Het voorbije joodse dordrecht

Joods leed schuilt achter
het droogrekje van Tomado
* Overzicht familie Van Emden

Tomado reclame voor het befaamde handige droogrekje

Met deze advertentie, in oktober 1949 geplaatst in meerdere dagbladen verspreid over bijna heel Nederland, maakte Tomado reclame voor het befaamde, handige droogrekje, dat voor de oorlog al was uitgevonden door Arnold van Emden.
Foto Delpher

Iedereen van een zekere leeftijd kent het voorwerp: het draadijzeren droogrekje van Tomado dat aan de deur opgehangen kon worden.
        Het groeide in de naoorlogse tijd uit tot een klassieker, internationaal, het was buitengewoon populair. Zelfs anno nu kan men het kennen, want het is opnieuw in productie genomen − zij het dat het nu anders gestileerd is, van moderner materiaal en verschillende verschijningsvormen kent, staand zowel als hangend.
        Maar wie is de uitvinder van dit handige, eenvoudige, huishoudelijke droogrekje? Diegene is aanmerkelijk minder massaal bekend, misschien kan niemand zelfs zo direct op zijn naam komen. De man die het hangdroogje verzon, was de joodse, in Tilburg geboren Arnold van Emden. Hij had het idee al vóór de oorlog, en de eerste verkopen kwamen dan ook los voordat de Duitsers Nederland bezetten.
        Daarna vernietigden zij Arnold, in Auschwitz, en op andere dagen daar ook zijn zonen Hijman en Louis Lena. De veertien jaar oudere echtgenote van Arnold, Truida Hakker, stierf in het eerste oorlogsjaar in het Israëlitisch Oudeliedengesticht in Rotterdam, nog een normale dood, in augustus 1940.
        Slechts een van de drie overgebleven kinderen van Arnold en Truida overleefde de Holocaust: Alida Susanne. Zij was gemengd gehuwd, met de Nederlands Hervormde Cornelis Eilers en werd daardoor vrijgesteld van deportatie.
        In dit verhaal: hoe de Dordtse firma Tomado, dat tegenover het centrale NS-station een opvallend, nog altijd bestaand hoofdkantoor liet verrijzen, naam maakte met het lumineuze droogrekje van een joodse uitvinder.

Arnold van Emden uit oktober 1942

Een persoonsfoto van Arnold van Emden uit oktober 1942. Hij is in februari 1943 vermoord in Auschwitz, op 63-jarige leeftijd.
Foto Website ‘Joods Monument’




Grasduinen
Eerlijk is eerlijk, ook de redactie van deze Dordtse Stolpersteine-website had er geen weet van dat Van Emden het legendarische droogrekje had uitgevonden. Zij stuitte op die wetenschap toen zij eens lukraak grasduinde in de website ‘Joods Amsterdam’, op het steekwoord ‘Dordrecht’. En daar stond het, op een pagina over Arold van Emden – dat hij de uitvinder is “van een gebruiksvoorwerp dat iedereen kent, het Tomado-droogrekje”. Gemeld werd dat “deze Tilburgse Joodse man, die ook in Rotterdam en Amsterdam heeft gewoond, een bijzonder leven had met verschillende beroepen”.
        Na deze ‘vondst’ was het trefzekerder, én makkelijker, zoeken naar aanvullende informatie.
        Op de encyclopedische website ‘Wikipedia’ bijvoorbeeld , maar zeker ook op ‘Joods Monument’. Daar kwam ineens een artikel tevoorschijn dat medewerker Daniël M. Metz al in 2008 (nr. 3 van jaargang 21) had gepubliceerd in Misjpoge, het tijdschrift voor Joodse genealogie. Hij beschreef daarin ‘opmerkelijke ondernemers’, en behandelde ook een aparte categorie van hen, de uitvinders.
        Van Emden, meldde Metz, kwam weliswaar uit een slagersfamilie, “maar vertrouwde voor zijn werkzame leven meer op zijn vindingrijkheid”. Hij vervolgde ermee dat Van Emden zich ontwikkelde “tot constructeur van draadwerk, meestal voor het herstellen van botbreuken. Het gebruik van gips kwam later. Zijn meest succesvolle vinding was het droogrekje van draadmetaal dat aan een deur of balustrade kon worden gehangen. Dit artikel is door Tomado op de markt gebracht. De afspraak was dat Van Emden per vervaardigd exemplaar 10 cent zou krijgen. Het echte succes van het droogrekje bewees zich pas na de oorlog”.

