Het voorbije joodse dordrecht

Dordtse joden ingekleurd bij
digitalisering van archieven
* De oudste Holocaustslachtoffers van Dordrecht

website Oorlogsleven.nl

Dit is de homepage van de website oorlogsleven.nl, met een foto van mannen die vanuit Kamp Amersfoort, begeleid door Duitsers, worden afgevoerd. Wie in de zoekbalk ‘Joodsche Raad’ en ‘Dordrecht’ invult, krijgt een lange rij te zien van Dordtse joden die ook zijn gedeporteerd.
Foto Website ‘Oorlogslevens.nl’

Almaar meer wordt er bekend over de jodenvervolging in Nederland, dankzij de almaar voortschrijdende digitalisering van archieven.
        Eind juni 2020 is bijvoorbeeld via de website Oorlogslevens.nl − een zoekdienst waarvoor verschillende namendatabases aan elkaar zijn gekoppeld − de cartotheek van de Joodsche Raad ‘opengegooid’. Deze administratie staat nu online, 75 jaar na de bevrijding. Nabestaanden, belangstellenden en onderzoekers kunnen reconstrueren waar de slachtoffers van de Holocaust zijn geboren en in welk kamp zij zijn vermoord.
        De website ‘Oorlogslevens.nl’, ook pas gelanceerd in februari 2020, is ontwikkeld door het Netwerk Oorlogsbronnen (NOB), een samenwerkingsverband van meer dan honderd organisaties. De redactie van deze Dordtse Stolpersteine-website heeft het NOB gevraagd of het uit de cartotheek de joden kan filteren die in Dordrecht zijn geboren of er hebben gewoond. Tessa Free, woordvoerster van het NOB, stuurde een bijlage (pdf) met de namen van 206 personen.
        Die namen zijn vergeleken met de Lijst 1 en Lijst 2 op deze Stolpersteinesite, om zo te kunnen checken of er onvolkomenheden tussen zitten. Er zijn er enkele gevonden, die hierna worden toegelicht. Maar de redactie deed al verifiërend nog een ontdekking: bij sommige van de vermoorde Dordtse joden zijn persoonsfoto’s geplaatst die zichtbaar zijn ingekleurd. Dat werkt vervreemdend, want van diezelfde mensen bestaan alleen maar zwart-witbeelden.
        Nog zo’n vorm van voortschrijdende digitalisering: foto’s een kleurtje geven.
In dit achtergrondverhaal: waaruit bestond de originele kaartenbak van de Joodsche Raad, welke nieuwe gegevens zijn daaruit tevoorschijn gekomen voor deze Dordtse website? En: door wie en waarom hebben (privé-)afbeeldingen van Holocaustslachtoffers kleuren gekregen?

kinderen lopen, ergens tussen 1940 en 1945, in de doorgang van het Hof naar het Steegoversloot

Voor de website ‘Oorlogslevens.nl’ is informatie uit allerlei databases in binnen- en buitenland gebundeld. Daardoor krijgen bezoekers “een beter beeld van wat er met individiele mensen in de oorlogsperiode is gebeurd”. Deze onschuldige foto toont twee van zulke levens in de oorlog, toegespitst op Dordrecht: kinderen lopen, ergens tussen 1940 en 1945, in de doorgang van het Hof naar het Steegoversloot. De foto is gemaakt door een Duits bureau, Stapf Bilderdienst, en is bij het Nationaal Archief gratis te downloaden.
Foto Nationaal Archief (nr. 2.2405.02).

