Het voorbije joodse dordrecht

Bizar: personalia van een dode baby
in de oorlog misbruikt in Dordrecht
* Nieuwe gegevens lossen mysterie niet op

overlijdensadvertentie van de baby Johannes Frederik Herman Maria Baas

Deze overlijdensadvertentie, geplaatst in ‘De Courant’ van 28 april 1910,
getuigt van de vroege dood, al na negen maanden, van de baby Johannes Frederik Herman Maria Baas. Het woord ‘heden’ klopt niet, Johannes stierf al op de 26ste. En ook zijn voornamen zijn hier abusievelijk verwisseld.
Foto Delhper

Johannes Herman Frederik Maria Baas heeft langer geleefd, decennia zelfs, dan hijzelf heeft geweten.
        Dit klinkt raadselachtig en dat is ook precies de bedoeling. Rond Johannes Baas hebben zich – buiten zijn schuld – bizarre onverkwikkelijkheden afgespeeld.
        Negen maanden heeft hij in werkelijkheid maar mogen leven. Hij kwam ter wereld in Amsterdam op 16 juli 1909, zijn ouders verloren hem alweer op 26 april 1910.
        Maar tientallen jaren later gebeurde er van alles rond hem, met name in de Tweede Wereldoorlog.
        Hij verhuisde bijvoorbeeld van Amsterdam naar Dordrecht, en woonde in die stad op drie adressen.
        Op 10 februari 1944 vroeg Johannes Baas, nu weer wonend in Amsterdam op het adres Nieuwendijk 61 II, een buitenlands paspoort aan, dat hij de volgende dag afhaalde, nadat hij 7,50 gulden had moeten betalen. Volgens het aanvraagformulier heeft Johannes “een Joodsche grootouder”.
        Vier maanden later blijkt Johannes, van beroep arbeider, te zijn gearresteerd, nu weer wonend in Dordrecht. Hij wordt op 21 juli 1944 in opdracht van de Sicherheitsdienst opgesloten in Rotterdam. Later die dag wordt hij overgebracht naar Kamp Westerbork. Op zijn Rotterdamse arrestantenkaart staat een grote, rode letter J, wat betekent dat hij joods was.
        Hoe kan iemand op het ene moment op de Amsterdamse Nieuwendijk wonen en vier maanden later nog steeds op zijn oude adres in Dordrecht?
        Nog zo’n ongerijmdheid: in het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) bevindt zich geen persoonskaart van J.H.F.M. Baas. Op de gezaghebbende website ‘Joods Monument’ wordt hij niet genoemd als Holocaustslachtoffer.
        In het Amsterdamse Stadsarchief blijken twee persoonskaarten van deze Johannes Baas te berusten – en die lossen het raadsel op: buitenstaanders zijn in de oorlog aan de haal gegaan met de personalia van de piepjong overleden Johannes. Hier is sprake van identiteitsdiefstal, van valse documenten – iets wat in de oorlog vaker is voorgekomen, dikwijls uit lijfsbehoud.
        Maar in het geval van Johannes Baas blijken twee personen met totaal tegengestelde karakters zich te hebben bediend van zijn persoonsgegevens, namelijk ”een Jood uit Duitsland” zowel als “een Duitsche SS-man”.
        In dit verhaal: de bizarre, papieren Amsterdams-Dordtse levensloop van een vroeggestorven baby.

overlijdensakte van Johannes Herman Frederik Maria Baas

De overlijdensakte van Johannes Herman Frederik Maria Baas. Hij stierf op 26 april 1910 om 18 uur. Het gezin, waarvan Johannes kind nummer 11 (van de 14) was, woonde indertijd in de Domselaerstraat 21 in Amsterdam.
Foto Stadsarchief Amsterdam

arrestantenkaart van de Rotterdamse Gemeentepolitie van Johannes Baas pensioenkaart vader Hendrik Baas