Tilburgse geboorteakte van Arnold

De Tilburgse geboorteakte van Arnold, die ter wereld kwam op 17 december 1879 om zes uur ’s middags.
Foto Regionaal Archief Tilburg

geboorte van Louis Lena

De geboorte van Louis Lena, het laatste kind dat Arnold van Emden krijgt met Truida Hakker, op 16 oktober 1910, aldus de advertentie in het ‘Nieuw Israelitisch Weekblad’ (NIW) van de 21ste.
Foto Delpher



grafstenen Hijman van Emden en Suzanna de Vries

Links de grafsteen voor Hijman van Emden, Arnolds vader. Hij is overleden in op 15 mei 1898 en begraven op de joodse begraafplaats in zijn woonplaats Tilburg. Hij is 62 geworden. De moeder van Arnold, Suzanna de Vries, stierf 17 jaar later, in Rotterdam, op 24 september 1915. Zij werd 71 en is begraven op de joodse begraafplaats aan het Toepad. Rechts haar grafsteen.
Foto's Website ‘Het Stenen Archief’

Vermoord
Wie was deze Van Emden, van wie stamde hij af?
        Arnold is een zoon, en was het tweede kind van vleeshouwer Hijman van Emden en Susanna (‘Sientje’) de Vries. Op 17 december 1879 om “zes ure des namiddags” kwam hij ter wereld in de Tilburgse wijk Kortel. Aan hem was Henri voorafgegaan; die werd geboren op 20 augustus 1878. En na Arnold kwamen er nog vijf kinderen, achtereenvolgens: Mourits (5.2.1881), Marianna (29.5.1883), Mathilda (28.8.1884), Albert (13.4.1886) en tot slot Elisabeth (14.4.1887).
        Zeven kinderen, drie meisjes, vier zonen. Twee van hen zouden het einde van de 19de eeuw niet halen: Mathilda stierf na een jaar op 25 september 1885 en Albert al na drie maanden op 18 juli 1886. Van de vijf overgebleven kinderen zouden er vier in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers worden vermoord. Alleen Henri, de eerstgeborene, heeft de Shoah weten te overleven, tot 1957. In het familie-overzicht, op te roepen via deze link, zijn de gegevens over hen na te lezen.
        Vader Hijman (Culemborg, 19.5.1836) overleed ook kort voordat de 20ste eeuw aanbrak, namelijk op 15 mei 1898 in zijn woonplaats Tilburg, op 62-jarige leeftijd. Zijn echtgenote Susanna (Ravenstein, 8.1.1844), met wie hij in haar gemeente trouwde op 7 november 1877, leefde daarna nog zeventien jaar. Zij verhuisdetnaar Rotterdam, waar zij stierf op 24 september 1915, 71 jaar oud. Haar man is op de joodse begraafplaats in Tilburg begraven, zij op de joodse begraafplaats aan het Toepad.
        De ouders hebben, met andere woorden, niet hoeven meemaken hoe de nazi’s de meesten van hun kinderen zouden ausrotten.