Administratie
De Joodsche Raad, opgericht door de bezetter in februari 1941, is behoorlijk omstreden. Eerst vertegenwoordigde de Judenrat alleen nog Amsterdam, later heel joods Nederland. De instelling stelde de lijsten vast van degenen die gedeporteerd moesten worden – of wie uitstel kon krijgen. Zij bracht in kaart waar de joden woonden. Daarmee maakte zij het de nazi’s alleen maar makkelijker, was na de oorlog de kritiek. Door de afgedwongen collaboratie was de Joodsche Raad in feite een handlanger van de Duitsers.
        De administratie die de Joodsche Raad gebruikte, “is bewaard gebleven”, zo valt te lezen in een toelichtend artikel over die cartotheek op de website ‘Oorlogslevens.nl’. Zij bevat vooral informatie over het verkrijgen van uitstel voor transport, registratie in kamp Westerbork en de deportatie. “Soms worden plaats en datum van overlijden genoemd, of andere aanvullende, naoorlogse referenties.”
        Eerst dit ter toelichting: gegevens over (bijvoorbeeld joodse) personen in de Tweede Wereldoorlog, alsook informatie over levensgebeurtenissen in de oorlogstijd, waren alleen zeer verspreid te vinden, in databestanden en archiefcollecties van z’n twintig uiteenlopende instellingen in binnen- én buitenland. Zoals de Oorlogsgravenstichting, kamp Westerbork, de website ‘WieWasWie’ van het Centrum voor familiegeschiedenis CBG, de Nationale Database Vervolgingsslachtoffers, de website ‘Joods Monument’, de stichting Sobibor, de stichting 18 september, het Nationaal Archief, kamp Vught, de website ‘OnlineBegraafplaatsen’, afdeling Oorlogsmonumenten en de Duitse Arolsen Archives.
        In ‘Oorlogslevens’ zijn al deze bronnen bijeengesprokkeld en geautomatiseerd gekoppeld. Een miljoen namen, afkomstig uit al die verschillende collecties, werden “door slimme algoritmes met elkaar vergeleken”, legt de website uit. “Vervolgens zijn gegevens die over dezelfde persoon gaan, aan elkaar verbonden.” Zo konden van bijna 300.000 mensen, door de website ‘oorlogsbetrokkenen’ en ‘oorlogsgetuigen’ genoemd, de levens worden uitgetekend. “Denk daarbij aan gevangenen in (concentratie)kampen en gevangenissen, slachtoffers van bombardementen, tewerkgestelden, verzetsstrijders, militairen, joodse, Sinti- en Roma-slachtoffers.”

Mozes van Dam

Mozes van Dam wordt wel genoemd in de cartotheek van de Joodsche Raad, maar de registratiekaart van hem komt uit de Duitse Arolsen Archives. Mozes is het oudste Holocaustslachtoffer van Dordrecht. Geboren op 11 januari 1847 was hij bijna 96 jaar toen hij in kamp Westerbork, feitelijk op weg naar een vernietigingskamp, stierf op 3 december 1942, zoals ‘Het Joodsche Weekblad’ meldde op 11 december. Oud-antiquair Mozes was een weduwnaar, met zijn vrouw Rosetta van Ploeg kreeg hij negen kinderen. Bij zijn arrestatie woonde hij bij zijn jongste dochter Sara, op het adres Stadhoudersplein 18b in Rotterdam. Zie voor meer details over de oudste Dordtse slachtoffers het kader onderaan nevenstaand verhaal.
Foto’s Arolsen Archives en Delpher

