Het voorbije joodse dordrecht

Salomon Cohen: een onopvallende
man, die bijna onzichtbaar bleef

Salomon Cohen is in 1889 geboren op de Voorstraat vlakbij de Waalse Kerk

Salomon Cohen, van wie geen enkele foto is gevonden, is in 1889 geboren op de Voorstraat, op nummer 258 rood, vlakbij de Waalse Kerk. In de navolgende eeuw kwam op die plek de meubelzaak van de gebroeders Buytink te staan. Deze foto dateert van begin jaren dertig. In het midden van de foto staat de grote modezaak van Gerzon.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nr. 552_801715)


Cohen en Hoorenman zijn in ondertrouw gegaan

Een bericht in de ‘Dordrechtsche Courant’ van 28 juli 1888 meldt dat J. Cohen (moet zijn: I.) en H. Hoorenman in ondertrouw zijn gegaan.
Foto Delpher

Rosa is de kleine vrouw in winters tweedmantelpak

In de ‘Dordrechtsche Courant’ van 1 september 1889 wordt gemeld dat Hendrika Cohen-Hoorenman is bevallen van een zoon.
Foto RAD en Krantenbank RAD 

Salomon Cohen is geboren in Dordrecht en zijn bestaansrecht werd hem in 1942 rücksichtslos ontnomen in Auschwitz.
        Over het leven dat hij in de tussenliggende 53 jaar leidde, is weinig geregistreerd. Zijn geboortestad, zijn latere woonplaatsen, zijn huwelijk, de echtscheiding en zijn beroep – daarover zijn slechts enige officiële gegevens te vinden. Verder is van hem geen gepointilleerde schets te geven. Salomon Cohen was zo’n gewone man, die onopvallend bleef. Hij behoorde tot de onzichtbaren, de zijdelingse mensen op de achtergrond.
        Er is geen foto van hem aangetroffen in beeldbanken, hij heeft geen kinderen gekregen, en er is geen ooggetuige gevonden die de persoon Salomon Cohen kan inkleuren. Dit lot, die anonimiteit, deelde en deelt hij met de meeste Nederlanders.
        Maar dit betekent niet dat hij maatschappelijk van geen betekenis was, integendeel. Ook het kleine leven van Salomon Cohen hoort net zo goed gesignaleerd te worden. Ook híj werd slachtoffer van de jodenvervolging. Hij is in dat opzicht juist niet zo’n iemand die zomaar voorbij ging.
        In dit verhaal wordt het gordijn weggeschoven: wie was Salomon Cohen? Hoe verging het hem voordat de nazi’s hem het leven onvoltooid ontnamen? Een poging tot portret van een onbijzondere handelsreiziger, een levensloop zo goed als mogelijk ontrafeld.

geboorteakte Salomon op 29 augustus 1889

Volgens de geboorteakte is Salomon op 29 augustus 1889 ’s ochtends om half negen geboren.
Foto RAD en Krantenbank RAD

Salomon is het eerste en enige kind van vader Isaac en moeder Hendrika

Salomon is het eerste en enige kind van vader Isaac en moeder Hendrika, zo laat het burgerlijke-standsboek zien. Isaac, koopman van beroep, kwam op 31 december 1887 in Dordrecht wonen, aan de Riedijk 41, komend uit Hillegersberg. Hendrika voegde zich op 15 augustus 1888 bij hem. Voorstraat 258 boven werd hun nieuwe adres.
Op 6 augustus 1896 verhuisde het gezin naar Rotterdam, naar de Boezemsingel 110.
Foto RAD

