Het voorbije joodse dordrecht

Van Saartje de Jong en de
haren is niets meer over
* Overzicht familie De Jong
* Overzicht familie Flora

Binnen een week was hun leven afgelopen.
        Op 9 mei zaten ze beiden opgesloten in Barak 58 van Kamp Westerbork, net aangekomen uit Kamp Vught.
        Op 11 mei gingen ze tegelijk op transport naar Sobibor.
        Op 14 mei werden ze daar allebei vermoord.
        Wat voor Sara de Jong begonnen was in Dordrecht, en voor haar echtgenoot Abraham Flora in Rotterdam, eindigde in het verre oosten van Polen.
        Maar het kan nog erger, nóg tragischer. In het jaar daarvoor, 1942, waren hun drie overgebleven kinderen omgebracht in Auschwitz, kort na elkaar. Op die fatale 14de mei 1943 werd in feite het gezin Flora ausradiert.
        In dit verhaal: opkomst en ondergang van een verdwenen familie.

Mariënbornstraat 1895-1904

Saartje of haar broer Simon de Jong zullen niet tussen deze kinderen staan. De foto is uit de periode 1895-1904 en toen was het gezin De Jong alweer verdwenen uit de Mariënbornstraat. Maar de foto, die buurtbewoners toont op de hoek van de Mariënbornstraat en de Vest, geeft een indruk van die plek in die tijd.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nr. 552-3030905)

Koopman
Abraham de Jong was waarschijnlijk nog niet eerder in Dordrecht, net zomin als zijn geliefde. Hij was in Zaltbommel (19 januari 1850) geboren, zij in Goes (29 augustus 1852). Maar Dordrecht werd hun domicilie, tweemaal zelfs.
        Op 8 juni 1875 trouwden ze, in Dordrecht. Een jaar later verscheen hun eerste kind, Simon. Volgens de geboorteakte werd hij geboren in de Mariënbornstraat, op nummer 737, op 26 juli 1876, “des namiddags ten half drie uren”. Het volgende kind dat ze kregen, een jaar later, was de hoofdpersoon van dit artikel: Saartje. Zij kwam ter wereld op 29 november 1877, om 16 uur. Nu werd als adres genoteerd Mariënbornstraat 734.
        [Ter toelichting: eigenlijk wordt met 737 en 734 de Oortjesbleek bedoeld, dat een slop was achter de Mariënbornstraat. Een slop is een dooplopend einde van een smalle steeg. Abraham woonde hier op nummer 737 volgens het Adresboek van 1879. Dit slop is ook al eens ter sprake gekomen in verhaal 254, red.]
        Drie kinderen zou Kaatje daarna nog in Dordrecht baren: Gerard Joachim (8 juni 1879), Leentje (17 november 1881) en Duifje (28 juni 1885) en tot slot Isaac (11 februari 1894). Uit de geboorteakte van Duifje blijkt dat het gezin inmiddels elders in Dordrecht woonde, aan de Glasblazersvest,op nummer 4.
        Vader Abraham was koopman, en dat zal de reden zijn dat hij met zijn gezin op pad ging. Amsterdam werd de volgende tijdelijke verblijfplaats. De familie arriveerde er in november 1890. Zij betrok een woning in de Joden Houttuinen, Wijdegang 96. En hier kwam er nog een kind bij, nummer zes. Dat was Veronica, die geboren werd op 4 juni 1892. Vier maanden later werd Amsterdam alweer verlaten, per 8 november 1892.

geboorteakte Saartje

Saartje werd geboren op 26 juli 1877 om half drie ’s middags, volgens de geboorteakte.
Foto RAD

Sterfgeval
Dordrecht werd opnieuw de woonstad – zij het niet voor lang. Het gezin ging terug naar de Mariënbornstraat, al werden er in het bevolkingsregister nu andere huisnummers genoteerd: eerste 50, daarna 42. Het was in Dordrecht dat Abraham en Kaatje een baby verloren – het eerste sterfgeval in de familie −, maar er ook nog een bijkregen. De Amsterdamse Veronica overleed op 6 februari 1893, pas acht maanden oud. Op 11 februari 1894 beviel Kaatje van Isaac – het zou haar laatste bevalling zijn.
        Later in datzelfde jaar trok de familie verder, dit keer naar Oud-Beijerland, op 15 juni 1894. En die verhuizing is er de ‘oorzaak’ van dat het huwelijk van Saartje de Jong met Abraham in Flora in Oud-Beijerland plaatshad. Dat was toen haar woonplaats.
        Abraham was 21 toen hij Saartje daar op 9 augustus 1900 zijn ja-woord gaf, zij 22. Zijn vader heette Jonas Flora, zijn moeder Roosje Kloot. Abraham was pianist (en zijn echtgenote zangeres), hij had een tijdje, misschien wel beroepshalve, in Antwerpen gewoond. Op 10 april 1896 was hij vandaar in Rotterdam gaan wonen, per 30 oktober 1900 had hij een huis betrokken aan de Chrispijnlaan, op nummer 90. Saartje trok bij hem in op 3 januari 1900, zeven maanden voordat zij met hem zou trouwen.

