Het voorbije joodse dordrecht

Elizabeth Monazt: alle kinderen
keerden bij hun moeder terug

nummer 114 van de Haagse Hooftskade

De donkergrijze deur rechts, bij de lantaarnpaal, is nummer 114
van de Haagse Hooftskade, gefotografeerd in juli 2017.
Hier woonde indertijd Elizabeth met haar vier volwassen kinderen.
Foto Google Streetview

Het is nogal ontroerend.
        Elizabeth Monatz, een geboren Dordtse jodin, kreeg samen met haar vroeg overleden man Jacob van Wageningen vier kinderen, drie meisjes en één jongen. Als kind woonden zij bij hun ouders, als jongvolwassenen zwierven ze natuurlijk uit. Maar het opmerkelijke is dat ze geen van allen trouwden of zelfstandig bleven wonen. De een na de ander trok naderhand in bij hun moeder en is bij moeder thuis gebleven, in haar Haagse woning aan de Hooftskade.
        Zelfs toen moeder Elizabeth in de oorlog door natuurlijke oorzaak was overleden, verlieten de kinderen, zestigers inmiddels, haar huis niet, totdat de Duitsers toegrepen. Drie van de vier kinderen zijn vervolgens tegelijk vermoord in Auschwitz, de vierde in Sobibor.
        De kinderen zullen ieder voor zich misschien wel een reden hebben gehad om terug te keren naar hun moeder, maar die reden kennen ‘we’ niet. Voor een buitenstaander die kennisneemt van het kale feit dat liefst vier kinderen decennia achtereen liever bij hun moeder bleven, tot aan haar laatste snik, is zoiets indrukwekkend, roerend zelfs.
        In dit verhaal: een blik in het leven van een hecht gezin, waarvan niets is overgebleven.

Torenstraatje, lopend in de richting van de Nieuwkerk

Het Torenstraatje, lopend in de richting van de Nieuwkerk, hier op een vroege foto uit de jaren twintig van de vorige eeuw.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nr. 552_701412)

Torenstraat 14

Nummer C355, is tegenwoordig nummer 14 van de Torenstraat,
op de foto links aan de achterzijde van de witte auto.
De foto, gemaakt in juni 2022, laat zien dat de bebouwing
volstrekt niet meer lijkt op die van de eervorige eeuw.
Foto Google Streetview







Roosje heeft slechts vijf maanden geleefd


Gehuil
Midden in de nacht van de 16de juni 1852, volgens de geboorteakte om “01.30 uur voormiddags”, klonk er babygehuil in het smalle Dordtse Torenstraatje. In de woning op toenmalig nummer C355 schonk Ester Foks het leven aan een dochter, Elizabeth. Het was het derde kind van wie Ester beviel. Ongetwijfeld zal ze vurig hebben gehoopt dat dit meisje het zou redden. Want eerdere zwangerschappen waren fataal afgelopen voor Ester.
        Ester, soms ook Hester genoemd, was een autochtone Dordtse, geboren op 1 augustus 1815. Op 17 januari 1849 had zij in Dordrecht haar ja-woord gegeven aan Joseph (of: Jozeph) Monatz, geboren in Gouda op 18 april 1819. Hij was schilder en glazenmaker van beroep. Al twee jaar voor het huwelijk had Ester op 30 juli 1847 een baby gebaard, die evenwel levenloos was. In de bevolkingsadministratie wordt geen vader genoemd. Was het Joseph geweest of juist niet?
        Bij het tweede kind dat Ester kreeg, Roosje in januari 1849, werd Joseph officieel als de vader genoteerd. Maar Roosje heeft niet lang mogen leven. Ze stierf na vijf maanden op 22 mei 1849. En om die reden zal moeder Ester bij de komst van Elizabeth in 1852 hebben gehoopt dat deze baby nu eens een langer leven beschoren zou zijn.
        Zes jaar later, op 30 maart 1858, kreeg Elizabeth gezelschap van een zus, Rosina. Dat was al niet meer in Dordrecht, maar in Maassluis. En met Rosina achtten vader en moeder Monatz hun gezin vermoedelijk voltooid.