Rode Kruis
Aan de verscheidenheid van gegevens is onlangs de cartotheek van de Joodsche Raad toegevoegd. De kaartenbak is decennialang beheerd door het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Die gebruikte de cartotheek voor “tracing- en opsporingswerk” en voor het verifiëren van claims op compensatie- en reparatieregelingen. De kaarten zijn voorlopig ondergebracht bij het Nationaal Archief. Een adviescommissie van het Rode Kruis onderzoekt wat de definitieve bewaarplaats van de cartotheek zou kunnen zijn.
        Een jaar eerder dan via de website Oorlogslevens waren de Joodsche-Raadkaarten in te zien in de zogeheten Arolsen Archives: wereldwijd het omvangrijkste archief van Holocaust-slachtoffers, gevestigd in het Duitse Bad Arolsen. Dit archief beschikte altijd al over kopieën van de originelen (scans in zwart-wit van microfiches uit de jaren tachtig) en zette ze in 2019 online.
        Ten behoeve van de openbaarmaking via de website ‘Oorlogslevens.nl’ is de administratie van de Joodse Raad opgeschoond. Hoe dat gebeurde, ontvouwt het artikel: de circa 165.514 namen op de kaarten zijn “ontdubbeld”, en de onleesbare werden verwijderd. Daardoor slonk het aantal tot 128.951 namen.
        Vervolgens werden deze gegevens van achternaam, voornaam en geboortedatum gekoppeld aan de andere bronnen die deel uitmaken van ‘Oorlogsbronnen.nl’. Op basis daarvan ontstonden 81.369 “matches”, passende combinaties dus met informatie over dezelfde persoon uit andere databases. Van welgeteld 80.094 personen uit de cartotheek kunnen op die wijze iemands geboorteplaats én de plaats van overlijden worden achterhaald; beter gezegd: aan elkaar gelinkt.
        Van de naar schatting 140.000 joden in Nederland zijn er 107.000 gedeporteerd. Van hen hebben er ongeveer 5450 de concentratie- en vernietigingskampen overleefd.

Cato Hen-Braadbaart

Cato Hen-Braadbaart is een van de vijf mensen die aan Lijst 2 is toegevoegd. Zij had op zaterdag 20 september 1941 met haar man Elias Hen de 25-jarige echtvereniging gevierd. Elias en de twee kinderen hebben de Holocaust overleefd.
Foto Joods Monument

Dordrecht
De cartotheek, inmiddels raadpleegbaar via ‘Oorlogslevens.nl’, lijkt niet zomaar te doorzoeken op Dordtenaren. Wie het steekwoord ‘Dordrecht’ invult in de zoekbalk, krijgt lles te zien dat verband houdt met de stad – niet alleen de vervolgde joodse inwoners, ook de lokale dwangarbeiders en gesneuvelde soldaten. Zoals communicatieadviseur Tessa Free e-mailde: een bezoeker kan niet “op één soort bron binnen een bepaalde plaats zoeken”. Want in de website ligt “de focus op individuele personen”.
        Toch merkte de redactie dat er een manier is om een idee te krijgen van wat de cartotheek heeft geregistreerd over Dordtenaren, vandaar het woord ‘lijkt’ hiervoor. Wie de woorden ‘Joodsche Raad Dordrecht’ invult, krijgt 201 resultaten. Het bestand dat Tessa Free toestuurde uit “de achterkant van de website” bevat 206 namen, en op dat overzicht heeft de redactie zich geconcentreerd. Een belangrijke reden daarvoor is dat de pdf ook links bevat naar allerlei bronnen over een en dezelfde persoon. Voor research is dat alleen maar handig.
        Wat is er met de Dordrecht-file van het Netwerk Oorlogsbronnen gedaan?
        Alle 206 namen die daarin voorkomen, zijn vergeleken met de Lijst 1 en Lijst 2 elders op deze Stolpersteinewebsite. Lijst 1 telt de 206 namen en adressen in Dordrecht van joden die in deze gemeente zijn geboren en er tijdens de oorlog nog woonden of verbleven. Tussen hen staan ook mensen die uit het buitenland afkomstig zijn of die, door werk of huwelijk, uit andere provincies in Dordrecht waren beland. Lijst 2 toont de 180 geboren joodse Dordtenaren die elders in Nederland woonden en dáár werden opgepakt. Ex-Dordtenaren dus.
        Al deze namen zijn naast de ‘Dordtse’ namen uit de cartotheek gelegd – om nog eens te kunnen checken of de lijsten wel kloppen. De Lijsten 1 en 2 zijn weliswaar gebaseerd op de betrouwbare herdenkingswebsite ‘Joods Monument’, maar die is niet af: zij wordt doorlopend aangevuld en verbeterd.