De arrestantenkaart van de Rotterdamse Gemeentepolitie van Johannes Baas, waardoor aandacht ontstond voor de lotgevallen van deze Amsterdamse Dordtenaar. Johannes werd aangemerkt als zijnde joods, vandaar de grote J.
Foto Stadsarchief Rotterdam

Vader Hendrik Baas overleed op 28.12.1938,
volgens deze pensioenkaart.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Domselaerstraat nummer 21 in Amsterdam

Een foto uit 1988 van nummer 21 van de Domselaerstraat
in Amsterdam (rechts). Hier woonde aan het begin van de vorige eeuw het gezin Baas.
Foto Stadsarchief Amsterdam (BMAB00016000029_007)

Portefeuille
Elders op deze website is het al gesignaleerd – dat het Stadsarchief Rotterdam in 2021 de laatste van de 34.000 arrestantenkaarten van de Rotterdamse Gemeentepolitie uit de oorlogstijd openbaar heeft gemaakt. Gefilterd op gearresteerde Dordtenaren kwamen er honderden namen tevoorschijn, onder wie 67 van mensen die naar Kamp Westerbork zijn gedeporteerd. Alle overigen werden vervoerd naar Kamp Vught of Kamp Amersfoort.
        Een van de ‘Westerborkers’ was de leerlooiersknecht J.H.F.M. Baas. Hij woonde in de Dordtse Sweelinckstraat op nummer 9, en bij zijn arrestatie werd er op hem aan bezittingen aangetroffen een portemonnaie met daarin ƒ 13,39. Zoals al gemeld: Johannes Baas werd op een en dezelfde dag, op 21.6.1944, in Rotterdam in de cel gezet én doorvervoerd naar Westerbork.
        Daarna verdween hij compleet uit het openbare leven. Er is geen enkel archiefdocument aangetroffen waaruit blijkt hoe het hem ná Westerbork is vergaan. Johannes Baas raakte volledig en voorgoed spoorloos.
        Wat staat onbetwist nu wél vast over Johannes Baas? Dat hij geboren is op 16 juli 1909, als zoon van Hendrik Baas, een controleur bij het Amsterdamse bevolkingsregister, en Sara Groot. Toen hij na negen maanden stierf, plaatsten zijn ouders een bedroefde advertentie in De Courant van 28 april 1910. Daarin meldden zij dat “heden na een smartelijk lijden” hun “innig geliefd jongste zoontje” is overleden.
        Hendrik, de vader, is op 8 november 1861 geboren in Den Helder, moeder Sara op 23 mei 1870 in Amsterdam. De echtelieden, die elkaar in Amsterdam het ja-woord gaven op 17 augustus 1893, kregen veertien kinderen, onder wie vijf dochters:
1. Cornelis (1894),
2. Simon (1895),
3. Willemina (1897),
4. Cornelis (1899),
5. Sara Hendrika Paulina (1900),
6. Berendina (1902),
7. Henriëtte (1904),
8. Hendrik (1905),
9. Willem Jurriaan Rembrandt (1906),
10. Willem Jurriaan (1908),
11. Johannes Herman Frederik Maria (1909),
12. Johannes Julianus (1911),
13. Theodorus (1913) en
14. Geertruida (1914).
        De ouders zijn kort na elkaar gestorven: Hendrik volgens zijn Amsterdamse pensioenkaart op 28 december 1938, op 77-jarige leeftijd, Sara in Haarlem op 20 september 1939, 69 jaar oud.

personalia van Johannes Baas tijdens de oorlog werden gestolen door een Duitse jood en een Duitser SS’er

