Het voorbije joodse dordrecht
Maria Tokkie liet zich bij
haar huwelijk ‘ontjoodsen’
Het (inmiddels gesloopte) Huis van Bewaring in de Doelstraat in 1973. |
Ze was joods, ze werd Nederlands Hervormd.
Toen Maria Tokkie op 4 juli 1921 in Breda trouwde met de Nederlands Hervormde Theodoor Boender zwoor ze het joodse geloof van haar ouders af. Ze sloot zich aan bij het kerkgenootschap van haar echtgenoot, die geboren was in Oud-Beijerland en in Dordrecht werkte als directeur van de gevangenis in de Doelstraat.
Ruim voor de Tweede Wereldoorlog had zij haar joodse afkomst dus afgezworen.
Toch zou die afkomst aan haar blijven kleven. Haar naam komt voor op een zogenoemde Naamlijst van Joodse inwoners in Dordrecht. Een aantal van hen, ongeveer de helft, is destijds gearresteerd door Dordtse politieagenten.
Maria Tokkie heeft op die lijst nummer 471 gekregen, maar het is niet vastgesteld kunnen worden of zij daadwerkelijk is opgepakt. Er is in ieder geval geen arrestantenkaart van haar aangetroffen. Schijnbaar is Maria tijdens de Holocaust ongemoeid gelaten − misschien omdat zij gemengd getrouwd was?
Feit is dat Maria Tokkie een overlevende is, ze stierf in 1966. In dit korte artikel wordt haar ontjoodste leven geschetst.
De geboorteakte van Maria Tokkie. Zij kwam ter wereld op 20 januari 1897 om acht uur ’s ochtends, in wijk C van Breda. |
De huwelijksakte van Theodoor Boender en Maria Tokkie. Zij trouwden in Breda op 4 juli 1921. |
Derde kind
Niet alleen Maria heeft de jodenvervolging weten te doorstaan, zo ook haar ouders.
Maria was het derde kind dat Abraham Tokkie (Rotterdam, 16 oktober 1868) kreeg met Elisabeth Cohen (Breda, 22 december 1862). Het echtpaar was op 15 december 1892 in haar geboorteplaats getrouwd, en in het jaar daarop baarde Elisabeth een eerste kind, zoon Joseph Abraham, op 28 september 1893 in Breda. Bijna twee jaar later verscheen er nog een zoon, Salomon Henri, ook in Breda, op 18 april 1895. Maria werd de laatste baby van dit echtpaar; zij kwam ter wereld op 20 januari 1897.
Op 24-jarige leeftijd trouwde Maria zelf, op 4 juli 1921 en nog altijd wonend in Breda, met de niet-joodse Theodoor Boender, een zoon van Arie Boender en Anna Catharina Engelen. Hij is geboren in Oud-Beijerland, op 3 januari 1895, hij was ten tijde van zijn bruiloft 26 jaar oud. Na drie jaar kregen zij hun eerste en enige kind: Abraham Arie Theodoor Boender. Hij werd geboren in Breda op 16 december 1924. Alle drie de gezinsleden werden ingeschreven als zijnde Nederlands Hervormd.
Theodoor was ten tijde van de bruiloft “administratief ambtenaar bij het gevangeniswezen”, zoals vermeld staat in de huwelijksakte, Maria was “zonder beroep”. Waar hij zijn functie (zoal) uitvoerde, is niet bekend, alleen dat hij zich op 10 oktober 1939 in Dordrecht vestigde. Hij werd hier directeur van de gevangenis in de Doelstraat, en ging met zijn gezin ook in dit Huis van Bewaring wonen, op nummer 24.
De Boenders kwamen toen overigens niet uit Breda, maar uit Alkmaar. Daar hadden zij gewoond in de Prins Bernhardlaan, op nummer 14.
De geboorteakte van Joseph Abraham, geboren op 28 september 1893 in Breda. |
De Dordtse archiefkaart van het gezin Boender, voor- en achterzijde. |
Naamlijst
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek dat Maria nog altijd werd beoordeeld op haar joodse oorsprong. Haar naam stond op een Naamlijst van Joodse inwoners, van wie bijna de helft ook is gearresteerd door de gevreesde Dordtse politieagenten én jodenjagers Theo Lucassen en Harry Evers. Maar zoals opgemerkt in de inleiding, is Maria niet aangehouden.
Kennelijk is ze ongemoeid gelaten. Maria is in later leven niet meer in verband gebracht met haar joodse wortels, ze was ervan losgekoppeld.
Niet alleen zij overleefde trouwens de Holocaust, het gold ook voor haar ouders. Haar moeder Elisabeth is wel kort na de bevrijding overleden, op 30 juni 1947 in Breda. Zij is 84 geworden. Haar vader Abraham, die van beroep kantoorbediende en boekhouder is geweest, heeft een uitzonderlijke hoge leeftijd bereikt: 104 jaar. Hij ging heen op 24 november 1972, in Breda.
Maria zelf heeft haar man Theodoor overleefd. Het echtpaar was inmiddels van Dordrecht naar Den Haag verhuisd, en in die gemeente stierf Theodoor op 4 maart 1961, om nul uur dertig, op 66-jarige leeftijd. Maria kwam te overlijden in 1966, op 6 februari 1966, om 07.30 uur. Hoe het hun zoon Abraham Arie Theodoor is vergaan, is niet achterhaald. Een overlijdensdatum is in openbare bronnen niet gevonden. Geboren in 1924 zal hij anno 2024 hoogstwaarschijnlijk niet meer leven − tenzij hij stokoud is.
Theodoor Boender is blijkens deze akte overleden in Den Haag op 4 maart 1961, kort na middernacht. |
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'