Zwijndrecht
Wat bleek er zoal tijdens deze controle? Ten eerste dat er in het Dordtse bestand van de cartotheek ook namen staan van mensen die bij Zwijndrecht horen. De zijn er vijf, en die vervallen: Zwijndrecht is een zelfstandige gemeente, die bovendien beschikt over een eigen Stichting Stolpersteine (zie: stolpersteine-zwijndrecht.nl). De vijf betrokkenen zijn: Herman Levisson, Elias Levisson, Leo Meijer, Hanna Meijer en Tobias den Hartog. Hun persoonsgegevens zijn behalve in ‘Oorlogslevens.nl’ oproepbaar bij ‘Joods monument.nl’.
        Nog iemand die in de cartotheek voorkomt als zijnde verbonden met Dordrecht, is Otto Sachs, geboren in Kaiserslautern op 21 augustus 1884, vermoord in Sobibor op 21 mei 1943. Otto heeft inderdaad in Dordrecht gewoond, samen met zijn vrouw Ella. Zij waren gevlucht uit Duitsland en dreven vanaf 16 oktober 1936 de hoedenwinkel ‘Maison Pennock’ op de Blekersdijk (zie verhaal 41). Kort na het begin van de oorlog verhuisden zij naar Gorinchem.
        Otto, Ella en hun kinderen Marianne en Hannelore (de dochters overleefden de oorlog) zijn met andere woorden oud-Dordtenaren, zij waren inmiddels immers Gorkummers geworden. Het gezin hoort bij Gorkum, niet bij Dordrecht. Ook Gorkum heeft een stichting Stolpersteine (zie: struikelsteentjesgorinchem.com/). Weliswaar vermeldt Lijst 2 verschillende oud-Dordtenaren, maar dit betreft allen geboren Dordtenaren. Er bestaat geen lijst van omgebrachte joden die op enig moment kort of lang in Dordrecht hebben gewoond.

Ontbrekenden
De belangrijkste uitkomst van het tegen elkaar afvinken van namen is dat Lijst 1 niet hoeft te worden gecorrigeerd. Er zijn niet nóg meer Dordtse Holocaustslachtoffers uit gedigitaliseerde archieven opgedoken. Maar Lijst 2 behoeft aanvulling. Verschillende geboren Dordtenaren worden wel genoemd in de cartotheek, maar niet op Lijst 2. Of ze worden wel zijdelings genoemd in de samenstelling van een gezin, maar niet als een zelfstandig persoon. Deze vier ontbrekende mensen zijn inmiddels toegevoegd aan de lijst, die daardoor verfijnd kon worden en zodoende groeide naar 183.
        Dit zijn ze:
        1. Abraham Zadoks, Dordrecht, 2 augustus 1868 – Sobibor, 30 april 1943, 74 jaar.
        Abraham, commissionair in effecten, was de echtgenoot van Cato Emanuel en vader van drie kinderen.
        Zijn laatste woonadres was: de Joodse Invalide, Weesperlplein 1, Amsterdam.

        2. Henriëtte Tonninge, Dordrecht, 26 juni 1898 – Auschwitz, 13 november 1942, 44 jaar.
        Beroep: werkster. Zij woonde vanaf 22.2.1922 in Amsterdam. Haar laatste woonadres was: Oudekennissteeg 4 huis, Amsterdam.
        3. Betje Braadbaart-de Goeije, Dordrecht, 5 oktober 1862 – Auschwitz, 27 augustus 1943, 80 jaar.
        Betje trouwde op 2 mei 1883 in Dordrecht met Jacob Braadbaart, die op 24 augustus 1935 in Dordrecht overleed. Sinds januari 1939 woonde Betje in bij haar schoonzoon Eliazer Englander, die met haar dochter Veronika Braadbaart gehuwd was (zie verhaal 238). Zij had ook nog een zoon, Philip Jacob Braadbaart.
        4. Emma Leviticus-Golstein, Heerlen, 14 februari 1883 – Auschwitz, 24 september 1942, 59 jaar.
        Emma trouwde op 1 maart 1910 in Heerlen met metaalhandelaar Felix Leviticus (Grave, 8 april 1879 – Auschwitz, 24 september 1942, 63 jaar). Woonadres: Corn. de Wittstraat 54 rood, Dordrecht.

