Het voorbije joodse dordrecht

Mozes van Dam was Dordrechts
oudste Holocaustslachtoffer: 95

Mozes van Dam

Mozes van Dam op zichtbaar hoge leeftijd.
De foto is afkomstig van de website ‘Westerborkportretten’.
Foto Kamp Westerbork

Grafsteen Mozes van Dam

Mozes is overleden in Westerbork en tijdelijk begraven op de joodse begraafplaats in Assen. Later is hij opgegraven en herbegraven op de joodse begraafplaats in Rotterdam. Op zijn grafsteen staat: ‘Gevallen voor het vaderland’. Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Mozes van Dam heeft de twijfelachtige eer het oudste Dordtse Holocaustslachtoffer te zijn. Vijfennegentig was hij toen hij bezweek.
        Maar rond zijn overlijden is nog iets opvallends gebeurd. Mozes van Dam is niet in een vernietigingskamp omgebracht, maar is op weg ernaartoe gestorven, in het Drentse doorgangskamp Westerbork. En in dit kamp is het zijn eigen dochter geweest, de verpleegster Esther uit Rotterdam, die haar vaders dood de volgende dag heeft gemeld bij de ‘Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Westerbork’. Zij vertelde deze functionaris dat Mozes van Dam op 3 december 1942, “des namiddags te acht en half uur” is gestorven, aldus de overlijdensakte − die Esther mede ondertekende.
        Haar aanwezigheid is minder eigenaardig dan het lijkt. Esther van Dam was namelijk samen met haar vader op 10 oktober 1942 in Westerbork aangekomen, zij was in zijn nabijheid. En zij niet alleen trouwens: ook haar zus Saartje bevond zich in dit naargeestige oord, evenals Rudolf Maurits, Saartje’s zoon. Zij waren los van elkaar in de barakken gezet, waar ze wachtten op een onheilspellend transport.
        Vader Mozes is op 8 december 1942 begraven op de joodse begraafplaats in Assen, maar naderhand herbegraven op de joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam, zijn woonplaats. Op zijn steen staat ‘Gevallen voor het vaderland’.
        En Esther? Zij is gedeporteerd naar Theresienstadt in Tsjechië, overigens pas op 4 september 1944. Met andere woorden: ze heeft bijna twee jaar in beknellende onzekerheid door moeten brengen in Westerbork, waarvandaan elke dinsdag volgestouwde treinen vertrokken richting de vernietigingskampen. Maar misschien heeft dit late transport haar wel gered, want Esther heeft de Holocaust overleefd. Ze is ‘pas’ in 1950 overleden.
        Ook Saartje en haar zoon Rudolf hebben het noodlot weten af te wenden. Zij is blijven leven tot in 1981, Rudolf tot in 2019. Hij is zelfs ouder geworden dan zijn opa Mozes destijds: 98 tegen 95.
        Mozes van Dam mag dan Dordrechts oudste joodse oorlogsslachtoffer zijn, wie was hij verder? Wat was zijn beroep, welke kinderen hadden zijn echtgenote Rosetta van Ploeg ook nog voortgebracht? En wat is er met hen gebeurd? Daarover gaat dit reconstruerend artikel.

geboorteakte van Mozes

De geboorteakte van Mozes. Hij kwam ter wereld op 13 januari 1847 om half negen in de ochtend.
Foto Regionaal Archief Dordrecht

Hoek Voorstraat Tolbrugstraat waar Mozes op 13 januari 1847 is geboren

En zo oogt het (witte) hoekpand anno 2022.
Er is een winkel voor tweedehands en
vintagekleding in gevestigd.
Foto Redactie Website