Pakhuis
Isaac Cohen, de vader van Salomon, heeft een geboortedatum om te onthouden: hij kwam ter wereld op 12 december 1858, in Rotterdam. Op 31 december 1887 vestigde hij zich, komend uit Hillegersberg, in Dordrecht, op de Riedijk, op toenmalig nummer 41. Acht maanden later, op 15 augustus 1888, voegde Hendrika Hoorenman zich bij hem. Eerder die dag was zij, geboren 5 mei 1866 in Rotterdam, met Isaac getrouwd, in haar woonplaats. In Dordrecht betrok het echtpaar een bovenwoning op de Voorstraat, op nummer 258 rood. Isaac was inmiddels 29 jaar oud, Hendrika 22.
        Salomon werd hun eerste en enige kind. Hij werd geboren op 29 augustus 1889, om half negen ’s ochtends, in het ouderlijk huis aan de Voorstraat. Dit pand, vlakbij de Waalse kerk staand, zou in de nieuwe eeuw lokaal bekendheid krijgen: de meubelzaak van de Gebroeders Buijtink werd hierin gevestigd, een zaak die op 29 maart 1982 zou afbranden.
        Zeven jaar bleef het gezin Cohen in Dordrecht, waar Isaac (vanaf 1888) aan de Boogjes 39 beschikte over een pakhuis, zo leren kadastergegevens (perceel E00267). Het was een bewaarplaats van beenderen en lompen. Het gezin verhuisde op enig moment naar de Matthijs Balenstraat, nummer 1, al is daar in het bewonersboek geen verhuisdatum van genoteerd. Een indicatie geeft de advertentie die op 12 december 1894 in het Christelijk Nieuwsblad stond. In de kolom ‘Te huur aangeboden’ op pagina 4 staat dat er op het adres Voorstraat 258 een bovenwoning beschikbaar is, te bevragen bij Simon Zadoks & Zoon. Vóór die tijd zal de familie er weggetrokken zijn.
        Op 6 augustus 1896 wordt de Dordtse periode afgesloten. Het gezin strijkt neer in Rotterdam, aan de Boezemsingel, op nummer 110. Isaac is ondertussen magazijnbediende af en koopman geworden.
        Lang heeft hij dit beroep niet kunnen uitoefenen. Isaac overleed vrij jong, op 42-jarige leeftijd, op 12 december 1900 in Bloemendaal. Met andere woorden: hij stierf op dezelfde dag, de 12de van de 12de, als hij werd geboren. Hendrika, de weduwe, werd na zijn dood eigenaresse van het pakhuis in Dordrecht. Ook niet voor lang: zij overleed op 3 juli 1903 in Rotterdam, pas 37 jaar oud.

Rotterdamse gezinskaart van Salomon Bosman en Louisa Marianna Hoorenman

Een stap voorwaarts in de tijd. De ouders van Salomon zijn overleden, Isaac in 1900 in Bloemendaal, zijn moeder in 1903 in Rotterdam. Deze kaarten, voor- en achterzijde, zijn van het Rotterdamse gezin van Salomon Bosman en Louisa Marianna Hoorenman, denkelijk familie van Salomon’s moeder. Tweemaal woont Salomon in bij deze mensen, in 1904 en 1912. Salomon is inmiddels van magazijnbediende handelsreiziger geworden.

Op 23 april 1912 verlooft Salomon zich met Helena Jools

Op 23 april 1912 verlooft Salomon zich in Rotterdam, blijkens de ‘NRC’ van 23 april, met Helena Jools. Trouwen doen ze veel later pas, op 29 juli 1920. Het ‘Algemeen Handelsblad’ vermeldt het huwelijk in de editie van 30 juli, in een andere, onbekende krant bedankt het echtpaar voor alle ondervonden belangstelling. Foto’s Delpher en Website ‘Centrum voor familiegeschiedenis CBG’

