Het voorbije joodse dordrecht
Vader Elias Ephraïm Haagens
bleef als enige achter in Dordt
* Overzicht van de familie Haagens
* Monument in Middelharnis voor Goereese familieleden van Elias
Dit is een uitzonderlijke foto, want gemaakt in 1885. Daarmee is het mogelijk wel de oudste persoonsfoto op deze website. De foto is bij toeval ontdekt in de beeldbank van het Joods Historisch Museum (JHM) in Amsterdam. In het kader onderin wordt toegelicht bij welke gelegenheid de foto is gemaakt. De afbeelding toont Elias Haagens, zijn vrouw Engeltje Simons en hun eerste kind Cato. |
Ergens op de joodse begraafplaats aan de Nieuweweg in Dordrecht staat een eenzame grafsteen. “Hier rust E.E. Haagens, overl. 10 menachem 5564”, staat er in de joodse jaartelling. Daarmee wordt 31 juli 1904 bedoeld.
De initialen E.E. staan voor Elias Ephraïm, een man geboren in Dirksland en overleden in Dordrecht. Nergens op de begraafplaats is nog een andere Haagens bijgezet. E.E. ligt er in zijn eentje.
Toch is Elias getrouwd geweest, toch heeft hij vijf kinderen verwekt. Vier van hen kwamen ter wereld in het dorp op Goeree-Overflakkee dat ook zíjn geboortegrond was, Dirksland. Alleen de vijfde, Anna Elise, is een heuse, geboren Dordtenaar. En zijn vrouw, Engeltje Simons? Die heeft via het eiland en via Dordrecht een cirkelgang gemaakt: zij kwam van Den Haag en keerde er op het eind terug.
De familie Haagens komt niet voor op de lijsten elders op deze website van joden die in Dordrecht zijn geboren (Lijst 1), of die er tijdens de oorlog verbleven (Lijst 2). De verklaring daarvoor is een eenvoudige: zij waren slechts voorbijgangers, vergeten passanten.
Normaal gesproken zou Anna Elise op Lijst 1 moeten staan. Maar zij heeft de Holocaust overleefd – ternauwernood overigens: ze bevond zich al in Theresienstadt. En beide lijsten vermelden nu eenmaal alleen diegenen die hun leven hebben verloren ‘dankzij’ de nazi’s. Dat geldt niet voor Anna Elise; zij heeft 86 mogen worden.
Wie behoren tot de Haagens die op de Voorstraat een winkel hadden? Hoezeer heeft de jodenvervolging dít gezin getroffen? Een verhaal over een familie die bijna onontdekt was gebleven.
Een hoogst bijzondere foto, afkomstig uit de collectie van het Joods Historisch Museum (JHM) in Amsterdam, en gemaakt door een onbekende fotograaf in Den Haag. In de collectie bevinden zich drie foto’s van de familie Haagens: een foto van Cato (zie verderop), een groepsfoto met daarop moeder Engeltje en drie kinderen (zie kader) en deze foto. |
Het gezin Haagens is op 9 juli 1895 ingeschreven in het bevolkingsregister. Behalve zijn echtgenote en hun vier Goereese kinderen, kwamen in de loop der tijd dienstboden en een winkeljuf op de Voorstraat 230 wonen − personeel dat Nederlands Hervormd was. Onderaan staat Anna Elise, het kind dat in Dordrecht is geboren. |
Op deze foto, volgens het Dordtse archief gemaakt in de jaren tien van de vorige eeuw, is in het midden magazijn ‘De Zon’ te zien. Dit is de opvolger van de kantoorboekhandel die Elias Haagens op exact deze locatie begon na zijn aankomst in Dordrecht in 1895. Haagens verkocht het pand met de brede gevel aan Bernard Heinrich Brunklaus, de eigenaar van ‘De Zon’. Brunklaus liet het interieur nogal verbouwen; aan de voorgevel is mogelijk niets veranderd. Volgens bezoekers van de website van het Dordtse archief was ‘De Zon’ een filiaal van V&D, dat verderop stond, en Brunklaus dus filiaalchef. |
Band
Net als het voorgaande artikel op deze site, verhaal 258, is het Jan Both geweest, de plaatsvervangend gemeentearchivaris van Goeree-Overflakkee, die de redactie van deze website, op het spoor heeft gezet. Alle archiefmateriaal ordenend en op een rij zettend voor een aankomend boek over de joodse families op dat eiland, beschreef hij in een pdf alvast de eerste bevindingen over de familie Haagens. En zo kon worden achterhaald dat er een band met Dordrecht bestaat.