Hoekpand
Het begon allemaal in de eervorige eeuw al. Op 13 januari 1847 liep Izaak Abraham van Dam (Dordrecht, 1797) naar het stadhuis aan de Groenmarkt, om daar de ambtenaar van de burgerlijke stand, tevens wethouder, te vertellen dat “Zijne huisvrouw Jansje Philip Soesman” (Heenvliet, 1803) op de elfde januari, “des namiddags ten half negen uren, verlost is” van een kind van het mannelijk geslacht, Mozes. De bevalling had plaatsgevonden in Huis nummer D 1049 op de Voorstraat.
        Dat pand bestaat nog altijd. In het Kadaster staat dit perceel geboekstaafd als H 655, en dat was indertijd het tweede pand op de hoek van Voorstraat met de Tolbrugstraat Landzijde. Tegenwoordig is D 1049 onderdeel van het hoekpand Voorstraat 262: H 655 en H 657 zijn nu perceel H 3660. Eerlijk is eerlijk: baby Mozes is in later leven meer Rotterdammer geweest dan Dordrecht. Zijn ouders verhuisden op 28 juli 1862 met hun negen Dordtse kinderen naar Rotterdam. Behalve Mozes waren dat: Abraham (1831), Philip (1832), Marianne (1832), Hijman (1839), Benjamin Wolf (1842), Emanuel (1844), Izaäk Abraham (1854) en Salomon (1856). Allen waren Nederduitsche Israëlieten, zoals joden toentertijd heetten.
        Op 27 april 1863 keert het gezin terug naar Dordrecht. Rotterdam is kennelijk om een bepaalde reden niet bevallen. De Van Dams blijven nu in Dordrecht, althans de ouders. steeds opnieuw verhuizend – van C 878 naar C 1616 naar C1554 naar A 80 en C 1564, om zich ten slotte te settelen in de Grotekerksbuurt, op nummer 60. Het is ook in Dordrecht dat de ouders overlijden: vader Izaak Abraham op 27 november 1864, moeder Jansje op 15 oktober 1867. Beiden zijn zestiger geworden.

Hoek Voorstraat Tolbrugstraat waar Mozes op 13 januari 1847 is geboren

Deze twee kaartjes tonen het pand waarin Mozes op 13 januari 1847 is geboren. Op het ene, geel omcirkeld, staat het kadastrale perceel H 655. Dat is pand D 1049, het tweede pand op de hoek van de Voorstraat met de Tolbrugstraat.
Later zijn H 655 en H 657 samen het hoekpand Voorstraat 262 (blauwe lijnen) geworden.
Foto’s Erica van Dooremalen

Rotterdamse gezinskaart van Mozes en zijn echtgenote Rosetta van Ploeg

Mozes en zijn echtgenote Rosetta van Ploeg, getrouwd op 3 januari 1872 in Rotterdam, krijgen een lange reeks kinderen, de meesten in Rotterdam, maar drie in Antwerpen. Dit is de Rotterdamse gezinskaart, voor- en achterzijde.
Foto’s Stadsarchief Rotterdam

Rotterdam
De kinderen zijn nu wees, maar waren deels al uitgezwermd. Sigarenmaker Benjamin Wolff bijvoorbeeld verliet het ouderlijk huis op 5 mei 1865, om zich in Zaltbommel te vestigen. Hij keerde in augustus terug, maar vertrok weer op 2 december 1867, nu naar Den Haag. Emanuel toog, ook in 1865, per 13 november naar Rotterdam, een stad die meer kinderen aantrok: Hijman ging er op 30 september 1868 heen en eerder dat jaar was zijn broer Mozes, de hoofdpersoon van dit verhaal, er al terechtgekomen, op 11 januari.
        Eenentwintig was Mozes inmiddels, en hij zou Rotterdam niet meer verlaten. Dordrecht, zo bleek achteraf, was voorgoed voorbij. In Rotterdam bouwt Mozes zijn leven uit. Hij trouwt er op 3 januari 1872 de 21-jarige geboren Rotterdamse Rosetta van Ploeg (3.2.1850), een dochter van Moses van Ploeg en Ester Frenk. Met haar krijgt hij meer kinderen dan zijn ouders hebben voortgebracht, negen in totaal. Als eerste verschijnt dochter Jansje, op 19 april 1872. Uit de geboortedatum valt af te leiden dat Rosetta tijdens de bruiloft al zwanger was.
        Daarna baart Rosetta Mozes (16.3.1874) en Isaac (18.8.1876). Wonend in de Lange Torenstraat op nummer 35 breekt het gezin met Rotterdam. Op 16 februari 1878 emigreert het naar België, naar Antwerpen. Mozes is van beroep koopman geworden, wellicht was dat de reden voor de verhuizing: nieuwe markten ontdekken. In Antwerpen worden nog drie kinderen geboren, achtereenvolgens Esther (19.9.1878), Maria Anna (17.9.1880) en Anna (18.10.1882).
        Bij de geboorte van het volgende kind, Lion op 18 januari 1885, is de familie alweer terug in Rotterdam. Mozes wordt in de burgerlijke stand geregistreerd als marskramer en de woonadressen wisselen nogal. Van Kerklaan 91 gaat het naar Eerste Diergaardestraat 23-23, de Aert van Nesstraat 26, de Lijnbaanstraat 7 en de St. Jacobstraat. Ondertussen brengt Rosetta nog twee kinderen ter wereld, de laatsten: Saartje (12.3.1887) en Abraham (23.6.1892).