bevolkingsregister familie De Jong

Saartje wordt om onbekende reden niet genoemd op de pagina over de familie De Jong in dit Dordtse bevolkingsregister. Zij is geboren na Simon (1876) en vóór Gerard Joachim. De pagina’s tonen de samenstelling van het gezin toen het voor de tweede keer naar Dordrecht kwam, op 8 november 1892 vanuit Amsterdam.
Foto RAD

Kaatje Peper-Flora

Van de familie Flora is slechts één foto beschikbaar, afkomstig uit het beeldarchief van Yad Vashem. Dit is Kaatje, kind nummer 3 (1903). Zij trouwde met Hartog Peper.
Foto Yad Vashem

Verschillend
Een jaar later beviel Saartje van Jonas, op 7 mei 1901. Het was het eerste van de vijf kinderen die Saartje en Abraham zouden krijgen – maar niet allen zouden behouden. Op Jonas volgde Simon, op 13 december 1902, die echter na drie maanden stierf op 3 april 1903. Kaatje (2 december 1903), Roosje (10 juli 1905) en Barendina (1 november 1906) werden na Simon de volgenden. Allen waren zij Rotterdammers, allen waren ook joods. Barendina stierf na zes weken al, op 16 december 1906.
        De kinderen waren allen op verschillende adressen ter wereld gekomen. De gezinskaart uit het Stadsarchief noemt er negen.
        Eerstgeborene Jonas werd krantenbezorger, en zou ongetrouwd blijven. Zijn zussen Kaatje en Roosje trouwden wel, Kaatje als eerste: op 25 maart 1925 verbond zij zich in Rotterdam aan transportarbeider Hartog Peper (Amsterdam, 10 februari 1882), respectievelijk 21 en 33 jaar oud. Het echtpaar kreeg in Rotterdam twee kinderen: Roosje (23 augustus 1934) en Saartje (8 februari 1931).
        Kaatjes zus Roosje trad op 2 december 1931 in Rotterdam in het huwelijk met winkeleigenaar Bernard Philip van Gelder (Groningen, 22 juli 1900). Ook hij was ouder dan zijn vrouw, 31 tegen 26. Uit deze echtverbintenis zijn geen kinderen voortgekomen.

Joden Houttuinen in Amsterdam

Nog zo’n (ongedateerde) foto die een impressie geeft, ditmaal van de Joden Houttuinen in Amsterdam. Hier ging het gezin De Jong na vertrek uit Dordrecht wonen, in de Wijdegang op nummer 96 (de Wijdegang lag tussen de nummer 94 en 112 van de Joden Houttuinen). De foto, van juni 1902, toont de Houttuinen bij de nummers 88-84 (v.l.n.r.).
Foto Stadsarchief Amsterdam (nr. 10019A000359)

Kaarten Vught Saartje en Abraham

Saartje en Abraham werden tegelijk opgesloten in Kamp Vught en vervolgens tegelijk naar Kamp Westerbork vervoerd, zoals de data op de Duitse documenten laten zien.
Foto’s Arolsen Archives

Kaarten Arolsen Archives Saartje en Abraham

En vanuit Westerbork, waar ze in Barak 58 zaten, gingen ze tegelijk op transport naar Sobibor, op 11 mei 1943.
Foto’s Arolsen Archives.

Sobibor
De Tweede Wereldoorlog barstte los en trof ook de inmiddels met elkaar vervlochten joodse families Flora en De Jong ongenadig (zie via deze link het overzicht).
        Het gezin dat Kaatje Flora had gesticht met Hartog Peper, werd uitgewist. Vader Hartog eindigde in Sobibor op 20 maart 1943, 61 jaar oud, zijn vrouw en hun twee kinderen Saartje en Roosje werden vier maanden eerder al tegelijk vermoord in Auschwitz, op 23 november 1942, respectievelijk 38, 11 en 8 jaar oud.
        Haar ouders, de Dordtse Saartje en Rotterdamse Abraham, werden weerloos omgebracht in Sobibor, op dezelfde dag (14 mei 1943), 65 en 64 jaar oud. Aan de hand van kaarten van de Joodsche Raad, digitaal oproepbaar in de Duitse Arolsen Archives, is hun ondergang te reconstrueren. Binnen een week voltrok zich voor hen een drama, zoals al in de inleiding van dit artikel is weergegeven.
        Er wordt nog aan toegevoegd dat Saartje zowel als haar man eerst op 22 april eerst in Kamp Vught is opgesloten, officieel Konzentrationslager Herzorgenbusch genaamd. Op 8 mei vertrokken zij daarvandaan naar Kamp Westerbork, waar ze op de 9de naar Barak 58 werden gestuurd. Op documenten van hen beiden staat als adres Topaasstraat 6a, Schiebroek.

