieuwsblad (RN) adverteerde hij geregeld – met ontbijtkoek, “overheerlijke macronen”, “overheerlijke crême-wafels” en “fijne, onovertroffen boterkoek”.
        In verschillende advertenties benadrukte Marcus Wijnbergen bovendien dat zijn patisserie “de eenige banketbakkerij te Rotterdam” is, die “onder voortdurend rabbinaal toezicht” staat van dr. B. Bitter. Met andere woorden hij leverde óók kosjere waar.
        In 1934 stopte dit alles. Marcus Wijnbergen stierf, nog pas 46 jaar oud, op vrijdag 12 januari. Er werd maar één overlijdensadvertentie geplaatst, als “eenige kennisgeving”, in het Eindhovensch Dagblad van de 15de. Familielid B. Wijnbergen uit de Smitsstraat 5 in Eindhoven meldde “uit aller naam”, dat “vrijdag onze lieve broeder, zwager en oom” was overleden.
        Weduwe Henriëtte bleef in de Ammanstraat wonen. In het Rotterdams Nieuwsblad van 16 juni 1936 vroeg zij nog per direct om een dienstbode van 18 tot 20 jaar, die “vrijdags geheelen dag” kon komen werken. Drie jaar later wordt de weduwe weer genoemd, nu in een bericht over de uitspraak van de Rotterdamse rechtbank.
        De 27-jarige straatmaker H.T. was veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Op de avond van Eerste Kerstdag, toen de familie afwezig was, had T. zich met vervalste sleutels toegang verschaft “tot den winkel”. En daaruit had hij een geldkistje meegenomen met vijf biljetten van 100 gulden en uit de kassa nog eens een biljet van ƒ 100,--.
        Dit duidt erop dat de weduwe de bakkerswinkel na het overlijden van Marcus heeft voortgezet, mogelijk met een vervanger.

Artikel over diefstal en advertentie dienstbode

De weduwe, Henriëtte, zette de winkel voort. Dat blijkt uit dit bericht over de diefstal van biljetten van honderd gulden op de avond van Eerste Kerstdag, in 1938. Volgens het staatkundig gereformeerde dagblad ‘De Banier’ werd de inbreker veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. In 1936 zocht de weduwe een dienstbode voor de vrijdagen, blijkens een advertentie in het RN van 16 juni.
Foto’s Delpher

Duitse bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940: Ammanstraat

Deze foto toont de ravage in de omgeving van de Ammanstraat en de Kruiskade, na het verwoestende, Duitse bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940. Te zien zijn, volgens het Stadsarchief, de restanten van de gereformeerde Nieuwe Westerkerk en de inrichting voor doofstommen-onderwijs (de Amman-stichting). Links staan het Luxor-theater en de bioscoop en hotel Central.
Foto Stadsarchief (nr. 1987-326)

persoonskaart van Henriëtte, moeder van Bella en Elisabeth

De moeder van Bella en Elisabeth, Henriëtte, eindigde in Sobibor, acht maanden later. Zij woonde op een ander adres dan haar dochters, in de Schepenstraat in plaats van de Adrien Mildersstraat.
Foto Arolsen Archives

Bombardement
Zodra de oorlog uitbrak, verdween de patisserie.
        Het bombardement op Rotterdam, op 14 mei, vernietigde in een kwartier bijna de hele historische binnenstad, inclusief de Ammanstraat. Naar schatting kwamen volgens de digitale encyclopedie Wikipedia 650 tot 900 mensen om, en raakten 80.000 mensen dakloos. Dit gold niet voor het gezin Wijnbergen. Dat was al verhuisd, of verhuisde na de Duitse aanval, naar de Adrien Mildersstraat, naar nummer 29a. Dit nieuwe adres zou ook hun allerlaatste worden – althans voor Elisabeth en Bella.
        De persoonskaarten uit de cartotheek van de Joodsche Raad, digitaal in te zien in het Duitse Arolsen-archief van nazi-slachtoffers, getuigen van hun ondergang. Wonend in de Mildersstraat werden de dochters op een dag in 1942 gearresteerd, waarna zij op 4 augustus in Kamp Westerbork belandden. Beiden waren nog ongehuwd, beiden gaven op dienstmeisje te zijn. Op 7 augustus, drie dagen later al, gingen ze op transport, hun gasdood tegemoet.
        Normaal duurt een treinreis naar Poolse concentratiekampen zo’n drie dagen. Elisabeth en Bella zijn echter pas bijna acht weken later omgebracht, op 30 september. Wat daar de reden voor was, is niet bekend. Hebben zij in Auschwitz eerst nog moeten werken? Elisabeth was 24 toen ze stierf, Bella 22.
        Hun moeder Henriëtte is bijna zeven maanden later vermoord, in Sobibor, op 23 april 1943, zij werd 64. Op háár kaart staat een ander laatste adres: Schepenstraat 97. Henriëtte blijkt op 10 april 1943 in Westerbork te zijn opgesloten in barak 73, op 20 april begon voor haar die fatale treinreis.

persoonskaarten van Elisabeth uit de cartotheek van de Joodsche Raad

De persoonskaarten van Bella en Elisabeth uit de cartotheek van de Joodsche Raad. Ze belandden tegelijk in Kamp Westerbork op 4 augustus 1942 en gingen beiden op transport op 7 augustus. Op 30 september 1942 werden zij vermoord in Auschwitz. Het overlijden van de Dordtse Elisabeth is pas op 4 augustus 1950 geregisteerd in Rotterdam. Die vertraging is in tienduizenden gevallen voorgekomen; het was domweg meestal niet eerder bekend wie waar was omgebracht.
Foto Arolsen Archives en Stadsarchief Rotterdam

persoonskaart van Bella uit de cartotheek van de Joodsche Raad

Persoonskaart van Bella

Zussen
Haar zus Roosje, die bij haar was ingetrokken in de Ammanstraat, had enkele dagen eerder diezelfde ‘reis’ afgelegd.
        Roosje woonde al lang niet meer in Rotterdam. Zij ging in 1941 vanuit Den Haag naar het joodse rusthuis in Den Bosch, op het adres Achter het Stadhuis 10. Op 9 april 1943 belandde ze in barak 55 van Westerbork, op 13 april vertrok de goederentrein naar Sobibor, waar zij op de 16de om het leven werd gebracht, 66 jaar oud. Zij niet alleen overigens. Haar broer Joseph Nathan eindigde ook in Sobibor, haar zussen Catharina en Paulina in Auschwitz.
        Al deze mensen zijn als stof verwaaid. Ze hebben geen graf gekregen. Voor Roosje en nog zes andere bewoners van het rusthuis zijn op 7 mei 2021 Stolpersteine gelegd, als een soort vervangend grafmonument. Voor Henriëtte, Elisabeth en Bella Wijnbergen is dat nog niet gebeurd, blijkt uit het overzicht van geplaatste struikelstenen op de website van de stichting Loods 24 en Joods Kindermonument. Maar dat zal er zonder twijfel nog van komen.

Stolpersteine bij het joodse rusthuis in Den Bosch

Bij het joodse rusthuis in Den Bosch zijn voor zeven Stolpersteine aangebracht,
onder anderen voor Roosje Haagens, de zus van Henriëtte.
Foto Website ‘Genie.com’







< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'