Mozes en Rosetta

Deze foto, ook afkomstig van de website ‘Westerborkportretten’, toont Mozes en Rosetta.
Foto Kamp Westerbork 

Grafstenen Anna en Rosetta

Als de oorlog uitbreekt, zijn er al drie gezinsleden overleden. Anna, kind nummer 6, stierf al op 22-jarige leeftijd, op 13 maart 1905. Dit is haar grafsteen op de joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam. Moeder Rosetta van Ploeg overleed op 7.12.1936, 86 jaar oud. Ook zij is begraven aan het Toepad.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Loods 24
Bijna 48 jaar later, bij het begin van de Tweede Wereldoorlog, is het gezin Van Dam niet meer volledig.
        Anna, het zesde kind, is slechts 22 jaar oud geworden. Zij stierf op 13 maart 1905 in Rotterdam. Mozes, het tweede kind, heeft 54 kunnen worden. Hij overleed in Rotterdam op 6 augustus 1928, als echtgenoot van Maria Kindler. En moeder Rosetta ging heen op 7 december 1936, 86 jaar oud.
        Vader Mozes, al in de negentig en al lang geen koopman in modeartikelen meer, woonde niet meer zelfstandig, maar in bij zijn ongetrouwde dochter Esther, op het adres Stadhoudersplein 18. Dit feit verklaart waarschijnlijk waarom zij allebei in Westerbork belandden: ze zijn tegelijk gearresteerd, en in ieder geval samen op transport gezet.
        In de serie ‘Westerborkportretten’, een virtueel herinneringsboek dat Westerbork op zijn website is begonnen om de 102.000 slachtoffers “een gezicht te geven”, is een korte biografie aan Mozes gewijd. Daarin staat dat joodse Rotterdammers vanaf 60 jaar − onder wie Mozes (en ook zijn 62-jarige dochter Esther) − op 8 oktober 1942 naar Westerbork zijn vervoerd. Die transporten begonnen alle bij Loods 24 op Feyenoord, “een plek in het havengebied waar weinig pottenkijkers kwamen en vanwaar de treinen vertrokken”.
        Op 10 oktober arriveerde het Rotterdamse transport in Westerbork. Mozes kreeg een plek in barak 81, het ziekenhuis van het kamp, Esther in (zo te lezen) barak 25. Mozes was niet alleen de oudste, in Dordrecht geboren bewoner, hij was ook “een van de oudste bewoners van het kamp”, stelt de website ‘Westerborkportretten’.

persoonskaart van Mozes en Esther van Dam

De persoonskaart van Mozes en Esther van Dam, uit het archief van de Joodse Raad. Mozes woonde in bij zijn dochter Esther aan het Stadhoudersplein 18 en kwam samen met haar aan in Westerbork, op 10.10.’42. De ene foto toont Esther, de andere is haar persoonskaart uit Theresienstadt, waaruit zij bevrijd werd.
Foto’s Arolsen Archives en Website ‘Geni.com’

omslag van Register van Overlijden van Westerbork

Mozes overlijdt nog in Westerbork op 3 december 1942, wachtend op de trein naar een vernietigingskamp. Deze twee foto’s tonen de omslag van Register van Overlijden van Westerbork en de pagina over Mozes.
Foto’s Drents Archief