Herenmode
Salomon was nu als enige van het gezin overgebleven. Hij werd koopman, net als zijn vader. Meer precies: hij werd een handelsreiziger in herenmodeartikelen. Met hem is ook een bepaalde, al even treurige dag verbonden: de 29ste juli. Op 29 juli 1920 trad Salomon in Rotterdam in het huwelijk met de 29-jarige Helena Jools – die, het zal geen toeval zijn, een verkoopster van damesmode was. De verloving was al jaren eerder aangekondigd, in de NRC van 23 april 1912.
         Helena was in Rotterdam geboren, op 23 mei 1891. Zij is een van de vijf kinderen die Jacob Jools kreeg met Sara Prins, het derde namelijk. Dit is de volgorde: Cornelia (30.8.1884), Rosa (9.10.1888), Helena (23.5.1891), Rebekka (13.11.1892) en Isaac Samuel (2.10.1902). Al deze borelingen zijn geboren in Rotterdam, en zij worden in dit verhaal met opzet samen met hun ouders genoemd, omdat dit gezin Jools, net als schoonzoon Salomon, de gevolgen van de Holocaust zou gaan ondervinden.
         Voordat Salomon Helena huwde, had hij nogal wat verhuizingen achter de rug, die kennelijk te maken hadden met zijn beroep. Uit de Rotterdamse gezinskaart van Salomon Bosman en Louisa Marianna Hoorenman, een zus van Salomon’s moeder Hendrika, valt op te maken dat zowel moeder Hendrika als (later) haar zoon Salomon bij dit echtpaar inwoonde, in de Aert van Nessstraat, op nummer 123b: Hendrika’s man Isaac was immers in 1900 heengegaan.
         Nadat ook Hendrika was gestorven, in 1903, trok Salomon bij het echtpaar in, op 30 augustus 1904. Hij kwam uit Amsterdam. Maar hij vertrok krap vier jaar later alweer, op 25 maart 1908, naar Berlijn – om op 10 mei 1909 terug te gaan naar het echtpaar Bosman. Op 24 januari 1911 verliet Salomon Rotterdam opnieuw, nu ging hij weer naar Amsterdam, naar de Herengracht 557, vanwaar hij op 16 maart 1912 terugkeerde. Andermaal trok hij in bij het echtpaar Bosman. Dit keer bleef hij bij hen tot 5 augustus 1915.

Pletterijkade

In de oorlog woont Salomon Cohen op de Pletterijkade, op nummer 13. Het is volgens ‘Joods Monument’ het laatste woonadres voor zijn dood. De foto toont het hoekpand op nummer 13.
Foto Gemeentearchief Den Haag


In de tussentijd blijkt het echtpaar in Amsterdam te zijn gescheiden

In de tussentijd blijkt het echtpaar in Amsterdam te zijn gescheiden, volgens de ‘Staatscourant’ van 19.7.1930
op 23 juni 1930.
Foto Delpher

Kinderloos
Dit heen en weer reizen hield niet op toen hij trouwde. Een voorbeeld: op 9 april 1927, zeven jaar na de bruiloft, verhuisden Salomon en Helena vanuit Rotterdam naar Den Haag, naar de Weteringkade 39. Op 29 december 1928 vertrokken zij naar Amsterdam, naar de Leidsestraat 87. Tien jaar later, op 12 oktober 1938, dook Helena weer op in Rotterdam, zij het alleen. Zij had zich van Salomon laten scheiden, op 29 juli 1930, exact tien jaar na de huwelijksvoltrekking. Het echtpaar was kinderloos gebleven. Op de 29ste van de 7de maand vielen huwelijk en echtscheiding samen.
        Helena Jools ging aanvankelijk, per 6 augustus 1930, in Rotterdam wonen. In 1938 betrok zij een woning in Den Haag, aan de Schenkweg, op nummer 44. Haar ex Salomon bleef achter in Amsterdam, op een ander adres: Nieuwe Keizersgracht 78 huis. In 1938 keerde hij kort terug in Den Haag, tot 25 januari 1939. Toen ging hij, alleenstaand nu, opnieuw naar Amsterdam, naar dezelfde woning aan de Nieuwe Keizersgracht.
        Amsterdam – Berlijn – Den Haag: hij betoonde zich beroepshalve waarlijk een reiziger.
        Den Haag werd uiteindelijk toch nog één keer de woonplaats van Salomon Cohen. Op de website ‘Joods Monument’ (JM), die alle Holocaustslachtoffers herdenkt, wordt de Pletterijkade 13 in Den Haag als zijn laatste adres genoemd, voordat de Duitsers zijn leven beëindigden. Dat was op 8 oktober 1942 in Auschwitz, althans: dit is de datum die JM hanteert. Op de website van Auschwitz-Birkenau zelf staat als zijn “fate” (lot) vermeld, dat hij op 19.10.1942 “murdered” is.

