Het voorbije joodse dordrecht
Nazi’s vermoordden vier dochters
van de Dordtse Adam van Gelder
* Eva al jong weduwe
De Riedijkstraat in de richting van de gasfabriek en de Riedijk, op een foto uit de jaren dertig van de 20ste eeuw. |
Hij heeft het niet geweten, gelukkig maar.
Negen kinderen heeft de geboren Dordtenaar Adam van Gelder (1850) gekregen met zijn Rotterdamse echtgenote Mietje Walvis (1852), en vier van hen zijn vermoord door de nazi’s: Roosje, Betje, Grietje en Eva.
Dat heeft hij niet hoeven meemaken, en Mietje evenmin: hij is ver voor de Tweede Wereldoorlog overleden, in 1926, en Mietje op 8 mei 1940 – twee dagen voordat Nederland bezet werd.
Maar ander groot verdriet is ze niet bespaard gebleven. Van hun vijf andere kinderen zijn er drie gestorven voordat Adam en Mietje zélf heengingen, en een dochter overleed enkele weken na haar vader.
De vijfde nakomeling, Gerrit, is al voor de Tweede Wereldoorlog overleden, op 19 april 1934 in Den Haag, op 48-jarige leeftijd.
Met andere woorden: de familie die Adam en Mietje hoopvol stichtten, is terugkijkend groot leed overkomen, bijna aanhoudend.
De geboorteakte van zowel Eva als Adam, die op 10 juli 1850 een uur na zijn zusje werd geboren, om 18 uur. |
Tweeling
Bij de geboorte van Adam gebeurde er iets bijzonders: hij bleek de tweede helft van een tweeling te zijn. Zijn ouders zullen de komst van twee baby’s misschien vermoed hebben, de buitenstaander wordt het pas gewaar uit de geboorteakte.
Daar staat het – dat op 10 juli 1850 Betje Lion in “het Huis geteekend Letter C 309” in het Riedijkstraatje “des namiddags ten vijf uren” eerst van dochter Eva beviel, “en een uur daarna” van zoon Adam. Vader Gerrit Salomons van Gelder, 31 jaar oud en koopman van beroep, meldde zich op “den twaalfden juli” bij de Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, tevens wethouder, Bartholomeus van der Elst, Heer van Bleskensgraaf (1789-1861), om te verklaren dat “uit zijne huisvrouw” twee kinderen zijn gekomen.
Dit artikel volgt nu verder alleen Adam, in een apart kader onderaan wordt het leven van zijn zus beknopt beschreven.
Adam van Gelder is meerdere beroepen gaan beoefenen: koopman, exportslachter en muzikant, zo is te lezen op zijn Rotterdamse gezinskaart en op de joods-genealogische website van Max van Dam. Adam kwam door zijn huwelijk in Rotterdam terecht. Hij trouwde op 13 mei 1874 in de geboortestad van zijn vrouw Mietje Walvis. Hij was toentertijd 23, zij 22 en dus destijds nog minderjarig, want geboren op 12 februari 1852.
Hun beider ouders waren aanwezig bij de plechtigheid en “hebben in dit huwelijk toegestemd”, aldus de akte. Hoe Adams ouders heetten, is hierboven al vermeld. Mietje’s vader is muzikant Wolf Levie Walvis, haar moeder koopvrouw Mietje van Goch.
De Rotterdamse huwelijksakte van Adam en Mietje, zij trouwden op 13 mei 1874. |
De gezinskaart van de familie Van Gelder, voor- en achterzijde, uit het Rotterdamse archief. |
Negen
Het bruidspaar ging wonen in de Raamstraat, op nummer 8. Die woning had Adam al op 1 oktober 1872 betrokken, anderhalf jaar ervoor dus. Misschien had hij toen in Rotterdam werk gevonden.
Op 6 juni 1875, iets meer dan een jaar na de bruiloft, kregen Adam en Mietje hun eerste van wat een lange reeks kinderen zou worden:
Betje.
Daarna kwamen, met steeds enkele jaren ertussen en allen in Rotterdam,
Eva (15 januari 1880),
Gerrit (11 augustus 1883),
Wolf Levie (6 november 1886),
Grietje (13 januari 1890),
Roosje (10 januari 1894),
Jeannette (17 november 1896).
Wat de gezinskaart in het Rotterdamse Stadsarchief niet vermeldt, maar de genealogische website ‘WieisWie’ wel, is de eerste Jeannette. Zij kwam ter wereld op 16 juni 1882, en stierf na 1 maand op 8 september 1882. En er is nog een negende kind: Mietje, geboren 16 december 1877. Ook zij ontbreekt merkwaardigerwijs op de archiefkaart, terwijl ‘WieisWie’ aangeeft dat zij toch heus een kind is van Adam van Gelder en Mietje Walvis.