Rotterdamse gezinskaart van Arnold van Emden en Truida Hakker

De Rotterdamse gezinskaart, voor- en achterzijde, van Arnold van Emden en Truida Hakker,
met wie hij trouwde op 20 september 1905 in het Noordbrabantse Capelle. Het echtpaar kreeg vier kinderen:
Hijman, Alida Susanne, Maurits en Louis Lena.
Foto Gemeentearchief Rotterdam

Amsterdamse gezinskaart van Arnold van Emden en Truida Hakker

Na een periode in Düsseldorf te hebben gewoond, streek Arnold met zijn vrouw neer in Amsterdam,
volgens de gezinskaart uit het Stadsarchief op 23 juli 1936.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Hijman op latere leeftijd

Zoon Hijman op latere leeftijd.
Foto’s ‘Joods Monument’

Nakomelingen
Arnold, hun tweede nazaat, trouwde aan het begin van de 20ste eeuw, op 20 september 1905, met de net zo Brabantse Truida Hakker (2.11.1865), in haar geboortegemeente Capelle, toentertijd nog soms ’s-Grevelduin-Capelle geheten, nadien Sprang-Capelle. Tegenwoordig en dat sinds 1997, is het een onderdeel van de gemeente Waalwijk.
        Er was een tamelijk groot leeftijdsverschil tussen bruid en bruidegom. Arnold was pas 25, zij al 39. Zij woonde nog in Capelle, hij, slager geworden, in Rotterdam. Volgens ‘Joods Amsterdam’ was dit huwelijk “gearrangeerd”.
        Vier kinderen kreeg het echtpaar, allen in Rotterdam. Als eerste verscheen Hijman, op 23 september 1906, bijna exact een jaar na de bruiloft. Hun tweede nakomeling werd Alida Susanne (4.10.1907), hun derde Maurits (25.11.1908), hun laatste Louis Lena (16.10.1910). Maurits heeft maar kort geleefd. Hij overleed op 27 april 1913, pas vier jaar oud.
        Volgens de Rotterdamse gezinskaart beperkte Arnold zich al niet meer tot de vleeshouwerij. Hij diversificeerde zich – tot kamerverhuurder, poelier en koopman. Onvermeld blijft op die kaart de nevenactiviteit die Arnold naam en faam zou geven: het uitvinden. In zijn uiteenlopende beroepen was hij niet altijd succesvol. De gezinskaart meldt dat hij op 11 september 1907 failliet is verklaard, en op 22 maart 1911 nog eens. Op welk vlak hij faalde, staat er niet bij.
        Even onduidelijk is een andere notitie: op 25 mei 1925 verdween Arnold naar Düsseldorf. Op zijn Amsterdamse gezinskaart staat ook dat hij vanuit Düsseldorf in Amsterdam is komen te wonen. Samen met Truida, die kennelijk was mee-geëmigreerd, vestigde hij zich op 23 juli 1936 in Amsterdam, waar zij vervolgens op diverse adressen woonden, voordat zij zich op 17 oktober 1938 settelden in de Uithoornstraat, op nummer 7 huis.
        Betekent dit dat het echtpaar van 1925 tot 1936, dus elf jaar, in Düsseldorf heeft verbleven? Het is niet precies te traceren.

Twee advertenties in het NIW

Twee advertenties in het ‘NIW’: op 15 maart 1918 werd bekendgemaakt dat Arnold en Truida op de 20ste maart hun
12,5 jarige echtvereniging zouden vieren.
Op 24 oktober 1919 was er feest: hun 13-jarige zoon Hijman werd bar mitswa.
Foto’s Delpher

op bewonderende toon melding van het spalk-systeem van oud-stadsgenoot Arnold van Emden

De ‘Nieuw Tilburgsche Courant’ maakt op 16.11.1939 op bewonderende toon melding van het spalk-systeem dat oud-stadsgenoot Arnold van Emden heeft bedacht.
Foto Website ‘Joods Monument’