Both duidt eerst de maatschappelijke, eilandelijke context van de dynastie Haagens, voordat hij inzoomt op één van de gezinnen die eruit voortgesproten zijn, dat van Elias Ephraïm. Afstammelingen, zet hij uiteen, hebben zich vooral over het oostelijk deel van het eiland verspreid: Oude-Tonge, Dirksland, Sommelsdijk en Middelharnis.
“De familie Haagens kan gerekend worden tot een van de kernfamilies van het eiland. Het is ook een zeer uitgebreide familie met verschillende takken op het eiland. Ze strijken in het eerste kwart van de 19de eeuw in Oude-Tonge neer en zwermen vervolgens uit over het midden van het eiland. De familie Haagens is door huwelijken gelieerd aan een groot aantal families, namelijk Van Os, De Haas, Hartogs, Cohensius, Cohen, Van Leeuwen en Rood. Het is een geslacht van kooplieden en winkeliers in manufacturen. Zij behoren tot de meer vooraanstaande joodse families.”
Elias is zo’n winkelier. Geboren in Dirksland op 3 mei 1860, als zoon van lederhandelaar David Haagens en Grietje Hartogs, trouwt hij op 31 oktober 1883 in Den Haag als 23-jarige met de iets oudere, want 25-jarige Engeltje Simons (Den Haag, 21 maart 1858), dochter van winkelier Moses Simons en Kaatje de Sterke. Engeltje gaat na de bruiloft met haar geliefde, zoals te doen gebruikelijk was, naar Goeree-Overflakkee, naar zijn geboorteplaats Dirksland.
Daar baart zij vier kinderen, achtereenvolgens: Cato (29.7.1884), David (3.5.1886), Maurits (7.9.1887) en Margot (14.12.1891).
Bij noodweer boven Dordrecht op 3 juli 1899 liep volgens de ‘Dordrechtsche Courant’ (DC) de boek- en papierhandel van Elias “verschrikkelijke” schade op. Hij bedankte de volgende dag degenen die hem hadden geholpen (DC, 4.7.1899). Op de 7de juli hield hij een opruiming van beschadigde goederen (DC, 7.7.1899). Aan het eind van het jaar kon men alweer in het magazijn terecht voor Sinterklaas-nouveautés. |
Elias Haagens heeft talrijke keren geadverteerd in de plaatselijke courant. Twee voorbeelden. Op 4 februari 1902 laat hij weten dat bij hem in de zaak een ‘snel-vermenigvuldiger’ voor schrift en tekeningen verkrijgbaar is. Op 1 september plaatst hij meerdere kleine annonces met het oog op het nieuwe schooljaar. |
Dordrecht
Al na twaalf jaar verlaat het gezin het eiland, om zich per 3 juli 1895 te vestigen in Dordrecht. Omdat Elias ook daar weer een winkel gaat exploiteren, mag verondersteld worden dat hij in Dordrecht betere koopmansmogelijkheden zag dan in het piepkleine Dirksland.
Op de Voorstraat, Dordrechts ellenlange winkelstraat bij uitstek, koopt hij van Hendrik Buijtink kadastraal perceel H 1972, omvattende een huis, een werkplaats en een erf. Dit perceelnummer staat voor Voorstraat 230 (oude huisnummering). Elias begon er een soort kantoorboekhandel, door hemzelf en klanten een magazijn genoemd. Talrijk zijn de advertenties die hij met regelmaat jarenlang plaatste in de Dordrechtsche Courant om klandizie te trekken; zijn nering floreerde kennelijk. Hij beschikte bijvoorbeeld al over een telefoon, nummer 302.