Salomon heeft een tijd doorgebracht in kamp Oranjekanaal

Uit het archief van nazi-slachtoffers in Bad Arolsen blijkt dat Salomon een tijd heeft doorgebracht in kamp Oranjekanaal, een joods werkkamp dat niet meer dan een boerenschuur was.
Foto Website ‘Joods Monument

Salomon is op 8 of 19 oktober 1942 vergast

Op 5 oktober 1942 is Salomon vanuit kamp Westerbork afgevoerd naar Auschwitz, waar hij volgens ‘Joods Monument’ en de akte in het Haagse Gemeentearchief op 8 oktober 1942 is vergast. Volgens Auschwitz zelf gebeurde dat op 19 oktober 1942.

Oranjekanaal
Wat er voorafgaand aan zijn dood is gebeurd, is niet bekend. Informatie over de eerste twee oorlogsjaren is schaars. De persoonskaart van de Joodsche Raad over Salomon Cohen, te vinden op de website van de internationale Arolsen Archives over nazi-slachtoffers, zijn slechts twee summiere, niettemin belangwekkende details genoteerd. Dat hij op 5 oktober 1942 op transport is gezet uit Kamp Westerbork. Maar voordien, staat er ook, bevond hij zich in Kamp Oranjekanaal.
        Salomon is de eerste persoon op deze Dordtse Stolpersteine-website, van wie bekend is geworden dat hij in dit werkkamp heeft gezeten. Oranjekanaal was één van de meerdere joodse werkkampen in Nederland. Het was niet meer dan “een grote verbouwde boerenschuur”, in het Drentse gehucht Oranje, ten zuiden van Smilde. “De schuur”, licht de website ‘Joodse Werkkampen’ toe, “bevond zich op de landerijen van de aardappelmeelfabriek Oranje.”
        Zo’n tachtig joodse dwangarbeiders werden hier aan het werk gezet, bij graafwerkzaamheden, de aardappeloogst en op de aardappelmeelfabriek. “De dwangarbeiders sliepen in kamertjes op stapelbedden. Elke kamer had een raam, een eenvoudige tafel en een kacheltje. (…) In hun vrije tijd, op weg naar of terug van het werk, deden sommige dwangarbeiders wel eens boodschappen in de winkel of het café in Oranje. Of ze gingen naar de dokter, nadat de beheerder een briefje had gegeven.”
        Die beheerder woonde in het woongedeelte boven de keuken.
        Op 2 of 3 oktober 1942 vertrokken de mannen al lopend naar Westerbork, vanwaar Salomon op de vijfde werd afgevoerd. De schuur, in de volksmond ‘Het Kamp’ genoemd, is later door de Hitlerjugend gebruikt. Salomon Cohen is na een treinreis van drie dagen in Auschwitz vermoord, op de achtste oktober. Hij is 53 jaar geworden.

immigratieformulier

Hoe Helena, de ex-vrouw van Salomon, de oorlog is doorgekomen, is onbekend. Maar: ze heeft de oorlog overleefd.
Op 5 januari 1947 vertrok ze vanuit Amsterdam met het vliegtuig naar New York, aldus het immigratieformulier. Ze ging inwonen bij haar zus Cornelia Levie-Jools, op het adres 120 Central Park South. Als beroep had ze opgegeven ‘chief fashion buyer’ te zijn, plus dat ze gescheiden was en in Den Haag woonde aan de Buitensingel 243.

passagierslijst stoomschip ‘Ryndam

Kennelijk is ze tussendoor terug in Nederland geweest, want op 18 augustus 1951 vertrok Helena opnieuw naar New York, nu uit Rotterdam met het stoomschip ‘Ryndam’. Ze kwam aan op de 27ste aan, zoals de passagierslijst laat zien.
Foto Website ‘Family Search’


Helena weer bewoonster New York per 1 september 1947

Per 1 september 1947 heeft ze zich als bewoonster van New York laten registreren. Haar adres was en bleef:
120 Central Park South.
Foto Website ‘Family Search’

Alexander Levie stierf op 11 juni 1951

Helena is in de Verenigde Staten gebleven. Ze is overleden in november 1976, in New York, als 85-jarige, twee jaar eerder dan haar zus Cornelia. De man van Cornelia, Alexander Levie, stierf op 11 juni 1951, blijkens een bericht in het ‘Algemeen Handelsblad’ van 12.6.1951.
Foto Delpher