Via website Oorlogslevens.nl ingekleurde foto’s van omgebracht Dordtse joden

Via de website ‘Oorlogslevens.nl’ kwamen ineens ingekleurde foto’s tevoorschijn van omgebracht Dordtse joden. Dit zijn er enkele voorbeelden van, met ernaast de originele zwart-wit foto.
Dit zijn de desbetreffende personen:
Samuel Levisson
Betje Son Braadbaart
Benjamin Cohen
Sara Meijer-Braadbaart
Betje Noach-van Gelder

Kleur
Van nog een ontdekking keek de redactie nogal op. Sommige joodse Dordtenaren zijn op de website ‘Oorlogsleven.nl’ in kleur afgebeeld. Dat was raar, omdat die persoonsfoto’s ook voorkomen op de Dordtse Stolpersteine-site, maar in zwart-wit – zoals ze ooit zijn gevonden in de beeldbank van het Dordtse archief, bij ‘Joods Monument’ of op andere websites, de genealogische site ‘Geni.com’ bijvoorbeeld.
        Van vijf Dordtse personen is de foto kleurrijk gemaakt. Ze staan bij dit artikel afgebeeld, met de originele foto in zwart-wit erbij.
        Het inkleuren roept de netelige vraag op of het moreel-ethisch wel netjes is om vermoorde joden naderhand een kleurtje te geven? Is dat fotohistorisch niet een vorm van geschiedvervalsing? Ze zijn immers nooit in kleuren vastgelegd. Is dit, kortweg, onschuldig opfrissen of opleuken? En wie had deze mensen überhaupt een kleurtje gegeven? Met welk motief?
        Tessa Free van het Netwerk Oorlogsbronnen kon de vragen niet beantwoorden. Ze wees erop dat behalve alle persoonsgegevens, óók de portretten “via een partner” worden aangeleverd. Ze ried aan contact op te nemen met de Stichting 18 september in Eindhoven, de partner.
        Secretaris F.W. (Frank) van Dijk van deze organisatie beaamde het desgevraagd: de stichting is aan het experimenteren met ingekleurde foto’s, sinds maart 2020.

Digitalisering
Van Dijk legde uit wat eraan vooraf is gegaan. Eindhoven heeft in de periode 2009 tot 2011 Stolpersteine geplaatst voor alle 274 joodse slachtoffers. “In 2016 zijn wij deze gaan digitaliseren in de website, en later in de app ‘Struikelstenen-gids’.” Dit project nam een vlucht, toen in 2018 enkele steden lieten weten óók in deze app opgenomen te willen worden.
        De stichting kwam er toen “al snel achter dat vele organisaties achter Stolpersteine in Nederland niet meer bestaan of waren opgeheven”. Dit leidde ertoe dat de stichting in samenspraak met ‘Joods Monument’ alle Nederlandse Stolpersteine is gaan opnemen in een database, in januari 2020 aangevuld met de (zeshonderd) Belgische struikelsteentjes.
        De oorspronkelijke website was alleen in het Nederlands, vertelt Van Dijk. Maar de stichting kreeg verzoeken om haar meertalig te maken. Het merendeel van de Belgische stenen is bijvoorbeeld in het Frans. De website is nu beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels. En zij heeft een nieuwe naam gekregen (map.stolpersteine.app). Een volgende stap is, zegt Van Dijk, een nieuw app bouwen. “Dat is een hele klus als je het niet dagelijks doet. Al het werk wat wij doen, is al vrijwilligerswerk. Het komt bovenop ons normale werk.”
        De Stolpersteine-website alleen al was een grote klus. Elke struikelsteen in die database is “handmatig door ons ingevoerd en gecontroleerd” aan de hand van databases van het Joods Cultureel Kwartier, de Oorlogsgravenstichting en het Netwerk Oorlogsbronnen, aldus Van Dijk. Tot op heden (juli 2020) zijn er bijna tienduizend stenen opgenomen. De Stolpersteine die in Dordrecht zijn aangebracht, komen er vanzelfsprekend ook in voor. Ze kunnen worden opgeroepen via deze link: map.stolpersteine.app/nl/dordrecht/