< Roosje, het tweede kind van Joseph en Ester,
heeft slechts vijf maanden kunnen leven,
zij stierf op 22 mei 1849, aldus Een bericht
in de ‘Dordrechtsche Courant’ van 9.6.1949.
Foto Krantenbank RAD


geboorteakte van Elizabeth

De geboorteakte van Elizabeth. Zij verscheen op 16 juni 1858 om half twee “des voormiddags”,
op toenmalig nummer C 355 van het Torenstraatje.
Foto RAD

uittreksel van de geboorteakte van Elizabeth

Een uittreksel van de geboorteakte was nodig toen Elizabeth in 1873 in Schiedam
ging trouwen met Jacob van Wageningen.
Foto Archief Schiedam

Kleinkinderen
Een sprong voorwaarts in de tijd: Elizabeth trouwt op 9 oktober 1873 in haar woonplaats Schiedam met Jacob van Wageningen (Aalsmeer, 30 september 1840). Hij is een zoon van Arie van Wageningen en Henriëtta Leliveld, woont in Delft en is op dat ogenblik korporaal van de Nationale Militie.
        Op 6 juni 1874, acht maanden later, wordt het eerste van de vier kinderen geboren: Henriëtta (soms: Henriëtte). Daarna volgen, ook allen in Schiedam: Ester (3.3.1876), Roosje (3.10.1877) en Jacob (7.2.1879). Kort nadat de laatste baby was verschenen, stierf zijn vader Jacob, op 13 januari 1879, nog pas 38 jaar oud. De weduwe Elizabeth stond er nu met vier kinderen alleen voor.
        In de familie had zich drie jaar eerder al een sterfgeval voorgedaan: Joseph Monatz, Elizabeths vader, was op 5 augustus 1876 in Rotterdam overleden, 57 jaar oud. Hij heeft zijn eerste twee kleinkinderen dus nog kunnen meemaken. Zijn vrouw Ester heeft ze alle vier gekend. Zij stierf op 8 januari 1895, op 79-jarige leeftijd. Ester is begraven op de joodse begraafplaats aan de Dijkstraat in Rotterdam, net als Esther. Van haar man is op de website ‘Het Stenen Archief’ (nog) geen graf gevonden.
        Rosina, de zus en het enig overgebleven familielid van Elizabeth, was inmiddels ook een getrouwde vrouw. Zij had op 27 april 1887 in Schiedam Israël Olman gehuwd, afkomstig uit Losser (15.2.1857).

document dat moest worden overlegd voorafgaand aan het huwelijk van Elizabeth met Jacob

Nog een document dat moest worden overlegd voorafgaand aan het huwelijk van Elizabeth met Jacob.
Hij was korporaal van de Nationale Militie.
Foto Archief Schiedam

Familieberichten van Elizabeth

Boven: Op 3 maart 1876 krijgt Elizabeth haar tweede van de vier kinderen,
Ester, aldus ‘De Maasbode’ van 7.3.1876.

Onder: Joseph Monatz, de vader van Elizabeth, overlijdt in Rotterdam
op 5 augustus 1876, aldus een bericht in ‘De Maasbode’ van de 16de.
Foto's Delpher

Haar moeder Ester (ook: Esther en Hester) sterft op 8 januari 1895.
Zij is begraven op de joodse begraafplaats aan de Rotterdamse Dijkstraat.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Amsterdamse bevolkingsregister van Elizabeth

Deze twee pagina’s uit het Amsterdamse bevolkingsregister tonen dat Elizabeth op 9.6.1903 in Amsterdam is gaan wonen, en daarna naar Den Haag teruggingen, behalve Jacob, die eerst nog naar Zevenaar ging.

Vast adres
In de nieuwe eeuw trokken moeder Elizabeth, koopvrouw in manufacturen geworden, en haar kinderen rusteloos rond. Elizabeth zelf bijvoorbeeld, die Schiedam al had verruild voor Den Haag, ging op 13 juni 1903 naar Amsterdam, samen met Henriëtta en Jacob, om op 11 juli 1904 toch weer terug te keren naar Den Haag. En daar vestigde zij zich per 12 november 1904 op nummer 114 van de Hooftskade. Dit zou tot haar dood in 1941 haar vaste adres blijven.
        Gaandeweg gebeurde ook wat in de inleiding is gesignaleerd – dat al haar kinderen bij haar kwamen wonen, stuk voor stuk, zij het met tussenpozen van jaren. De Haagse gezinskaart vermeldt de details. Henriëtta en Jacob settelden zich op dezelfde dag als haar moeder op de Hooftskade. Jacob ging vervolgens weer weg, naar Zevenaar, om op 29 mei 1905 vanuit Amsterdam weer bij zijn moeder te arriveren.
        Ester, dienstbode geworden, trok van hot naar her. Het bevolkingsregister van Amsterdam heeft alle wisselingen bijgehouden. Deze komen er op neer dat zij vanaf 18.6.1900 heen en weer ging van Amsterdam naar Den Haag naar Amsterdam en weer naar Den Haag – naar de Hooftskade op 17 december 1910. En daar kwam op 5 april 1922 Elizabeths laatste kind aan, Roosje, vers uit Amsterdam.
        Alle telgen Van Wageningen waren nu weer bijeen en bleven dat. Ze bleven nu definitief bij hun moeder.