Achtergebleven
En hun kinderen dan? Die zijn achtergebleven in Nederland. Gezien hun leeftijd konden zij zich zelfstandig heus al wel redden.
        Hijman en zijn zus Alida Susanne trouwden in hetzelfde jaar, 1928: Hijman als 22-jarige op 17 oktober in Rotterdam met de 20-jarige Sophia Pieternella Marcus (Rotterdam, 23.8.1908). Hij was winkelbediende en joods , zij Nederlands Hervormd. Twee kinderen verwekten zij, die volgens de gezinskaart geen van beiden gelovig waren: Truida (4.2.1929) en John Maurits (23.5.1937).
        Ditzelfde gebeurde bij Alida, die op 21 november in Rotterdam, op 21-jarige leeftijd de 23-jarige stukadoor Cornelis Eilers (Rotterdam, 19.8.1905) huwde. Ook zij was joods, hij juist Nederlands Hervormd. En de twee kinderen die zij kregen, Cornelis junior (15.4.1929) en Bob (17.4.1933), zouden genoteerd worden als zijnde zonder kerkgenootschap.
        Het derde kind van Arnold van Truida, Louis Lena, trouwde kort voordat de Tweede Wereldoorlog Nederland bereikte. Op 13 maart 1940 gaf hij in Rotterdam zijn ja-woord aan de joodse Marika Julia (‘Mimi’) Hart (Scheemda, 19.11.1917). Hij was 29 en magazijnbediende, zij 22 en zonder beroep. Krap een jaar later, op 29 januari 1941, beviel Marika van hun zoon Arnold. Het volgende jaar, 1942, zou rampzalig voor hen uitpakken.

Spalk-systeem
Vader Arnold, “zeer handig en vindingrijk” als hij volgens Joods Monument (JM) was, had zich ondertussen “ontwikkeld tot constructeur van draadwerken, meestens voor gebruik bij botbreuken. (Het gebruik van gips kwam later pas)”. Hiermee doelt JM op het zogeheten spalk-systeem, dat Van Emden uitvond in 1923, en dat botbreuken heilzaam ondersteunde.
        De website toont een bericht uit de Nieuwe Tilburgsche Courant van 16 november 1939, waarin niet alleen wordt gemeld dat de “oud-stadgenoot” de volgende dag 60 wordt, maar ook dat het vorig jaar, in 1938, 25 jaar geleden was dat Van Emden zijn spalk bedacht. Er wordt aan herinnerd dat Van Emden “zeer geruimen tijd” als slager en poelier werkzaam is geweest. “Toch vond hij bij zijn dagelijkschen bezigheden tijd om in het belang der lijdens mensheid werkzaam te zijn, voornamelijk op het gebied der E.H.B.O.”
        Van Emden, schrijft de NTC, verliet op 19-jarige leeftijd Tilburg, maar zette in Rotterdam “zijn ambities op E.H.B.O.-gebied voort en betoonde zich een ware helper in den nood. Aan menig ziekbed verscheen hij, onverschillig van welken stand of van welke richting de zieken waren. Zijn streven om het lijden van den evenmensch te verlichten, bracht hem tot zijn uitvinding, een spalk-systeem”.
        In 1923 kreeg hij het idee ervoor: een spalk die “zeer bruikbaar is bij het verleenen van eerste hulp bij beenbreuken. De eigenschappen van deze spalk, die haar doen verschillen van van andere, zijn de volgende: zij is buitengewoon licht; het materiaal bestaat uit zuiver aluminium en bovendien is de spalk ‘gevensterd’, daardoor het gewicht alweer verminderd wordt. Ook de wondbehandeling wordt aldus gemakkelijker mogelijk gemaakt”.
        Een tweede bijzondere eigenschap is dat “de spalk als de onderdeelen van een meccano-doos in elkaar te zetten is en mitsdoen elke gewenschte lengte kan bereiken. Ten slotte is zij geheel glad, waardoor het omwinden met wollen en flanellen zwachtels niet nodig is.”
        Bewonderend sloot de krant af met: “Ziedaar de uitvinding van een eenvoudig man die een prachtige uitvinding deed.” De spalk, “thans over de geheele wereld gepatenteerd”, werd vervaardigd in een fabriek in de Govert Flinckstraat in Amsterdam.

advertentie grote hoeveelheid producten Tomado

Een grote advertentie in de ‘Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant’ van 28.11.1958 toont de grote hoeveelheid producten aan die Tomado inmiddels in de aanbieding heeft, waaronder het droogrekje.
Foto Delpher

