Het voorbije joodse dordrecht

Toch nog nieuwe onontdekte foto’s
van Dordtse joden: aflevering 9 

In de omvangrijke fotocollectie van vader en zoon Beerman zijn nog meer foto’s van omgebrachte joodse Dordtenaren aangetroffen. De serie, in 2021 al gesloten met slotaflevering 8, wordt daarom hier aangevuld met een negende deel.
        De vondst van nieuwe, tot nog toe onbekende foto’s is opnieuw toe te schrijven aan de Dordtse archiefonderzoekster Erica van Dooremalen. Zij dacht haar research al te hebben kunnen afsluiten, vertelde ze. Maar laatstelijk keek zij de zogenoemde Beerman-database die zij heeft aangelegd, nog eens na op families die worden genoemd in de Adressenlijst 1 op deze Stolpersteine-website. Op die lijst staan alle vermoorde Dordtse joden die in de oorlog in Dordrecht woonden en in hun stad zijn opgepakt.
        Eerder was Van Dooremalen bij het overtikken van de Beerman-administratie (zie de uitleg daarover in aflevering 8) namen tegengekomen, die zij “niet direct kon linken” aan joodse Dordtenaren – misschien omdat sommige namen niet meteen op een joodse afkomst duidden. Zoals De Jong en Van Dijk. Maar nu zocht ze erop door, en kwamen er toch nog onbekende foto’s te voorschijn.
        Ook trof ze er bij nader inzien nog enkele nieuwe aan, bijvoorbeeld van het echtpaar Cohen. Van Nathan Samuel Cohen en zijn vrouw Isabella Schlicher waren al wel archieffoto’s bekend, maar daarop staan zij gezamenlijk. Nu vond Van Dooremalen foto’s van hen apart. Ook die worden hier getoond, want elke foto is immers van lokaal-historische waarde. Dit is aflevering 9.

Vooroorlogse foto's van joodse Dordtenaren

Huisarts

Isabella Schlicher en Nathan Cohen

Isabella Cohen-Schlicher.
Foto RAD (nr. 309_16632)

Nathan Cohen.
Foto RAD (nr. 309_16631)

Om maar meteen te beginnen met het laatstgenoemde echtpaar: Nathan en Isabella waren de ouders van Emil Schlicher Cohen, Dordrechts gerenommeerde huisarts. Hij is de enige, lokale joodse dokter die de Holocaust heeft weten te overleven − door onder te duiken op de Staart, bij een patiënt van hem, zie verhaal 42.
        Koopman Nathan komt uit Oud-Beijerland (15 juni 1851), Isabella uit Keulen (6 oktober 1856). Zij kregen zeven kinderen, van wie Emile er kennelijk qua intelligentie (of leergierigheid) bovenuit stak. In de jaren dertig verhuisde het gezin naar Dordrecht. Vader Nathan is uiteindelijk nog een natuurlijke dood gestorven, als 90-jarige op 29 april 1942 in Rusthuis Parkzicht in Amsterdam. Isabella is gearresteerd en vergast in Auschwitz, op 12 februari 1943, 86 jaar oud.
        De twee persoonsfoto’s van hen zijn allebei gemaakt in de studio van Beerman op het Vrieseplein, op 15 december 1930, misschien vrij kort na hun aankomst in Dordrecht. Zoon Emile is in Dordrecht overleden op 14 november 1985, op 91-jarige leeftijd.

Oostvoorne

Saartje Levi en Herri van Dijk

Saartje van Dijk-Levie.
Foto RAD (nr. 309_35092)

Herri van Dijk.
Foto RAD (nr. 309_35093)