De ene persoonskaart vertelt hoe de personalia van Johannes Baas tijdens de oorlog werden gestolen door een Duitse jood en een Duitser SS’er. Te zien zijn nog net de drie Dordtse adressen van de onechte Johannes Baas.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Verhuizingen
In hetzelfde jaar dat Hendrik Baas overlijdt, in 1938, komt zijn zoon Johannes weer tot leven. Op papier dan.
        In het bevolkingsregister van Amsterdam komen twee persoonskaarten voor, die bijna identiek zijn. Op beide kaarten staat dat Johannes zich op 19 oktober 1938 in Amsterdam vestigt, op de Nieuwendijk nummer 61 II, komende uit Düsseldorf. Dit is natuurlijk compleet verzonnen, zoals alles wat op deze kaart staat een verzinsel is, tenminste voor zover het de lijfelijke Johannes betreft. Die is immers dan al 28 jaar dood. Maar ‘zijn’ vorige woonplaats Düsseldorf zou te maken kunnen hebben met de latere bezitters van de kaart, de joodse Duitser en de Duitse SS’er.
        Hoe luidt de kaart verder? Johannes Baas verhuist op 2 april 1941 binnen Amsterdam naar Karel du Jardinstraat, nummer 23 I, op 2 april 1941 naar de Nieuwendijk en op 1 maart naar Zandstraat 34 II. En daarna komt er dat verschil: op de ene kaart staat dat hij per 22 mei 1944 in de Tollensstraat op nummer 21 te Dordrecht gaat wonen, op de andere in de Jozef Israelsstraat op nummer 85.
        Binnen Dordrecht verhuist hij opnieuw, op 10 juni 1944, naar Sweelinckstraat 9. En op 15 augustus 1945, dus nu nadat de oorlog is afgelopen, naar Wijnstraat 61A rood.

valse persoonskaart van Johannes

Op de andere persoonskaart van Johannes staat in schuin schrift genoteerd dat de kaart ambtshalve is afgevoerd als zijnde een valse.
Foto’s Stadsarchief Amsterdam

Pension
Al dit verkassen komt exact overeen met wat op Dordtse woningkaarten van Johannes Baas is genoteerd. Die kaarten, de periode 1942 tot 1971 bestrijkend, zijn op te roepen via de website ‘Dordtenazoeker’. En ook volgens de woonkaarten is Johannes vertrokken van de Israelsstraat 85 (later: 35) naar Sweelinckstraat 9 (9) en ten slotte naar Wijnstraat 61a rood (103-105). In die laatste straat verbleef hij in het zogenoemde Pension Wendrich.
        Maar hoe lang is hij in dit logement gebleven, en waar is hij vervolgens naar toe gegaan? Daarover geeft zowel de laatste woonkaart van Johannes alsook de ene Amsterdamse persoonskaart van hem uitsluitsel. Dwars over de persoonskaart staat met de hand dit geschreven (zie foto): “Op 30 augustus 1946 te Dordrecht ambtshalve afgevoerd als valsch.” Iets dergelijks vermeldt een notitie op de Dordtse woningkaart: “Ambtshalve afgevoerd als valsche P.R.” (persoonsregistratie), en daarboven, zie de andere foto, diezelfde datum: 30 augustus 1946.
        Wat evenwel nergens te vinden is, ook niet in andere archieven, is waarheen Johannes Baas zich hierna heeft begeven. Hij verdween gewoon in de mist.

drie woonkaarten van Johannes uit het Dordtse archief

De drie woonkaarten van Johannes uit het Dordtse archief, gedigitaliseerd voor de website ‘Dordtenazoeker’.
Foto’s ‘Dordtenazoeker’

wijnstraat nummer 61A rood

Op het laatst woonde Johannes Baas (beter gezegd: degene die zich van zijn personalia bediende) in de wijnstraat, op nummer 61A rood. Dat is op deze foto het tweede pand van rechts.
Foto Regionaal Archief Dordrecht, nr. 556_1010