gezinskaart Sara en Abraham Flora

Saartje trouwde in 1900 met Abraham Flora nog in haar toenmalige woonplaats Oud-Beijerland, maar woonde al enige tijd daarvoor bij hem in Rotterdam. Zoals de gezinskaarten laten zien, kwamen er vijf kinderen, op verschillende adressen.

gezinskaart Sara en Abraham Flora

omslag van het boekje dat Anton Stapelkamp

Dit is het omslag van het boekje dat Anton Stapelkamp schreef over de joodse slachtoffers van de Rotterdamse wijken Hillegersberg en Schiebroek. Het verscheen in 2009.
Foto van het boekje ‘Een gedenkteken en een naam’

Adressering
Dit adres is lichtelijk verwarrend.
        Want op dit nummer, maar ook op nummer 5a van de Topaasstraat (die later overigens Potgieterstraat is gaan heten) woonden allerlei familieleden.
        Tenminste, volgens het boekje Een gedenkteken en een naam, waarvan het eerste exemplaar is uitgereikt op 20 april 2009. De uitgave, geschreven door Anton B. Stapelkamp en 44 pagina’s tellend, is gepubliceerd door de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek. Zij bevat de namen van joodse slachtoffers uit dit stadsdeel, zoals de ondertitel aangeeft: ‘Herinneringen aan Joods Hillegersberg en Schiebroek’.
        In dit boek wordt vermeld dat Saartje, haar man Abraham en zoon Jonas op nummer 5a woonden en dochter Roosje met haar man Bernard Philip van Gelder op nummer 6a – een iets andere volgorde dus dan de adressering op Duitse documenten.
        Wat meer ter zake doet, is wat de betrokkenen is overkomen. Niet alleen Saartje en Abraham verloren hun leven, ook hun bij hen inwonende ongehuwde zoon Jonas. Hij eindigde in Auschwitz, op 30 september 1942, 41 jaar oud. En hun naastwonende dochter Roosje van Gelder-Flora. Zij werd om het leven gebracht in Auschwitz, op 19 oktober 1942, 37 jaar oud. Roosjes man Bernard Philip is los van haar, en op een onbekende plek vermoord: ergens in Midden-Europa, op 31 maart 1943, op 42-jarige leeftijd.

***

De Topaasstraat zag twee families niet meer terugkeren, maar niet alleen op de nummers 5a en 6a. Uit de woningen op de nummer 2 en 11a verdwenen vijf en vier joodse buren. In totaal veertien mensen die dood moesten om wie zij waren – alleen al daar. In het boek neemt het totale aantal slachtoffers liefst tien pagina’s in beslag.

boekje Een gedenkteken en een naam

Op deze twee pagina's (van de tien) staan de buurtbewoners die in de Topaasstraat werden weggehaald,
onder wie Saartje en haar man Abraham.
Foto uit het boekje ‘Een gedenkteken en een naam’

Overzicht familie De Jong
Vader

Abraham de Jong, geboren Zaltbommel, 19 januari 1850 – overleden, Rotterdam, 8 februari 1919: 69 jaar. Koopman.  Hij trouwt op 8 juni 1875 in Dordrecht met:
Moeder