Ook een echtpaar vormen de heer en mevrouw Van Dijk, in Beermans administratie slechts omschreven als wonend aan de B. de Raadtsingel 23a rood. Hun portretfoto’s dateren van de oorlogstijd, van 11 februari 1942. In de stoep zijn bij dit adres, dat tegenwoordig nummer 67 heeft, op 18 april 2017 drie struikelsteentjes aangebracht: voor Andries Levie van Dijk (Oostvoorne, 14.2.1906 – Midden-Europa, 30.06.1944), zijn vrouw Simona Selma van Dijk-de Beer (Sappemeer, 04.04.1909 – Auschwitz, 11.02.1944) en hun dochter Sara Ina van Dijk (Dordrecht, 2.11.1934 – Auschwitz, 11.02.1944).
        In oktober 1933 waren Andries, een vertegenwoordiger van het vleeswarenbedrijf Zwanenburg te Oss, en Simona in Dordrecht komen wonen, na hun huwelijk dat op 10 augustus was voltrokken in Hoogezand. De Burgemeester de Raadtsingel werd hun adres.
Maar de foto’s tonen duidelijk mensen die ouder zijn. Wie zijn zij dan?
Dat raadsel bleek nog vrij eenvoudig op te lossen. Het zijn de ouders van Andries: Herri Salomon van Dijk (Zuidland, 24 december 1879) en Saartje Levie (Sappemeer, 4 april 1909). In verhaal 159 staan twee foto’s van de familie Van Dijk. De ene toont de familie in circa 1920 vóór haar huis in Oostvoorne. De andere is van het 12,5 jarige huwelijksfeest van Herri en Saartje. Beiden zijn te herkennen als dezelfde personen op de portretfoto’s van Foto Beerman, al heeft Herri op de ‘jongere’foto’s nog een forse snor.
        Vader Herri (ook wel ‘Harry’ genoemd) en moeder Saartje zijn op 7 oktober 1942 in Oostvoorne opgepakt, samen met nog enkele joden uit die plaats, en op de trein naar Rotterdam gezet, naar verzamelpunt Loods 24. Vervolgens zijn zij vandaar terechtgekomen in Auschwitz en er tegelijk vermoord, op 19 oktober 1942, hij 62 jaar oud, zij 65.
        Herri en Saartje zijn in Dordrecht gefotografeerd − te oordelen naar de datum van 11 februari 1942 − toen zij er eens op bezoek waren bij hun zoon Andries. Aan het eind van hetzelfde jaar leefden ze niet meer.

Leopold

Leopold Simon de Jong met arrestantenkaart en persoonskaart

Leopold Simon de Jong.
Foto RAD (nr. 309_36250)

Arrestantenkaart en persoonskaart Amsterdam van Leopold
Foto Stadsarchief Rotterdam en Amsterdam

En dan is er die ene foto van ene L. de Jong uit de Leerambachtstraat 13 in Dordrecht. Dit is Leopold (‘Leo’) Simon de Jong, die op dat adres woonde. De foto is volgens de administratie gemaakt op 5 augustus 1942. Dat is vastgesteld aan de hand van het nummer (36250) dat rechts bovenin op de foto is geschreven.
        Leopold is een zoon van Simon Salomon David de Jong (Emmen, 1 mei 1866 – Dordrecht, 4 januari 1937; 70 jaar), directeur van de hoefijzerfabriek Hippos op de Staart, en Braune Bertha Mecklenburg (Lübeck, 11 januari 1878 – Dordrecht, 25 januari 1946; 68 jaar). Vier kinderen kreeg dit echtpaar, drie in Groningen, één in Dordrecht. Het gezin kwam begin jaren dertig in Dordrecht wonen, na twee verhuizingen ten slotte aan de Leerambachtstraat (zie verhaal 16). Leopold was de laatste nakomeling, geboren op 5 oktober 1912.
        Van de weduwe De Jong is eerder al een pasfoto opgedoken. Daarover is bericht in verhaal 266. Nu is daar dus een portret van Leopold bijgekomen. Hij heeft de oorlog overleefd. Hij ging in Bussum wonen en werken bij de Nederlandse Televisie Stichting. Hij is overleden op 31 december 1988, op 76-jarige leeftijd.
        Hoe is het hem in de oorlog vergaan? Gedigitaliseerde archiefdocumenten vertellen er iets over. In het Rotterdamse archief bevindt zich een arrestantenkaart van hem. Daaruit blijkt dat Leopold, van beroep elektrisch monteur, door de Sicherheitspolizei op 28 november 1941 is ingesloten in het hoofdbureau van politie aan het Haagseveer, maar dat hij op 2 december is ontslagen. De reden van zijn aanhouding? “Onbekend”, staat er.
        In het Amsterdamse Stadsarchief is ook een document over Leopold de Jong gevonden, een persoonskaart.
        Daarop is te lezen dat hij op 5 december 1941 vanuit Rotterdam in Amsterdam is beland en er een persoonsbewijs kreeg, nummer 19843. Op 16 maart 1943 bleek Leopold spoorloos. Het woord VOW betekent ‘Vertrokken Onbekend Waarheen’. Het eerste nieuws over hem is dat hij op 22 mei 1945 in Dordrecht op de Reeweg 68 rood opduikt, vervolgens dat hij op 30 juli 1945 weer in Amsterdam is, op het adres Ceintuurbaan 330 III. Nog iets later, op 19 oktober, vestigt hij zich in Bussum, aan de Waltherlaan 39.
        Het is vast komen te staan dat het Leopold is die op de foto staat. Dat meldt desgevraagd een neef van hem, Evert (‘Eef’) Hendrik de Jong (1945) uit Sittard. “Dit is duidelijk mijn oom Leo. Mogelijk heb ik dezelfde foto in mijn archief.” Hij voegt toe: “Oom Leo was mijn lievelingsoom. Hij had zelf geen kinderen, dus was het altijd feest met hem.”