Confronteren
Inmiddels is de Stolpersteine-website, of eigenlijk de database waarop zij is gebaseerd, onderdeel geworden van het Netwerk Oorlogsbronnen, en daarmee van de website ‘Oorlogslevens.nl’. En zo werden ineens die ingekleurde foto’s zichtbaar. Wat bewoog de stichting om zwart-wit foto’s een kleur te geven?
        Frank van Dijk zegt dat de stichting “vooral van de jeugd” te horen kreeg dat ingekleurde foto’s “veel tastbaarder” zijn. Zwart-wit weerspiegelt het verleden, kleur haalt de tijd dichterbij – zo redeneerden de jongeren. De stichting vernam dit bij de projecten en onderzoeken die zij in Eindhoven doet. “Leerlingen van middelbare scholen gaan op zoek naar verhalen achter Stolpersteine en achter oorlogsgraven.” Op zeker moment is toen het experiment met inkleuren ontstaan.
        “Lang niet elke foto is geschikt om in te kleuren”, nuanceert Van Dijk. “Het heeft vooral te maken met de hoeveelheid gradaties en optimale resolutie om een en ander mogelijk te maken.” De stichting streeft ernaar om voor het einde van 2020 “de gehele database, met bijna 10.000 Stolpersteine en ruim 4500 profielfoto’s, “omgezet te hebben naar kleur” − voor zover mogelijk. “De praktijk wijst uit dat bijna vijftig percent van de foto’s daarvoor geschikt is.”

familiefoto Braadbaart

Op de website van Joods Monument staat een enkele foto van leden van de familie Braadbaart. Ook in de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) zijn er enkele te vinden. De foto’s worden hier getoond, met bronvermelding.
Deze eerste foto laat al meteen enkele Braadbaarts tegelijk zien. De foto is gemaakt bij verfhandelaar Philip Jacob Braadbaart op de Voorstraat, in 1940 of 1941, tijdens een feestje, zo lijkt het.
Staande v.l.n.r. gaat het om Alie Piket, Roosje Braadbaart, mevrouw Kool, mevrouw Piket, mevrouw W. Gelissen,
de heer Kool (bedrijfsleider Albert Heijn) en de heer E. Gelissen (parapluwinkel Martinot).
Zittend: mevouw Piket sr., de heer Philip Jacob Braadbaart (huisschilder), dochter Betje (‘Beppie’) Braadbaart,
heer Piket en moeder Kaatje Braadbaart-Breemer.
Foto RAD (nummer 552_305165)