In 1899 barst er noodweer los boven Dordrecht. Dat takelt volgens de Dordrechtsche Courant (DC) van 3 juli “het bekende magazijn van den heer E.E. Haagens op een verschrikkelijke wijze toe”. Het verslag staat hiernaast. Het magazijn is “in die mate ontredderd” dat Haagens zich genoodzaakt ziet de zaak voor “eenige dagen” te sluiten. Op 7 juli bedankt Haagens in een advertentie degenen die hem op de ongeluksdag “welwillend behulpzaam” zijn geweest, diezelfde dag meldt hij in de DC óók dat er “heden” een opruiming is van “alle door water beschadigde goederen, waaronder een groote partij doozen postpapier”.
Later dat jaar, op 16 november vraagt hij in de krant aandacht voor het aanstaande Sint Nicolaasfeest. “Evenals vorige jaren is mijn magazijn ruim voorzien van verschillende nouveautés”, laat hij weten, zich “beleefd aanbevelend voor een bezoek”. In de DC van 1 september 1902 plaatst Elias Haagens liefst zeven kleine advertenties tegelijk in een blok. Ze geven een goede indruk van wat hij bijvoorbeeld alleen scholieren al te bieden heeft: schoolpotloden, teekencahiers, schoolagenda’s, boekenriemen, boekendragers, schooltasschen, collegemappen, teekenborden en passerdozen.
Ook in 1902, op 4 februari, adverteert Elias met de ‘Optimus’, een nieuwste uitvinding. Dit apparaat, een “snel-vermenigvuldiger voor schrift zowel als voor teekeningen”, is bij hem in de winkel verkrijgbaar.
Engeltje Simons beviel op 2 oktober 1900 thuis op de Voorstraat van Anna Elise, om 2 uur in de ochtend. Haar naam werd in de geboorteakte genoteerd als Etty Simons, wat bij gerechtelijke beschikking in juli 1903 moest worden gerectificeerd. |
Anna’s geboorte werd op 5 oktober 1900 bekendgemaakt via de ‘Dordrechtsche Courant’. |
Foutje
Zijn gezin is ondertussen uitgebreid, met Anna Elise. Zij verscheen op 2 oktober 1900, ’s ochtends vroeg om twee uur. De ambtenaar van de burgerlijke stand noemde moeder Engeltje per abuis ‘Etty’. Bij beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Dordrecht is op “den tienden juli 1903” in de geboorteakte “verbetering bevolen”: in Engeltje. Drie jaar later dus. 1903 is in ander opzicht ook opmerkelijk: Engeltje verlaat Elias. Officieel wordt de echtscheiding op 22 september 1903 door de rechtbank uitgesproken.
Twee weken later, op 7 oktober 1903, vertrekt Engeltje uit Dordrecht. Ze gaat naar Hilversum, samen trouwens met haar dochter Margot.
Andere kinderen keren Dordrecht ook de rug toe. Cato, de eerstgeborene, is iets eerder al, op 25 april 1903, naar Amsterdam vertrokken. Maurits gaat in het jaar daarop, per 6 april 1904, naar Leeuwarden.
Drie maanden later overlijdt Elias, op 30 juli 1904. Hij is 44 jaar oud geworden. Hij wordt begraven op de joodse begraafplaats aan de Nieuweweg. Waarom hij daar eenzaam en alleen is komen te liggen, is nu te begrijpen: hij was gescheiden, en de kinderen waren weggetrokken.