Aantekeningen
Wie was nu de nep-Johannes die zich de identiteit van de echte Johannes had aangemeten?
        Klaarheid daarover geven een beetje de aantekeningen die op de andere persoonskaart (PK) van Johannes staan. Die handgeschreven notities ontsluiten enkele, al even verrassende en bizarre feiten. Ze geven namelijk aan door wie de valse personalia zijn gebruikt, zij het niet voor 100%. De ware identiteit van de twee nep-Johannessen wordt hierin helaas niet onthuld.
        Er staat dit: ”De met deze PK bedoelde persoon is reeds in 1910 te Amsterdam overleden. Bescheiden op deze kaart werden verstrekt illegaal aan een Jood uit Duitsland. De op hem gevonden stukken werden in 1945 gebruikt door een Duitsche S.S.-man, genaamd Otto Herman, die hierop in Nederland verbleef en zich dus nu illegaal (opnieuw) met deze bescheiden trachtte te dekken.”
        De personalia van de echte Johannes zijn, zoveel is wel duidelijk, dus eerst door een jood gebruikt en, blijkbaar nadat hij was opgepakt, nog eens door een SS’er die er zijn gevangenisstraf (of doodstraf) mee probeerde te ontlopen. Maar wie nu de jood was en wie de SS’er, is niet (meer) te achterhalen. Hun identiteit blijft onbekend.

aanvraag van een buitenlands paspoort

In het Stadsarchief van Amsterdam is deze aanvraag van een buitenlands paspoort aaangetroffen, op naam van Johannes Baas. Er zit een pasfoto aan vastgeniet. Gezien de datum van verstrekking (10.2.1944)staat op de foto vermoedelijk de Duitse jood afgebeeld.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Vaker
Aan het Stadsarchief is gevraagd hoe gangbaar deze praktijk van het misbruiken van andermans identiteit was in de oorlog. “Dit kwam vaker voor”, reageerde medewerker Peter Kroesen. “Er was een grote behoefte bij het verzet en bij onderduikers aan valse identiteiten. Later ontstond deze behoefte óók bij nazi’s die inzagen dat zij na de oorlog niet wegkwamen met hun daden.”
        Kroesen weet niet hoe wijdverbreid deze praktijk destijds was. “Wie degenen zijn die gebruik hebben gemaakt van deze identiteiten, is helaas niet na te gaan. Een enkele keer wordt de gebruiker vermeld op de PK van degene wiens identiteit is gebruikt [zoals de twee Duitsers op de kaart van Johannes Baas, red.], maar als het niet vermeld staat, moeten we ervan uitgaan dat dit nooit bekend is geworden.”
        Hij wijst ten slotte nog op het boekje Het Amsterdamse Bevolkingsregister in oorlogstijd. Daarin staat, op pagina 22, iets verhelderends: “Namen van reeds lang geleden te Amsterdam geboren en aldaar overleden personen werden opgediept uit de overlijdensregisters van de Burgerlijke Stand. De doden werden tot nieuw leven gewekt. Men had daarvoor de lugubere uitdrukking “een lijk opgraven”. Vanzelf spreekt, dat men zocht naar personen van hetzelfde geslacht en van de vereiste leeftijd. In die gevallen kon zelfs een officiële geboorte-akte worden geproduceerd.”

Paspoort
Hoe nu de twee Duitsers heetten, mag dan onbekend zijn en blijven, iets is over de identiteit van een van hen wel bekend. Op 10 februari 1944 heeft Johannes Baas namelijk in Amsterdam een aanvraag ingediend voor een ‘buitenlandsch paspoort’, “voor (vestiging) in Europa”. Hij heeft dit document op 11 februari 1944 afgehaald, na ƒ 7,50 te hebben betaald. Aan die aanvraag is een pasfoto geniet, zie bijgaande foto.
        Hoogstwaarschijnlijk is dit de jood uit Duitsland. Een aanwijzing daarvoor is een opmerking op de aanvraag: “Heeft een Joodsche grootouder”. Een Duitse SS’er zal denkelijk niet gauw dwepen met een joodse afkomst. Nóg een aanwijzing is dat de SS’er volgens de notitie op de persoonskaart pas in 1945 de persoonsgegevens van Johannes is gaan misbruiken. En de aanvraag, nogmaals, dateert van eerder, van februari 1944.