Netjes?
Van Dijk gaat ten slotte in op de hamvraag: moet je authentieke zwart-wit van overledenen wel willen inkleuren? Is dat foto-historisch en moreel wel zo netjes?
        “Allereerst”, reageert hij, “wil ik zeggen dat aan de foto’s niets wordt veranderd. Er worden geen zaken toegevoegd of verwijderd. Het doel van het inkleuren is om meer gevoel te krijgen bij het gezicht en ook om meer te confronteren. Vooral jongeren zijn gevoeliger voor kleuren foto’s dan voor zwart-wit, je brengt zaken een stuk dichter bij.”
        Hij verwijst naar de film ‘They shall not grow old’, die, veronderstelt hij, “wij allemaal hebben gezien”. De film toont ingekleurde historische beelden van de Eerste Wereldoorlog. “Het doel van deze film was het dichterbij brengen van de historie. Wat we doen, doet geen enkele afbreuk aan de historie, we proberen enkel het beeld dichter naar nu te brengen.”
        Hij wijst ook op de film over Alfred Konrad Gemmeker, de commandant van kamp Westerbork. Daarin zijn de beelden die de Duitse fotograaf van joodse afkomst Rudolf Breslauer in Westerbork maakte, “ook ingekleurd, mét hetzelfde doel”
(zie: rtlnieuws.nl/nieuws/video/video/4846796/film-tweede-wereldoorlog-kleur-je-ziet-mensen-zoals-jij-en-ik).
        “Dus ja”, herneemt Van Dijk, “ik vind het wel moreel-ethisch verantwoord om foto’s in te kleuren, zolang je maar geen afbreuk doet aan de slachtoffers. Fotohistorisch is het misschien niet altijd correct, je weet immers niet altijd of de gekozen kleuren de juiste zijn. Maar in dit geval is het bedoelde effect (dichter naar nu brengen, confronteren) belangrijker.”
        De websites die de ingekleurde foto’s laten zien, dienen daarnaast “een hoger doel”. “Namelijk dat wij nimmer mogen vergeten wat er gedurende de Holocaust is gebeurd. We weten maar al te goed hoe makkelijk sommige zaken wéér kunnen gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan de genocide in Srebrenica 25 jaar geleden in onze eigen achtertuin Joegoslavië.”
        Mochten er niettemin nazaten zijn, besluit hij, die expliciet tegen het inkleuren van foto’s van hun familie zijn, dan worden ze onverwijld verwijderd. Of de originele zwart-witbeelden worden teruggeplaatst.

* De oudste Holocaustslachtoffers van Dordrecht

De cartotheek van de Joodsche Raad op de website ‘Oorlogslevens.nl’ maakt het mogelijk na te gaan waar een Holocaustslachtoffer is geboren en in welk kamp hij of zij is vermoord. Dordrecht komt in de administratie voor met 201 personen.
In dit kader worden de oudste slachtoffers onder de joodse Dordtenaren op een rij gezet. Om nog eens te laten zien dat de Duitsers behalve baby’s van soms maar enkele maanden oud, er niet voor terugdeinsden om ook stokoude mensen te doden. Of deze stierven thuis, veelal in doodsangst.
Deze tien mensen zijn geboren in Dordrecht of hebben er gewoond.

 

 

 

 

 

Aäron Leviticus is het een na oudste Dordts-joodse slachtoffer

Aäron Leviticus is het een na oudste Dordts-joodse slachtoffer. Hij 93 jaar toen hij op 28 april 1942 in Dordrecht overleed, wonend aan de Spuiweg, op nummer 94, berichtte ‘Het Joodsche Weekblad’ op 1 mei 1942. Samen met zijn echtgenote Catharina van Leeuwen kreeg hij tien kinderen. Hoewel hij in zijn woonplaats stierf, noemt ‘Joods Monument’ hem op de herdenkingssite. Daarmee is hij erkend als Holocaustslachtoffer.
Foto Delpher

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

overlijdensadvertentie van Nathan Braadbaart

Nog een overlijdensadvertentie, voor Nathan Braadbaart, in het ‘Algemeen Handelsblad’ van  4 september 1940. Nathan woonde in bij zijn dochter Cato in Amsterdam.
Foto Delpher