Grote vlucht
Maar de spalk was niet zijn enige uitvinding. Arnold van Emden verzon eind jaren dertig ook het draadmetalen droogrekje. En dit artikel heeft vooral na de oorlog een grote vlucht genomen, al heeft Van Emden daar zelf niets van meegekregen: hij was al verbrand in de ovens van Auschwitz.
        Over het ontstaan van het droogrekje is weinig documentatie te vinden. ‘Joods Monument’ stelt dat het product voor de oorlog door de firma Tomado in Dordrecht al op de markt is gebracht en dat het “direct goed werd ontvangen”. Maar pas na de oorlog is het “uitgegroeid tot een internationaal succes”.
        Wikipedia zet uiteen dat Tomado staat voor Van der Togt Massa Artikelen Dordrecht. Het bedrijf is opgericht in 1923 door de broers Jan en Wim van der Togt.
        “Oorspronkelijk was het een klein bedrijf, dat simpele behangselhaakjes uit koperdraad vervaardigde, waarmee foto’s aan het behang konden worden opgehangen. Nadat de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen aan het bedrijfje de opdracht had gegeven om een metalen afdruiprek te ontwikkelen, begon het te groeien en al spoedig werd een fabriek te Zwijndrecht geopend.
        “Na de Tweede Wereldoorlog begon de wederopbouwperiode, waarin Tomadoproducten symbool stonden voor het moderne huishouden. Ze werden zeer populair, ook in België, en vrijwel ieder huishouden bezat wel een of meer Tomadoproducten. Door de populariteit van het merk groeide het bedrijf in de jaren 50 van de 20e eeuw zeer snel”, aldus Wikipedia.
        In bijvoorbeeld het Nijmeegsch Dagblad van 18.11.1958 adverteerde de firma Van der Borg met haar assortiment aan Tomado-artikelen, zie de afbeelding hiernaast. Het zijn er liefst 42.
        Maar voor alleen al het “opvouwbare droogrek” van Van Emden werden verspreid over heel Nederland eendere advertenties geplaatst, op 20 en 21 en 24 oktober 1949 in bijvoorbeeld de Emmer Courant, Trouw, het Zutphens Dagblad voor Achterhoek en Veluwezoom, De Zaanlander, de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, het Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJsselmonde, de Oprechte Steenwijker Courant, het Limburgsch Dagblad, de Leeuwarder Courant en in Het Parool.
        Nederland werd massaal geattendeerd op het handige artikel. Maar dat Arnold van Emden het had uitgevonden, werd nergens vermeld.

Moeder Truida overlijdt op 6 augustus 1940

Moeder Truida overlijdt aan het begin van de oorlog in het Israëlitisch Ziekenhuis in Rotterdam, op 6 augustus 1940, 74 jaar oud. Volgens de overlijdensakte gebeurde het om 14 uur.
Foto Website ‘Joods Monument’

Truida Hakker

Truida Hakker
Foto Website ‘Joods Monument’

Mishandeld
De Duitsers hadden genadeloos huisgehouden in het de familie Van Emden.
        Vader Arnold eindigde op 19 februari 1943 in Auschwitz, 63 jaar oud. Zijn vrouw Truida was hij aan het begin van de oorlog al kwijtgeraakt. Zij stierf op 6 augustus 1940 op 74-jarige leeftijd in het Israëlitisch Ziekenhuis aan de Schietbaanlaan. Eerder verbleef zij in het Israëlitisch Oudeliedengesticht aan de Claes de Vrieselaan in Rotterdam. Truida is begraven op een joodse begraafplaats in die stad.
        Zoon Hijman, die in Rotterdam met zijn gezin aan het Grote Visserijplein woonde op nummer 23, werd eveneens in Auschwitz omgebracht, als 37-jarige op 31 mei 1944. Doordat hij met de niet-joodse Sophia Marcus was getrouwd, werd hij volgens ‘Joods Monument’ in eerste instantie vrijgesteld van deportatie. Maar “daags na nieuwjaar 1943 kreeg hij een oproep om zich te melden” bij het hoofdbureau van de Rotterdamse politie aan het Haagseveer.
        Een buurvrouw, wier man vrijwillig dienst had genomen bij de SS, had een aanklacht ingediend: op oudejaarsnacht was op haar voordeur een smaadschrift aangebracht. Zij beschuldigde Hijman ervan dat te hebben gedaan, “vermoedelijk omdat hij in de buurt de enige was met een Jodenster op zijn kleding”.
        Op het politiebureau is Hijman, om een bekentenis af te dwingen, “zwaar mishandeld”. Sophia kreeg na een bezoek aan hem zijn gebroken kunstgebit, zijn vertrapte bril en een bebloed hemd mee naar huis. Hij is op 23 juli 1943 naar Kamp Vught doorgestuurd en vandaar op 15 november naar Kamp Westerbork. Vanuit Vught heeft hij “nog enkele (gecensureerde) brieven gestuurd”, uit Auschwitz is later nog een briefkaart ontvangen. De brieven en de briefkaart bevinden zich respectievelijk in de herinneringscentra Vught en Westerbork.
        Zijn vrouw en twee kinderen hebben de oorlog overleefd.