Negen jaar nadat hij zich in Dordrecht had gevestigd, overleed Elias, op 30 juli 1904, 44 jaar oud. Hij was in het jaar ervoor gescheiden, zijn vrouw Engeltje Simons staat dan ook niet in de overlijdensadvertentie (DC 2.8.1904). Elias werd begraven op de joodse begraafplaats in Dordrecht. |
Schuldeisers
Financieel had hij zijn zaak blijkbaar niet netjes achter kunnen laten. In de Dordrechtsche Courant van 3 april 1905 werden “bekende en onbekende schuldeischers” opgeroepen zich op vrijdag 14 april te melden bij notaris W.H. van Bilderbeek op het adres Groenmarkt 8. De nalatenschap ging verdeeld worden; daarbij moest rekening worden gehouden met uitstaande vorderingen.
Elias’ onderneming werd rap onttakeld, en verplaatst. In de DC van 5 januari 1905 stond dat de “zaak v/h E.E. Haagens” verhuist naar de nabijgelegen Visstraat 13-15. Het winkelpand mag met “minstens 30% korting” van de hand, alles uit de etalage met 20% korting (zoals spellen, lijsten, messen, schaartjes, inktstellen, ansichtkaarten en portretalbums) en op alle andere artikelen wordt 10% korting geven. Alles moet kennelijk weg.
Visstraat 13-15 is het adres van de boek- en kunsthandel Morks & Geuze. Aan het eind van 1905, op 4 december, worden Morks & Geuze nog steeds overgebleven artikelen van de firma Haagens te koop aangeboden, met 25% korting.
Wat gebeurde er in werkelijkheid met Elias’ winkelpand? Uit kadastrale archieven valt op te maken dat het betrokken perceel H 1972 wordt verkocht aan koopman Bernard Heinricht Brunklaus, die op dezelfde plek warenhuis ‘De Zon’ opent. In navolgende jaren wordt er verbouwd (1907 en 1916) en bijgebouwd (1910 en 1917). Volgens archiefonderzoekster Van Dooremalen komen alle veranderingen hier op neer: perceel H 1972 wordt onderdeel van perceel H 4149, oftewel van: Voorstraat 266-268.
Nadat Elias in 1904 was overleden, werd zijn voormalige zaak verplaatst naar de Visstraat 13-15 (Morks & Geuze) en werden zijn pand en koopwaar met kortingen te koop aangeboden (DC 5.1.1905). Begin april riep notaris Van Bilderbeek schuldeisers op zich bij hem te melden (DC 3.4.1905). Morks & Geuze ruimt (nogmaals) de overgebleven spullen van de voormalige firma Haagens op, met 25% korting (DC 4.12.1905). |
Maurits Haagens is de enige Haagens die nog even terugkeert naar Dordrecht, in augustus 1922 (DC 4.8.1922). Van Maurits, kok van beroep, wordt gemeld dat hij Nederlands Hervormd is. Dit is een zetfout, want volgens de persoonskaart in het Dordtse archief is hij nog onverminderd Nederlands Israëlitisch. Hij verliet Dordrecht alweer in november. |
Even terug
Zo’n acht tot negen jaar hebben de kinderen Haagens in Dordrecht gewoond. Toch is met de dood van Elias het hoofdstuk Dordrecht niet helemaal afgesloten. Op 11 juli 1922 komt Maurits, kok geworden, vanuit Zwolle even terug in zijn voormalige woonplaats. Hij gaat wonen aan de Groenmarkt, op nummer 47, zij het kort: op 8 november dat jaar trekt hij alweer verder, nu naar Den Haag, naar de Rijswijkscheweg 454. Dordrecht was een tussenstationnetje voor hem geworden.
Maar ook Den Haag is geen blijver. Op 12 mei 1925 trouwt hij in Zwolle met de eveneens joodse Cornelia Grada Simons (Rotterdam, 3.8.1884). Hij is blijkbaar even terug gaan wonen in Zwolle. Nog diezelfde dag vestigt hij zich in Rotterdam, in de Weste Wagenstraat op nummer 86. Hij laat zich nu registreren als winkelier in comestibles. Drie dagen later, op 15 mei, voegt zijn vrouw zich bij hem, zij is afkomstig uit Amsterdam, volgens de gezinskaart.
Begin 1926 sterft moeder Engeltje, als gescheiden vrouw, op 2 februari 1926, op 67-jarige leeftijd. Zij is terug waar ze als baby begonnen is, in haar Den Haag.