De familie Van Gelder verliet de negentiende eeuw met acht van de negen kinderen. Zij zouden vervolgens uitzwermen, trouwen en zelf nageslacht krijgen, maar ook geconfronteerd worden met onheil en groot leed. De ouders verhuisden volgens de archiefkaart nog een keer, van de Raamstraat naar de nabijgelegen Raambrug, naar nummer 4.
Een ansichtkaart van de Raamstraat in 1909, waar het gezin Van Gelder eerst ging wonen, op nummer 8. |
Deze foto toont de Raambrug. In de straat die ernaar is genoemd, woonde het gezin naderhand, op nummer 4. |
De Joodsche-Raadkaart van Betje de Rooij-van Gelder. Zij belandde in Kamp Westerbork op 1 juli 1943 in Barak 97 en ging op 6 juli op transpor naar Sobibor, samen met haar man Abraham. Foto Arolsen Archives |
Weduwe
In de nieuwe eeuw, in de jaren twintig, overleden er drie kinderen en vader Adam. Jeannette nummer 2 stierf in Rotterdam op 21 juli 1921, nog pas 24 jaar oud. Wolf Levi is evenmin oud geworden: 36. Hij stierf in Den Haag op 23 maart 1923. Mietje verloor het leven in Rotterdam, op 30 april 1926, in de leeftijd van 48 jaar. In datzelfde jaar, enkele weken eerder was haar vader Adam van Gelder, de oud-Dordtenaar, heengegaan, op 9 april 1926, 75 jaar oud.
Moeder Mietje bleef als weduwe achter, met nog slechts vier, mogelijk vijf kinderen: van zoon Gerrit is vooralsnog geen overlijdensdatum gevonden. Zijn lot blijft daardoor ongewis.
Twee dagen voordat het Duitse leger Nederland binnenviel, op de 10de mei 1940, verliet moeder Mietje het leven, op de 8ste in Poortugaal, een dorp ten zuiden van Rotterdam, in de gemeente Albrandswaard, gelegen tussen de Rotterdamse havens en de Oude Maas. Zij is liefst 88 geworden.
Haar vier dochters Betje, Grietje, Eva en Roosje maakten de navolgende Tweede Wereldoorlog op tragische wijze mee: zij werden allen vergast, twee in Sobibor, twee in Auschwitz.
Betje heette inmiddels Betje de Rooij-van Gelder. Zij was op 21 september 1927 in Rotterdam getrouwd met Abraham de Rooij (Amsterdam, 2.12.1882). Zij was al 52, hij 44. Het was haar tweede huwelijk. Eerder was zij op 3 maart 1897 in Rotterdam als 21-jarige de echtgenote geworden van de 22-jarige Joseph van Baale, die op 10 juli 1925 op 50-jarige leeftijd is overleden, nog altijd in Rotterdam.
Betje en haar tweede man Abraham zijn allebei tegelijk in Sobibor omgebracht, op 9 juli 1943, zij was toen 68, hij 60 jaar.
De overlijdensakte voor Mietje van Gelderen-Walvis. Zij stierf op 8 mei 1940 in Poortugaal, |
De kampkaart van Grietje van der Ster-van Gelder. Zij kwam op 27 april 1943 eerst terecht |
Tegelijk
Haar nakomende zus Grietje overkwam hetzelfde. Zij trouwde op 10 november 1915 in Rotterdam met vertegenwoordiger Eliazer van der Ster (Rotterdam 18 juli 1891). Ze scheelden qua leeftijd niet veel, hij was 24, zij 25. Op een en dezelfde dag, 28 mei 1943, zijn zij in Sobibor vermoord, respectievelijk 51 en 53 jaar oud.
Voor Eva van Gelder werd Auschwitz het doodsoord. Zij was sinds 29 oktober 1902 de vrouw van plaatsgenoot Mozes Campignon (Rotterdam 19 maart 1876), hij was indertijd 26, zij 22. Ook dit echtpaar is gelijktijdig vermoord, op 11 februari 1944, respectievelijk 67 en 64 jaar oud.
Roosje ten slotte. Zij trad in Rotterdam in het huwelijk met Henri Johannes van Bilsen, op 8 augustus 1934. Ze waren bij die gelegenheid 40 en 43 jaar oud. Roosje eindigde in Auschwitz op 8 oktober 1942, schijnbaar alleen. Haar echtgenoot wordt op de gezaghebbende website ‘Joods Monument’ weliswaar genoemd, maar er staat dat “plaats van overlijden en datum onbekend” zijn. Ook via andere websites is niet te achterhalen wat er met Henri Johannes is gebeurd. Bij het CBG in Den Haag, het doorgaans tamelijk volledige centrum voor familiegeschiedenis, is zijn naam niet eens oproepbaar.
En met de onvrijwillige dood van de vier zussen in de vernietigingskampen was het originele gezin Van Gelder ten einde.
Drie documenten over het lot van tientallen mensen. |
Eva Campignon-van Gelder werd omgebracht in Auschwitz, volgens dit document. |
En hoe is het leven van Eva van Gelder, de tweelingzus van Adam, verlopen? |
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'