Opgegraven
Mozes heeft het maar enkele weken volgehouden in Westerbork. Op donderdag 3 december 1942 om half negen ’s avonds stierf de weduwnaar – zoals hij in 1847 om half negen ’s ochtends was geboren. Esther deed de volgende dag aangifte van zijn overlijden. Op 8 december werd Mozes ter aarde besteld op de joodse begraafplaats in Assen, om later, dat zal na de bevrijding zijn geweest, te worden opgegraven en herbegraven in Rotterdam, in vak C, rij 10, graf 14.
        Hoe het Esther intussen verging?
        Op haar persoonskaart uit het archief van de Joodse Raad staan over haar lot meerdere aantekeningen. Op 7 november 1942 was zij “nog in Wbk’, wordt geconstateerd. Op 13 november ook nog, zij het in barak 27. Op 17 november werd zij naar barak 27 overgebracht, waar ze blijft tot 11 februari 1944, ruim een jaar later. Dan gaat ze naar barak 42. Op 4 september 1944, nog eens bijna acht maanden later, wordt ze gedeporteerd naar Theresienstadt.
        Maar daar eindigt, voor haar tegen alle verwachting in, niet haar leven. Esther wordt bevrijd. Op haar persoonskaart staat de vraag: “6/5/’45 nog in Ther?” Wanneer precies zij weer opduikt in Nederland is niet bekend, het doet er ook niet zoveel toe. Van doorslaggevend belang is dat zij de naziterreur heeft overleefd en dat zij 91 is kunnen worden. Zij is overleden in Rotterdam op 3 april 1970.
        Net zoveel geluk hadden ook − het is in de inleiding al aangestipt − Saartje Kruimink-van Dam, het achtste kind, en haar zoon Rudolf Maurits (Rotterdam, 9 februari 1920). Saartje was op 27 januari 1916 in Rotterdam in het huwelijk getreden met Teunis Johannes Kruimink (Leende, 29.6.1888). Zij was toentertijd 28 jaar oud, Teunis was 27, onderwijzer, later schoolhoofd en niet joods. Op zijn gezinskaart staat dat hij aanvankelijk qua geloof Nederlands Hervormd was, later is dat doorgestreept en vervangen door “geen”. Rudolf Maurits was niet hun eerste kind, dat was Adriana Anna (18 oktober 1916).

Mozes van Dam, overlijden aangegeven door zijn dochter Esther

Het overlijden van Mozes is aangegeven door zijn dochter Esther, blijkt uit de overlijdensakte. De overlijdensadvertentie voor Mozes, geplaatst in ‘Het Joodsche Weekblad’ van 18 december 1942, en ondertekend door Abraham van Dam, Mozes’ negende kind. Nog een laatste, statige foto van Mozes van Dam, ook gevonden op de website ‘Westerborkportretten’.
Foto's Drents Archief, Delpher, Kamp Westerbork

Ontslagen
Op die archiefkaart staat nog iets, namelijk dat Saartje en Rudolf per 1 september 1938 in de Jonker Fransstraat 69b blijven, terwijl echtgenoot Teunis naar nummer 71 vertrekt en vervolgens per 5 juli 1940 naar de Statenweg 41. Op 4 september 1939 verlaten moeder en dochter toch de Jonker Fransstraat en trekken in op het adres Stadhoudersplein 18b, bij haar zus Esther en vader Mozes dus. In het huwelijk tussen Saartje en Teunis was kennelijk iets misgegaan, voor de oorlog al.
        Saartje is op het Stadhoudersplein ingerekend door de zogenoemde Groep 10, een berucht onderdeel van de Rotterdamse politie, belast met het opsporen en arresteren van joden. Op 20 november 1942 worden moeder en zoon ingesloten, om op 11 december 1942 naar Westerbork te worden overgebracht.
        Uit archiefdocumenten blijkt iets vreemds, namelijk dat Saartje kort daarvoor al eens in Westerbork was. Haar Joodse-Raadkaart stelt: “Op 7.11.’42 nog in Wbk, barak 40, op 13.11.’42 nog te Wbk, barak 54”. En dan, op 18 november staat dat zij weer in Rotterdam is, “teruggekomen uit Wbk”. Saartje zal dan thuis toch weer zijn opgepakt, om op 11 december opnieuw in Westerbork terecht te komen. Onderaan de kaart staat ten slotte dat zij op 8 januari 1943 is ontslagen.
        Zoon Rudolf, student en ook gearresteerd op die 20ste november, blijkt al op de 30ste november te zijn vrijgelaten. ‘Ontslagen’ staat er op zijn arrestantenkaart. Daar staat ook de reden voor zijn aanhouding op: “Onttrekken van goederen”.
        Maar: volgens de persoonskaart van zijn opa Mozes is Rudolf nadien toch naar Westerbork overgebracht. Er staat overduidelijk dat Mozes in Westerbork was, “met Kruimink, Saartje, Rudolf en Esther”, zie de foto hiernaast.
        Net als zijn moeder heeft Rudolf de Shoah trouwens weten te doorstaan. Hij is overleden in Eindhoven op 5 december 2019, liefst 98 jaar oud. Voor de volledigheid: zijn zus Adriana Anna is de vrouw geworden van Pieter Anske Groeneveld (Amsterdam, 17.6.1906). Deze is gestorven in 1983 op 18 februari (76), Adriana in 1995 op 27 november (79), beiden te Amsterdam.