Documenten uit het Duitse Arolsen-archief over de aanstaande deportatie, een ondergang, van Hijman van Emden

Documenten uit het Duitse Arolsen-archief over de aanstaande deportatie, een ondergang, van Hijman van Emden. Hij wordt eerst gearresteerd door de Sicherheitspolizei in Rotterdam op 6.1.1943, dan op 23.7.1943 overgebracht naar Kamp Vught, daar zolang opgesloten, vervolgens vervoerd naar Kamp Westerbork en vandaar naar Auschwitz. Daar sterft hij op 31 mei 1944. Foto’s Arolsen Archives

Joodse-Raadkaarten van Louis Lena, zijn vrouw Marijke Hart en hun baby Arnold

Louis Lena, de andere zoon van Arnold en Truida, wordt samen met zijn vrouw Marijke Hart en hun baby van 1 jaar Arnold in Auschwitz vermoord. Dit zijn hun Joodse-Raadkaarten.
Foto’s Arolsen Archives

Tegelijk
Nog meer vroegtijdige oorlogsdoden: de andere zoon van Arnold en Truida, Louis, is samen met zijn vrouw Marika Julia Hart en hun zoontje Arnold in Auschwitz vergast. Bij vader Louis gebeurde dat op 30 september 1942 (31), moeder en baby eindigden eerder al en tegelijk, op 23 augustus 1942 (31 en 1). Het gezin woonde in Den Haag, in de Stortenbekerstraat op nummer 115.
        Dochter Alida, de echtgenote van de niet-joodse Cornelis Eilers, bleef gespaard. Het gezin was na de oorlog nog compleet. Alida van Emden is 75 geworden. Zij overleed in ’s-Gravenzande op 12 december 1982. Haar echtgenoot Cornelis stierf enkele jaren daarna, op 4 november 1988 in De Lier, 83 jaar oud. Van hun twee zonen Cornelis en Bob is de eerste gestorven in Vlaardingen, op 23 juni 2006, op de leeftijd van 77 jaar. Van Bob zijn geen nadere gegevens gevonden.
        Tot nog toe is onvermeld gebleven dat Arnold, de uitvinder, midden in de oorlog toch nog een tweede huwelijk is aangegaan. Op 30 juli 1942, bijna twee jaar na het overlijden van Truida, trad hij in Amsterdam in het huwelijk met 68-jarige plaatsgenote Anna de Jong (Amsterdam, 30 juli 1874). Het echtpaar ging wonen in de Maarten Jansz Kosterstraat, op nummer 15 huis. Maar het huwelijk heeft slechts kort mogen duren, 6,5 maand: Anja is tegelijk met Arnold in Auschwitz om het leven gebracht, op die 19de februari 1943. Zij is 63 geworden.