Kaatje Appel, geboren Goes, 29 augustus 1852 – Sobibor, 23 april 1943: 90 jaar.
Laatste woonadres: Persijnstraat 1, Rotterdam.
Kinderen:
1. Simon (Dordrecht, 26 juli 1876 – onbekend).
2. Sara (Dordrecht, 29 november 1877 – Sobibor, 14 mei 1943: 65 jaar). Zij trouwde op 9 augustus 1900 in Oud-Beijerland met Abraham Flora (Rotterdam, 10 november 1878 – Sobibor, 14 mei 1943: 64 jaar).
3. Gerard Joachim (Dordrecht, 8 juni 1879 – Auschwitz, 26 oktober 1942: 63 jaar). Hij trouwde op 4 augustus 1904 in Dordrecht met Grietje Tonninge (Dordrecht, 27 december 1885 – Dordrecht, 3 april 1931: 45 jaar).
4. Judith (Dordrecht, 27 juli 1880 – Dordrecht, 2 mei 1881: negen maanden).
5. Leentje (Dordrecht, 17 november 1881 – Rotterdam, 10 februari 1919: 37 jaar).
6. Veronika (Dordrecht, 7 maart 1883 – Dordrecht, 29 november 1883: acht maanden)
7. Judith nummer 2 (Dordrecht, 27 februari 1884 – Dordrecht, 23 juni 1884: vier maanden)
8. Duifje (Dordrecht, 28 juni 1885 – Amsterdam, 3 november 1931: 46 jaar). Huwelijk op 26-jarige leeftijd op 29 mei 1912 in Rotterdam met Arend van de Kar (Amsterdam, 24 februari 1889 – Auschwitz, 30 september 1942: 53 jaar).
Arend, lompenkoopman, sorteerder, fruitbewerker, hertrouwde op 25 mei 1932 met de weduwe Sientje Grootkerk (Rotterdam, 24 mei 1886 – Auschwitz, 16 augustus 1942: 56 jaar). Laatste woonadres Schielandstraat 9, Overschie. Arend en Duifje kregen drie kinderen.
  1. één doodgeboren (Nomen Nescio), op 17 juni 1923 in Rotterdam.
2. Betje (Rotterdam, 10 februari 1913 – Auschwitz, 19 november 1942: 29) en
3. Kaatje (Amsterdam, 10 maart 1916 – onbekend). Kaatje trouwde op 25 september 1935 in Rotterdam met de rooms-katholieke los werkman Willem Pronk (Rotterdam, 7 december 1916 – onbekend) en kreeg met hem te Rotterdam drie kinderen.
    1. Willem (6 oktober 1936 – onbekend),
2. Duifje (5 juni 1938 – onbekend) en
3. Johanna (4 maart 1940 – onbekend).
9. Barend (Dordrecht, 2 november 1886 – Dordrecht, 3 februari 1887).
10. Benjamin (Dordrecht, 3 december 1887 – Dordrecht, 12 juni 1888).
11. Veronica (Amsterdam, 4 juni 1892 – Dordrecht, 6 februari 1893: acht maanden).
12. Isaac (Dordrecht, 11 februari 1894 – onbekend).
13. Leendert (Oud-Beijerland, 26 maart 1896 – onbekend). Trouwde op 3 febrauri 1926 in Rotterdam met de rooms-katholieke Elisabeth Wilhelmina Zeitzen (Rotterdam, 4 mei 1896 – onbekend).
Overzicht familie Flora
Vader

Abraham Flora (Rotterdam, 10 november 1878 – Sobibor, 14 mei 1943: 64 jaar). Zoon van Jonas Flora en Roosje Kloot. Huwelijk op 9 augustus 1900 in Oud-Beijerland met: 
Moeder

Saartje de Jong (Dordrecht, 29 november 1877 – Sobibor, 14 mei 1943: 65 jaar). Dochter van Abraham de Jong en Kaatje Appel. Saartje en Abraham woonden eerst in de Topaasstraat 6a in Rotterdam-Schiebroek, in april 1942 in de Potgierstraat 5a in Rotterdam-Schiebroek.
Kinderen:
1. Jonas (Rotterdam, 27 mei 1901 – Auschwitz, 30 september 1942: 41 jaar). Krantenbezorger.
2. Simon (Rotterdam, 13 december 1902 – Rotterdam, 3 april 1903: 3 maanden).
3. Kaatje (Rotterdam, 2 december 1903 – Auschwitz, 23 november 1942: 38 jaar). Zij trouwde op 25 maart 1925 in Rotterdam met Hartog Peper (Amsterdam, 10 februari 1882 – Sobibor, 20 maart 1943: 61 jaar). Transportarbeider. Laatste woonadres: Falckstraat 103, Den Haag. Het echtpaar had twee kinderen.
  1. Saartje (Rotterdam, 8 februari 1931 – Auschwitz, 23 november 1942: 11 jaar).
2. Roosje (Rotterdam, 23 augustus 1934 – Auschwitz, 23 november 1942: 8 jaar).
4. Roosje (Rotterdam, 10 juli 1905 – Auschwitz, 19 oktober 1942: 37 jaar). Trouwde op 2 december 1931, hij 31, zij 26, in Rotterdam met Bernard Philip van Gelder (Groningen, 22 juli 1900 – Midden-Europa, 31 maart 1943: 36 jaar). Laatste woonadres: Potgieterstraat 5a, Rotterdam-Schiebroek.
5. Barendina (Rotterdam, 1 november 1906 – Rotterdam, 16 december 1906: zes weken).






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'