        1. Mozes van Dam, Dordrecht, 11 januari 1847 – Westerbork, 3 december 1942, 95 jaar.
Woonde op het laatst in Rotterdam, bij zijn jongste dochter Sara. Op de website ‘Joods Monument’ schrijft een familielid van wie de naam ongenoemd blijft: “Hij was mijn overgrootvader en ik herinner mij hem nog goed. Hij was nog erg flink voor zijn leeftijd.” Oud-antiquair Mozes kreeg aanvankelijk een laatste rustplaats op de joodse begraafplaats in Assen, maar is later herbegraven op de joodse begraafplaats Toepad in Rotterdam.
        2. Aäron Leviticus, Vierlingsbeek, 3 januari 1849 – Dordrecht, 28 april 1942, 93 jaar.
Aäron was een koopman van vodden, lorren en oudijzer. Hij woonde aan de Spuiweg in Dordrecht, op nummer 94 (nu: 146-148). Van de tien kinderen die hij en Catharina van Leeuwen kregen, stierven er vier voor de oorlog, zes in de oorlog.
        3. Adolf Goldschmidt, Lemförde, 29 september 1851 – Westerbork, 6 december 1942. 91 jaar.
Adolf, die in Dordrecht woonde aan de Singel op nummer 135 (nu: 201), is begraven op de joodse begraafplaats in Assen.
        4. Roosje den Hartog-Zwart, Alblasserdam, 22 augustus 1852 – Sobibor, 5 maart 1943, 90 jaar.
Haar laatste woonadres was: Varkenmarkt 9 onder (nu: 13).
        5. Mozes Redlich, Dordrecht, 14 juli 1854 – Sobibor, 16 juli 1943, 89 jaar.
Mozes, echtgenoot van Leentje Graveur (Rotterdam, 27.4.1862), verbleef samen met haar in het Israëlitisch Oude Mannen- en Vrouwenhuis Newee Sjalom aan de Neuhuyskade 90-92 in Den Haag, toen zij werden opgepakt en gedeporteerd. Beiden werden vergast in Sobibor, op dezelfde dag, Leentje was 80 jaar oud.
        6. Elizabeth van Wageningen-Monatz, Dordrecht, 16 juni 1852 – Den Haag, 25 februari 1941, 88 jaar.
Elizabeth, weduwe van Jacob van Wageningen (1840-1879) woonde met haar gezin aan de Hooftskade 114 in Den Haag. Haar vier kinderen Jacob, Roosje, Ester en Henriëtta zijn allen in de oorlog vermoord.
        7. Betje Tonninge-van Stedum, Dordrecht, 19 januari 1856 – Amsterdam, 27 februari 1941, 84 jaar.
Betje trouwde in 1909 met Nathan Tonninge (Dordrecht, 9.6.1859), die voor de oorlog overleed, op 10 maart 1920. Zij werd gearresteerd bij een razzia in de Joodse Invalide, dat was gevestigd aan het Weesperplein, op nummer 1.
        8. Mozes Levisson, Klikow, 25 mei 1858 – Poortugaal, 9 januari 1943, 84 jaar.
Voormalig logementhouder, woonde in Dordrecht aan Elfhuizen op nummer 4 rood (nu: 6). Hij was de echtgenoot van Jette de Boers (Amsterdam, 6.1.1877), met wie hij tien kinderen kreeg, die allen de oorlog hebben overleefd. Vanwege dementie verbleef hij vanaf begin jaren ’40 in een bejaardenhuis in Poortugaal. Jette is vermoord in Sobibor, op 5 maart 1943, 66 jaar oud.
        9. Nathan Braadbaart, Dordrecht, 4 november 1857 – Amsterdam, 3 september 1940, 82 jaar.
Nathan trouwde op 25 februari 1890 met Bela Frank (Zierikzee, 4.8.1862) en scheidde van haar op 3 maart 1939. woonde vanaf 21 maart 1939 bij zijn dochter Cato Hen-Braadbaart, aan de Roerstraat 92 II in Amsterdam. Bela en Nathan kregen in totaal vijf kinderen, een dochter en vier zonen: Philip, Adolf, Jacques en Maurits.
        10. Grietje Sanders-van Gelder, Dordrecht, 11 augustus 1858 – Rotterdam, 24 januari 1941, 82 jaar.
Grietje is tweemaal getrouwd, eerst op 6 april 1881 in Rotterdam met Levie Sitters (1858-1898), daarna op 3 juni 1908 in Rotterdam met Jakob Sanders (1849-1925). Vier kinderen van Grietje en Levie zijn in de oorlog omgekomen. De weduwe woonde op het laatst in het Israëlitisch Oudeliedengesticht aan de Claes de Vrieselaan 70 in Rotterdam. Zij is in Rotterdam begraven.



< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'