Cato Haagens in het bevolkingsregister Amsterdam |
Dit is Cato, op een zeldzame portretfoto van een lid van de familie Haagens. De foto is gemaakt circa 1904 door André Scheurs te ’s-Hertogenbosch. Cato is de eerstgeborene van de kinderen Haagens, verpleegster en ongetrouwd gebleven. Op 9.11.1907 vestigde zij zich in Den Haag aan het Stationsplein, komend uit Amsterdam, zoals blijkt uit de persoonskaart voor- en achterzijde. |
Oorlog
Een stap voorwaarts in de geschiedenis, naar de Tweede Wereldoorlog.
Alle vijf kinderen Haagens zijn nog in leven, sommigen ook getrouwd. Dordrecht is voor hen definitief uit het zicht. Wat is er rondom hen gebeurd?
Eersteling Cato woont intussen in Den Haag. Zij is verpleegster, ongetrouwd en verhuisde op 9 november 1907 van Amsterdam naar de Hofstad, waar zij op het Stationsplein 49 begon, haar eerste adres in een reeks, gevolgd door Rijswijkscheweg 454. Op haar Haagse kaart staat achter dit adres dit: “(de moeder)”. Wie vervolgens de kaart van Engeltje oproept, ziet dat vier van haar kinderen op enig moment op deze adressen zijn komen wonen. Ze hebben hun moeder niet in de steek willen laten.
Cato overlijdt in Den Haag op 9 december 1957, 73 jaar oud, om 07.45 uur, zo blijkt uit de overlijdensakte. |
Cato woonde in Den Haag op het laatst in de Aart van der Goesstraat 44, en daar begon haar noodlot. Haar persoonskaart in het archief van de Joodsche Raad vermeldt dat zij op de zogenoemde Lijst-Frederiks terecht was gekomen. Daarop stonden uiteindelijk zo’n 670 joodse Nederlanders, die zoveel betekenis hadden voor Nederland of Duitsland, dat zij niet gedeporteerd mochten worden. De lijst was opgesteld door mr. dr. K.J. Frederiks, secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken.
De ‘uitverkorenen’ werden vanaf eind 1942 geïnterneerd in Barneveld. Dit overkwam ook Cato. Op de kaart staan de stadia die zij heeft doorlopen. Op 28 januari 1943 werd haar plaats op de lijst bevestigd. Op 16 februari schijnt ze naar Barneveld te zijn vervoerd, maar er staat ook “ontslagen”. Is ze uit Barneveld afgevoerd of van de lijst?
Cato is trouwens niet gevrijwaard gebleven van deportatie. Op 24 mei 1944 ging zij naar “Wbk”, kamp Westerbork. En uit weer een andere kaart blijkt dat zij ‘gewoon’ naar Theresienstadt is getransporteerd, naar het concentratiekamp in die Tsjechische stad.
Maar Cato heeft de oorlogsverschrikking overleefd. Ze kon na de oorlog terugkeren naar Nederland en is blijven leven tot 9 december 1957. Ze overleed in Den Haag op 73-jarige leeftijd.
Ook Cato’s zussen Anna Elise en Margot zijn in Theresienstadt terechtgekomen. |
Twee kaarten van Toos Wijler, een dochter van Margot, uit het Arolsen-archief: ook zij is in Theresienstadt opgesloten geweest, samen met twee zussen, Annie en Marta. |
Kaarten van Annie Wijler, een van de kinderen van Margot: ook naar Theresienstadt. |
Margot, wonend in Noordwijk, sterft op 22 februari 1967 (75) en wordt begraven op de joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam. Anna Elise overlijdt in Den Haag, op 25 augustus 1987 (86). |
Overleefd
Twee zussen van Cato zaten eveens in Theresienstadt: Margot, en de Dordtse Anna Elise. Ook hun kaarten werden aangetroffen in het Arolson-archief.
Anna Elise is net als Cato ongetrouwd gebleven, en 86 geworden. Ook zij stierf in Den Haag.