Saartje Kruimink-van Dam was samen met haar zoon Rudolf Maurits eveneens in Westerbork

Saartje Kruimink-van Dam, kind nummer 8, was samen met haar zoon Rudolf Maurits eveneens in Westerbork.
Saartje is op 20 november 1942 ingerekend door Groep 10, zo laat deze Rotterdamse arrestantenkaart zien.
Saartje heeft de oorlog overleefd.
Ook Zoon Rudolf kwam levend uit de oorlog. Hij was op 20.11.’42 ingesloten, en op de 30ste weer vrijgelaten. Maar naderhand kwam hij toch weer in Westerbork terecht.
Foto's Stadsarchief Rotterdam

complete gezin Kruimink

Deze foto’s tonen het complete gezin Kruimink, met links vader Teunis Kruimink, rechts moeder Saartje en tussen hen in dochter Adriana Anna en zoon Rudolf Maurits.
Foto Website ‘Geni.com’

Nieuw adres
Nog zoiets merkwaardigs: blijkens dezelfde Joodse-Raadkaart had moeder Saartje ook nog een “nieuw adres” in Amsterdam, bij Cozijn, Marcus, Transvaalstraat 106 III.
        Wanneer zij daar is gaan wonen, staat er niet bij. Maar veelzeggend is dat deze Cozijn (Amsterdam, 21 juli 1883) op 26 oktober 1942 in Auschwitz is omgebracht, op 59-jarige leeftijd. Marcus was een diamantbewerker die op 1 januari 1926 zijn vrouw Hanna Baruch (Amsterdam, 20 augustus 1882) door overlijden was kwijtgeraakt. Hij hertrouwde daarna op 21 mei 1931 met Anna Elisabeth Meier (Harle-Hessen, 5.6.1892).
        Vermoedelijk is Saartje inwonend geweest bij dit echtpaar, maar in welke periode is niet meer na te gaan. Saartje Kruimink-van Dam is in Amsterdam overleden, op 5 januari 1981. Zij is 93 geworden.
        Dit waren wetenswaardigheden rond Saartje. Maar wat is er met de andere kinderen van Mozes en Rosetta gebeurd?

Amsterdamse gezinskaart van de Kruiminks

Dit is de Amsterdamse gezinskaart van de Kruiminks. Saartje is overleden in 1981, haar man al in 1955.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Links zijn Maria Anna van Dam en haar man Izaak van Dam, rechts Lion van Dam en zijn vrouw Pietertje Hartkoorn

Links zijn Maria Anna van Dam-van Dam en haar man Izaak (‘Jacq.’) van Dam.
Maria Anna overleed kort voordat de oorlog in Nederland uitbrak, op 16 februari 1940.
Rechts zitten Lion van Dam en zijn vrouw Pietertje Hartkoorn.
Lion is vermoord in Auschwitz op 6 september 1944, Pietertje stierf in Haarlem, op 20 december 1941.
Foto's Website ‘Geni.com’, Website ‘Joods Monument’