Amerika
En Helena, zijn ex-vrouw? Over hoe Helena de oorlogsjaren is doorgekomen is nóg minder bekend, helemaal niets zelfs, althans niet in openbare bronnen.
        Over het gezin waarvan zij voor haar trouwen deel uitmaakte, meldt ‘Joods Monument’ dat haar vader en moeder, Jacob Jools en Sara Prins allebei al in kamp Westerbork zijn overleden. Jacob (Rotterdam, 7 augustus 1861) stierf op 29 januari 1943, 81 jaar oud. Sara (Rotterdam, 6 augustus 1862) was al eerder heengegaan, op 2 november 1942, 80 jaar oud. Beiden werden zij begraven op de Joodse begraafplaats in Assen.
        Drie van hun vijf kinderen wisten de oorlog de overleven. Dat waren Cornelia Levie-Jools (zie verderop), Rebekka Stein-Jools (Rotterdam, 8 maart 1977; 84 jaar) en hun zus Helena, de ex-vrouw van Salomon. Het leven van Rosa Jools, de vierde dochter, eindigde in Auschwitz, op 26 oktober 1942. Isaac Samuel Jools, het jongste, vijfde kind van Jacob en Sara en advertentiereiziger van beroep, was al voor de oorlog naar België geëmigreerd, naar Brussel, vanuit Rotterdam op 9 december 1937 samen met zijn echtgenote Hélène Angele Marie Pegussie (Lausanne, 17 maart 1914).
        Over hen is nadien niets naders gedocumenteerd.
        Hoe de drie overlevenden de Holocaust hebben weten te doorstaan, is niet te achterhalen. Hoe zij na de oorlog hun leven weer op poten hebben weten te zetten, is bij twee van hen, Cornelia en Helena, enigszins na te gaan.
        Cornelia Levie-Jools, sinds de huwelijksvoltrekking in Rotterdam op 30 december 1915 echtgenote van Alexander Levie (Groningen, 10 september 1882), vloog samen met hem op 3 september 1946 naar New York. Alexander, directeur van de NV Heerenkleedingfabriek v/h Gebr. Levie in Groningen, was daar op 3 mei 1942 al eens geweest. Cornelia en Alexander gingen wonen op 120 Central Park South.
        Op ditzelfde adres arriveerde vier maanden later, op 6 januari 1947 en ook per vliegtuig (NC-90905), Helena, de zus van Cornelia. Op het formulier dat moest worden ingevuld voor de immigratiedienst, noemde zij zich chief fashion buyer, hoofd kledinginkoop, en verklaarde zij dat ze laatstelijk in Den Haag woonde, aan de Buitensingel op nummer 243. Haar intentie was, staat er, om “permanent” in de VS te blijven.
        Hoe lang (en of) Helena bij Cornelia is blijven logeren, valt uit archiefbestanden niet te distilleren. Alexander Levie is op 11 juni 1951 overleden, in Amsterdam, op 68-jarige leeftijd. Cornelia verbleef toen tijdelijk ook in Nederland, op het adres Tesselschadestraat 23, zo vermeldt de overlijdensadvertentie in het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 15 juni 1951. Hij is begraven op de joodse begraafplaats Muiderberg. De weduwe Cornelia Levie-Jools is volgens de US Social Security Death Index in New York overleden in januari 1978, 94 jaar oud.
        Helena Jools is metterdaad voorgoed in Amerika gebleven. Zij stierf, ook volgens de US Social Security Death Index, twee jaar eerder dan haar zus Cornelia, in New York in november 1976, op 85-jarige leeftijd.

***

Salomon Cohen was al 34 jaar dood toen zijn voormalige vrouw het leven liet. Als niet de herdenkingswebsite ‘Joods Monument’ voor hem en 104.000 andere mensen die ten onder gingen in de Holocaust, in 2005 een online monument had opgericht, zou hij allang compleet vergeten zijn – als zijnde een zuchtje in de geschiedenis. Maar dankzij het digitale monument is hij weer uit de vergetelheid tevoorschijn gehaald. Dit artikel is er het bewijs van.



(Met medewerking van Erica van Dooremalen)



< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'