Brildragend

een van de dochters van Mozes en Sientje Cohen de Heer

Dit is een van de dochters van Mozes en Sientje Cohen de Heer. Maar welke is vooralsnog niet achterhaald.
Foto RAD (nr. 309_18104)

Een foto die niet direct thuis is te brengen, is een opname die op 5 september 1931 bij Beerman is gemaakt van een jonge, brildragende vrouw die Cohen de Heer wordt genoemd, wonend aan de Boomstraat 3 rood (nu: 3). Welke Cohen de Heer is zij?
        Vader Mozes Cohen de Heer (Dordrecht, 9 april 1863) en moeder Sientje van Baale (Amsterdam, 15 februari 1859) kregen in totaal negen kinderen, allemaal meisjes. Twee van hen stierven jong, de ene na veertien dagen, de tweede na negen jaar. Het uitgebreide gezin woonde ten slotte in de Boomstraat op nummer 22 rood (nu: 28), voordien op nummer 3 rood, daarvoor op deze adressen: Nieuwbrug 4 rood, Turfsteiger 2 rood en Voorstraat 79 rood.
        In verhaal 80 staat een groepsfoto uit om en nabij 1935 van het gezin Cohen de Heer, afkomstig uit het Joods Historisch Museum. In de tweede rij van boven, helemaal links, is een uitgeknipt portretje te zien van dezelfde bebrilde vrouw. Maar wie is zij? De groepsfoto noemt geen namen. Het is in ieder geval niet moeder Sientje. Zij is al op 24 juli 1920 overleden. Haar man Mozes is vermoord in Auschwitz, op 15 december 1942.

        Dit is het overzicht van de kinderen:

1. Grietje (nummer 1): geboren 2.11.1885: al jong overleden, na 9 jaar, op 10 april 1895.
2. Marianne: geboren 29.11.1886: trouwt op 27 oktober 1920 in Dordrecht met plaatsgenoot Hartog Cohen en gaat met hem wonen aan het Kromhout, op nummer 133 (nu 185). Zij is op 23 juli 1943 tegelijk met haar man vermoord in Sobibor, respectievelijk 55 en 56 jaar oud.
3. Sophia (nummer 1), geboren 31.10.1888: overleden na 15 dagen op 15.11.1888.
4. Flora, geboren 23.12.1889: Zij woonde in Delfzijl met haar man, de slager en koopman Aron Henry Nieweg (Bierum, 7 mei 1895). Zij trouwde met hem in Dordrecht op 26 april 1922. Beiden zijn vermoord in Auschwitz op 27 augustus 1943, respectievelijk 53 en 48 jaar oud.
5. Sophia (nummer 2, geboren 29.12.1891. Heeft als enige de oorlog overleefd, maar iemand die ‘tante Fie’ heeft gekend, Jack M. Cohen uit Rotterdam, heeft laten weten dat het zeker Sophia niet is die op de foto staat. “Het moet dan ook een zuster van haar zijn geweest.”
6. Betje, geboren 13.6.1894: winkeljuffrouw; overleden in Dordrecht na een lang ziekbed op 30 oktober 1941, 47 jaar oud. Alleenstaand.
7. Sara, geboren 15.6.1896: zij is overleden in Auschwitz, op 21 januari 1943, als 46-jarige, samen met haar 45-jarige echtgenoot, de kapper Fajwel Garbar (Warschau, 9 oktober 1897). Zij trouwde met hem in Dordrecht op 2 maart 1932 en vestigde zich diezelfde dag met hem in de Haagse Spionazastraat, op nummer 11. Van juni 1925 tot januari 1932 woonde Sara al in Den Haag − volgens de Dordtse gezinskaart van de familie Van der Graaf op drie verschillende adressen, er werkend als winkeljuffrouw. Mogelijk heeft zij in die tijd haar aanstaande man ontmoet.


Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 10 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 11 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 12 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 13 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 14 (slot) >

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 8

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 7

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 6

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 5

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 4

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 3

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 2

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 1


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'