Bombardement
Maria Anna, het vijfde kind, stierf net voordat de oorlog uitbrak. Zij − sinds 20 juni 1900 in Rotterdam de echtgenote van Izaak van Dam (Rotterdam, 28.2.1872) − overleed op 16 februari 1940 in haar woonplaats.
        Haar broer Isaac, kind nummer drie, is vermoord in Auschwitz, op 24 september 1942, 66 jaar oud. Isaac (‘Jacques’, ‘Sjaak’) was de man van Jetje Bood (Rotterdam, 29.10.1883), die op 14 mei 1940 tijdens het bombardement op Rotterdam stierf, 56 jaar oud.
        Dit paar, dat woonde aan de Westewagenstraat 64 in Rotterdam, had vier kinderen:
        1. Rosetta (Rotterdam, 11.3.1903), die in Auschwitz werd omgebracht, 41 jaar oud;
        2. Jansje (Rotterdam, 30.8.1904), die op diezelfde 14de mei omkwam, 35 jaar oud;
        3. Hendrik Joseph (‘Harry’, ‘Henri’, Rotterdam, 11.3.1910), ook in de oorlog heengegaan, op 19 oktober 1941 in Rotterdam en
        4. Emma Anna (Rotterdam, 9.1.1918 – Rotterdam, 13.2.1918; 1 maand).
        En dan is er nog Lion van Dam, het zevende kind. Hij, een onderwijzer en boekhouder van professie, eindigde ook in Auschwitz, op 6 september 1944, 59 jaar. Hij was getrouwd met Pietertje Hartkoorn (Nieuw-Lekkerland, 23.8.1888). Zij is overleden in Haarlem, waar het echtpaar woonde aan de Sparrenstraat 9, op 20 december 1941 (53).

Isaac van Dam en Jetje Bood met hun kinderen

Links Isaac van Dam en Jetje Bood. Hij eindigde in Auschwitz,
zij werd een slachtoffer van het bombardement op Rotterdam.
Rechts de kinderen van Isaac en Jetje, v.l.n.r. Jansje, Rosetta en Henri.
Foto Website ‘Joods Monument’

***

grafsteen van Abraham van Dam

Dit is de grafsteen van Abraham van Dam, een overlevende van het gezin Van Dam. Hij overleed in april 1948.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Twee overlevenden waren er slechts nadat de oorlog was beëindigd, twee van de oorspronkelijk negen nakomelingen van Mozes en Rosetta.
        Curieus genoeg zijn dit het eerste en het laatste kind. Jansje heeft haar leven afgerond op 3 augustus 1961, in Rotterdam, 89 jaar oud. En bij Abraham, een onderwijzer, stokte het leven in Hilversum, op 8 april 1948. Hij is 55 jaar geworden. Zijn vrouw Neeltje Olff (Rotterdam, 6.10.1894) overleefde hem, tot 3 november 1952 (58).
        De Van Dammen die ten slachtoffer vielen aan de nazi’s, zijn decennia later allerminst vergeten. Hun namen staan bijvoorbeeld op de herdenkingswebsite ‘Joods Monument’. Maar in Canada woont een Louise H. Sorensen-Stein, die een familielid is. Zij heeft in haar woonplaats Surrey op 5 mei 1996 driemaal een zogeheten Page of Testimony ingevuld. Dit zijn formulieren, een soort getuigschrift, van Yad Vashem, de Israëlische staatsinstelling voor het herdenken van de joodse Holocaust-slachtoffers.
        De ene is voor Izaak (Jacques) van Dam, van wie Louise een achternicht is, net zoals van Lion van Dam (achternicht). Het derde formulier gaat over Mozes van Dam, van wie Louise een great granddaughter is, een achterkleinkind. Over hem weet zij dat hij “lived several weeks in transitcamp” en “died of misery and disease” − dat hij in dit doorgangskamp is overleden als gevolg van ellende en ziekte.


Testimony Izaak Testimony Lion Testimoni Mozes

Klik op Testimony Izaak
om te vergroten

Klik op Testimony Lion
om te vergroten

Klik op Testimoni Mozes
om te vergroten


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'