Margot was op 6 september 1921 in Den Haag getrouwd met de makelaar in granen Johan Wijler (Lochem, 15.5.1894), zij was al 29, hij pas 21. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, die allen de oorlog hebben overleefd (zie het familie-overzicht). Johan overleed in kamp Westerbork, op 2 maart 1944. Hij is op 6 maart gecremeerd. Hierna is Margot in Theresienstadt beland, samen met haar drie van haar kinderen Martha (1931), Toos (‘Trees’; 1929) en Annie (1935). Ze overleefden allen. Margot stierf in Noordwijk op 22 februari 1967, als 75-jarige. De urn van haar man is naast haar begraven, op de joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam.
Twee kinderen Haagens zijn tot nog toe ongenoemd gebleven. De ene is David, die op 4 oktober 1917 trouwde met Ella Belinfante (Amsterdam, 30.4.1884). Zij kregen twee kinderen, Betsie (Tilburg, 25.5.1920) en Eduard Ernst (Bussum, 31.5.1922). Dit gezin, wonend aan de Torenlaan 4 in Bussum, is compleet vermoord, op 28 mei 1943 in Sobibor, respectievelijk 57, 59, 23 en 20 jaar oud.
In dat Poolse Sobibor heeft David misschien nog zijn broer Maurits gezien. Of wellicht zaten ze in dezelfde goederentrein. Hoe dat ook zij, Maurits is samen met zijn vrouw Cornelia Grada Simons eveneens op die 28ste mei om het leven gebracht, hij 55 jaar oud, zij 58. Het echtpaar had de Essenburgstraat 14 in Rotterdam als laatste woonadres, en was kinderloos gebleven.
David Haagens en zijn echtgenote Ella Belinfante zijn samen met hun kinderen Betsie en Eduard Ernst op 25 mei 1943 op transport gezet naar Sobibor, waar ze tegelijk op 28 mei zijn vergast. |
Maurits − de Haagens die krap vier maanden terugkeerde in Dordrecht en er zolang woonde aan de Groenmarkt − is op diezelfde 28ste mei 1943, net als zijn broer David, omgebracht in Sobibor, samen met zijn vrouw Cornelia Grada Simons. |
***
Het zal puur toeval zijn – dat het de drie dochters Haagens waren die na de bevrijding nog leefden en dat ze alle drie in Theresienstadt hadden vastgezeten. Ze konden nu ieder hun leven voortzetten. Maar zonder de omringende gezinsleden. De Goerees-Dordtse familie Haagens was onherstelbaar kapot, verloren gegaan.
(Met medewerking van Erica van Dooremalen)
Het is heuglijk nieuws: 1300 ex-gevangenen, onder wie 850 Nederlandsche onderdanen, zijn vrijgelaten uit Theresienstadt, bericht ‘De Waarheid’ op 15 mei 1945. Op 26 juni meldt ‘Het Vrije Volk’ dat met dertig Dakota’s de laatste Nederlanders joden uit Theresienstadt in Eindhoven zijn gearriveerd. Onder de vrijgelatenen bevonden zich ook de zussen Cato, Margot en Anna Elise Haagens, zij hebben de oorlog weten te overleven. Foto’s Delpher |
|
|
|
In de krant ‘De Nieuwe Amsterdammer’ van 15.7.1945 is een lijst met de namen van de honderden vrijgelatenen van Theresienstadt gepubliceerd. Op pagina 3 staan de namen van de drie zussen Wijler (Trees, Annie en Martha) en die van hun moeder Margot. |
Monument in Middelharnis voor In de Tweede Wereldoorlog zijn meerdere leden van het geslacht Haagens, zeven in totaal, vermoord. Het waren kinderen, schoondochters en een kleinkind van Benjamin Haagens, die een neef was van de hoofdpersoon in bovenstaand verhaal, Elias Ephraïm Haagens.
Weggevoerd Boek
Nog twee
Notulenboek Twintig
Onbekend Nekslag |
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'