Haagse gezinskaart van Elizabeth

De Haagse gezinskaart van Elizabeth. Zij kwam op 12 november 1904 te wonen aan de Hooftskade 114 in Den Haag,
al haar kinderen zou haar daar uiteindelijk komen vergezellen.
Foto Gemeentearchief Den Haag

Rosina, Eliabeths zus, overlijdt op 17 april 1914, 56 jaar oud, aldus een bericht in ‘Het Vaderland’ van de 18de.
Foto Delpher

Rosina, Eliabeths zus, overlijdt op 17 april 1914



>
De echtgenoot van Rosina, Israël Oslam,
gaat heen op 23 september 1936 (79),
bericht de ‘Haagsche Courant’ op de 25ste.
Foto Delpher

echtgenoot van Rosina, Israël Oslam, <br>
gaat heen op 23 september 1936


Overlijden van Elizabeth wordt meegedeeld in de Vooruit

Haar overlijden wordt meegedeeld in de ‘Vooruit’
van de 27ste februari.
Foto Delpher

Inspecteur
Elizabeth had qua familie alleen nog haar kinderen. Haar zus Rosina was al heengegaan, in Den Haag op 17 april 1914, ze is 56 jaar oud geworden. Israël, Rosina’s man, is 79 kunnen worden, hij stierf in Den Haag op 23 september 1936. Hij was in eerste instantie koopman van beroep, later een inspecteur van levensverzekeringen.
        Had Elizabeth vier nakomelingen, Rosina baarde er zes. Dit zijn ze: Esther (6.2.1892), Aron (4.12.1893), Elisabeth (10.3.1895), Judith (4.9.1897), Marianne (4.11.1898) en Louis (13.3.1900). Schiedam was voor al deze kinderen de geboorteplaats. Op 30 juli 1907 verhuisde het complete gezin naar Den Haag, waar Rosina in 1914 zou overlijden.
        De Tweede Wereldoorlog maakte alles kapot. Moeder Elizabeth stierf nog een natuurlijke dood, door ouderdom. Zij was 88 toen zij op 25 februari 1941 ’s nachts om 02 uur haar laatste adem uitblies. Ook van haar is vooralsnog geen graf gevonden.
        Van een fatsoenlijk graf was helemaal geen sprake bij haar vier kinderen. Later in de oorlog, in 1943, werden zij op verschillende dagen opgepakt en zolang opgesloten in Kamp Westerbork. Henriëtta belandde op 13 mei 1943 in Westerbork, het transport naar een concentratiekamp vertrok op 18 mei. Voor Jacob, Ester en Roosje waren de data: 12.1.1943 en 18.1.1943.
        De datum waarop zij werden hingerichtet, was voor sigarenmaker Jacob, dienstbode Roosje en werkvrouw Ester dezelfde: 21 januari 1943. Zij zijn respectievelijk 63, 65 en 66 jaar oud geworden. Arbeidster Henriëtta is naar het uiterste oosten van Polen gedeporteerd, naar Sobibor, waar zij op 21 mei 1943 als 68-jarige ter dood werd gebracht – als letterlijk de allerlaatste van het gezin dat Elizabeth ooit zo welgemoed had gesticht met Jacob.

Persoonskaarten uit de cartotheek van de Joodsche Raad van de vier kinderen van Elizabeth

Persoonskaarten uit de cartotheek van de Joodsche Raad van de vier kinderen van Elizabeth.
Zij zijn allen vermoord door de Duitsers, drie in Auschwitz, Henriëtta in Sobibor.
Foto’s Arolsen Archives



 


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'