dagrapport van de politie

Op 27 augustus 1945 is in het Hoofdbureau van Politie in Dordrecht Johannes Baas opgesloten geweest, omdat hij geen persoonsbewijs kon laten zien. De volgende dag werd hij heengezonden, blijkt uit het dagrapport van de politie. Zeer waarschijnlijk was dit de Duitse SS’er, die ook misbruik heeft gemaakt van Johannes’ personalia.
Foto’s Website ‘Dordtenazoeker’
Klik op dagrapport voor een grotere versie 

arrestantenkaart van Johannes Baas

Nog een arrestantenkaart van Johannes Baas,
opnieuw met duidelijk zichtbaar de grote, rode J.
In zijn portefeuille zat ƒ 13,39.
Foto Stadsarchief Rotterdam

Joods
Terug nu naar de Rotterdamse arrestantenkaart die al dit speuren naar Johannes H.F.M. Baas heeft veroorzaakt.
        Op deze kaart is een rode, grote J gestempeld, zie foto. De nep-Johannes die werd ingesloten, werd dus Joods geacht te zijn, en moest om die reden naar Kamp Westerbork worden vervoerd, meestal de eerste halte naar een zekere dood. Maar Johannes Baas is dit lot kennelijk bespaard gebleven, want op maandag 27 augustus 1945 woonde hij weer in Dordrecht, nu in dat pension aan de Wijnstraat. Dit is op te maken uit een dagrapport van de Dordtse Gemeentepolitie – dat eveneens is te vinden via www.Dordtenazoeker.nl.
        Op die maandag bracht rechercheur C. van Keulen naar het Hoofdbureau van Politie aan de Groenmarkt “een Duitschsprekende persoon, opgevende genaamd te zijn Johannes Herman Frederik Maria Baas, losarbeider, geb. te Amsterdam 16 juli 1909, gedomicilieerd te Dordrecht, Wijnstraat 61 rood (logement)”.
        Waarom was hij gearresteerd? “Ter zake van het niet kunnen vertoonen van een persoonsbewijs.”
        Dit is de Duitser van na de oorlog, dus dit zou zeer wel de SS’er kunnen zijn die in Dordrecht aan strafvervolging probeerde te ontkomen. Maar voor de politie was er klaarblijkelijk geen enkele reden om deze onechte Johannes vast te houden. In het dagrapport van 28 augustus valt te lezen dat de arrestant “te 09.15 uur is heengezonden”. De SS’er heeft gezwijnd; hij heeft onbekommerd naar huis kunnen gaan.

***

En daarmee kwam deze eigenaardige kwestie van identiteitsroof ten einde. Want zonder achternaam is niet te achterhalen wie de Duitse jood was die de personalia van Johannes Baas heeft gebruikt, en ook niet de Duitse SS’er. Deze kwestie zal altijd onopgehelderd blijven.
        Rest nog die ene klemmende vraag: was de echte Johannes Baas misschien joods? Nee, reageert Stadsarchiefmedewerker Peter Kroesen beslist. Op de gezinskaart van Johannes’ vader Hendrik Baas, waarop – in tegenstelling tot de persoonskaarten – het geloof niet is afgedekt, valt te zien dat vader, moeder en al hun kinderen Nederlands Hervormd waren, behalve merkwaardig genoeg Johannes. Bij hem staat in de kolom over de geloofsovertuiging juist niets. Met andere woorden: Johannes had geen geloof.

* Nieuwe gegevens lossen mysterie niet op

Nader onderzoek heeft nog enkele feiten opgeleverd over Johannes Herman Frederik Maria Baas, maar die maken de kwestie alleen maar raadselachtiger.

Hedenmorgen
Daags nadat bovenstaand artikel was geplaatst, berichtte archiefonderzoekster Erica van Dooremalen dat ze nog wat had gevonden over Johannes Baas (geboren Amsterdam, 16.7.1909). Ten eerste dat hij op woensdag 21 juni 1944 om 01.15 uur namens de Politieke Politie in bewaring is gesteld in het Hoofdbureau van Politie in Dordrecht. In het dagrapport staat dat hij “hedenmorgen” naar Rotterdam moest worden gebracht.
        Dat gebeurde diezelfde ochtend ook, om 08.30 uur. “Onder geleide van” de opperwachtmeesters Prins en Nijsse wordt Baas, wonend Sweelinckstraat 9, op transport gesteld naar de SD in Rotterdam, zie de bijgaande foto’s van de dagrapportnotities.
        Deze Dordtse gegevens sluiten aan op wat in bovenstaande verhaal al wel staat, namelijk dat Baas in Rotterdam (maar even) in de cel is gezet en nog diezelfde 21ste juni is doorvervoerd naar Kamp Westerbork. “Daarna verdween hij compleet uit het openbare leven”, meldt het artikel.
        Maar ook op dit punt vond Van Dooremalen alsnog aanvullende informatie. En wel dat Johannes Baas (van de Wijnstraat 71) als nummer 2155 op 17 augustus 1945 een inenting krijgt, zie bijgaande foto. Dat valt op te maken uit de Dordtse administratie van “Inentingen gerepatrieerden uit Duitsland 1945”, die Van Dooremalen heeft opgediept in het archief.
        Baas is zo’n gerepatrieerde, want er staat verder: “Oranienburg 30/5/45”. Dit duidt erop dat hij kennelijk van Westerbork is getransporteerd naar Oranienburg, een stad boven Berlijn. In Oranienburg bevond zich het concentratiekamp Sachsenhausen. Is Baas daar dan opgesloten geweest?
        Aan de staf van het huidige Gedenkstätte und Museum Sachsenhausen is gevraagd of daar een gevangene J.H.F.M. Baas bekend is. Vooralsnog is daarop nog niet gereageerd.

dagrapport van de Dordtse politie van 21 juni 1944 om 01.15

Uit het dagrapport van de Dordtse politie van 21 juni 1944: om 01.15 wordt Johannes Baas in bewaring gesteld.
Foto Erica van Dooremalen

dagrapport van de Dordtse politie van 21 juni 1944 om 08.30

En om 08.30 uur diezelfde ochtend wordt hij op transport gesteld naar de SD in Rotterdam.
Foto Erica van Dooremalen

Duitschsprekend
Ook dit nieuwe feit sluit aan bij wat al is gerapporteerd in bovenstaand verhaal, namelijk dat Baas op 27 augustus 1945, volgens een andere politieel dagrapport, in het pension aan de Wijnstraat 61 was opgepakt, omdat hij geen persoonsbewijs kon tonen. De politie noemde hem “een Duitschsprekende persoon”.
        Wat zo vreemd is aan ook al deze nieuwe gegevens is dat J.H.F.M. Baas in de oorlog helemaal niet meer bestond. De echte Johannes van 16.07.1909 was immers al op 26 april 1910 overleden. Hier is dus sprake geweest van identiteitsdiefstal. Maar wie was degene die zich deze valse identiteit had aangemeten: de Duitse jood of de Duitse SS’er? Beiden hadden zich volgens de Amsterdamse bevolkingsadministratie “illegaal met deze bescheiden [van de overleden Baas, red.] trachtten te dekken”. Alle twee zijn ze ook Duitschsprekend.
        Oók met de nieuwe feiten blijft dit mysterie helaas nog onopgelost.

Johannes Baas gevaccineerd in Dordrecht, op 17 augustus 1945

Na de oorlog wordt Johannes Baas, bij terugkeer uit Oranienburg en wonend in de Wijnstraat 61, gevaccineerd in Dordrecht, op 17 augustus 1945. Wie was de man die de identiteit van Johannes Baas misbruikte?
Foto Erica van Dooremalen

 


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'