Louis Lena en zijn vrouw Marijke Hart

baby Arnold

Deze foto’s tonen Louis en Marijke en hun baby.
Foto’s Website ‘Joods Monument’

2 keer het hoofdkantoor van Tomado in Dordrecht

Het hoofdkantoor van Tomado in Dordrecht, met op de ene foto uit omstreeks 1964 nog het oorspronkelijke glazen kunstwerk van Joop van der Broek, op de andere het kunstwerk dat ervoor in de plaats kwam, van de Fries Sies Bleeker.
Foto’s Regionaal Archief Dordrecht en Google Streetview

Geliefd
Tomado groeide onstuimig na de oorlog. Het assortiment raakte geliefd bij de Nederlanders. Niet alleen het droogrekje vond massaal aftrek, ook het afdruiprek, de flessenlikker, de flessenuitdruiper en bijvoorbeeld de boekenrekjes, gemaakt van geplastificeerd draadstaal en metalen planken in pastelkleuren. Mechanische keukenapparaten, zoals mixers en koffiemolens, werden betrokken van Moulinex in Frankrijk.
        Iedereen wilde wel graag enkele van die symbolische artikelen van Tomado in huis hebben.
        De architect Huig Maaskant ontwierp voor de gebroeders Van der Togt meerdere gebouwen, signaleert Wikpedia. Zoals een fabriek in Etten-Leur, die in 1955 werd geopend, en die was omringd met tuinen van de tuinarchitect Mien Ruys. Boven de entreeluifel bevond zich een sculptuur van Ossip Zadkine. Ook voor Dordrecht ontwierp Maaskant een fabriek, de Tozindofabriek aan de Merwedestraat, de verzinkerij die voor 1958 was gevestigd aan de Zwijndrechtse Ringdijk.
        En dan kwam er nog het hoofdkantoor, nabij het NS-station. Het is in 1962 geopend, met aan de gevel een glaskunstwerk van glazenier Joop van den Broek dat inmiddels gesloopt is – en vervangen door een kunstwerk van de Heerenveense Sies Bleeker (1941-2014). Het markante gebouw bestaat nog, al is de transparante hal al lang niet meer zo leeg als destijds, toen er achter de glazen wanden slechts een trap, een lift en een zitje van Mies van der Rohe zichtbaar was. Nu is er een restaurant, Buddingh genaamd, zonder de apostrof waarmee de naam eindigt van de schrijver naar wie het restaurant verwijst: Kees Buddingh’.

Louis Lena en zijn vrouw Marijke Hart

Op de foto rechts is Willem van der Togt met zijn echtgenote Jozina Pieternella (‘Jo’) Borsje op de trouwfoto, 23.11.1933.
Foto’s RAD (nr. 309_13999 en 309_22738)

baby Arnold

Faillissement
Begin jaren zeventig ging Tomado failliet, volgens Wikipedia als gevolg van de opkomst van goedkope artikelen uit lage-lonenlanden. Het Belgische bedrijf Bekaert nam Tomado over, totdat het zelf het faillissement moest aanvragen. Halverwege de jaren tachtig ging Tomado “een samenwerking aan” met het Zwitserse Metaltex, zo schrijft dit bedrijf zelf op zijn website.
        “Tegenwoordig huist Tomado in Oosterhout en opnieuw biedt het bedrijf een flink assortiment huishoudelijke artikelen voor het drogen, koken, strijken en opruimen”, aldus Tomado-Metaltex Nederland BV, dat als belangrijkste kenmerk van de Tomado-producten de eenvoud noemt. “De beroemde ontwerper Gerrit Rietveld roemde de producten als een schoolvoorbeeld van excellent Hollands ontwerp.”
        De originele exemplaren zijn inmiddels collector’s items geworden, waarvoor ook volgens Metaltex “op de tweedehandsmarkt flinke bedragen worden neergeteld”. Maar wie het alleen maar gaat om de vorm en de handigheid van de Tomado-producten, kan nog altijd de moderne versie ervan kopen.
        Het boekenrek is terug, het droogrekje ook.

Het droogrek van Tomado kent tegenwoordig verschillende uitvoeringen

Het droogrek van Tomado kent tegenwoordig verschillende uitvoeringen.
Foto’s van diverse websites

* Overzicht familie Van Emden
Vader

Hijman van Emden, Culemborg, 19.5.1836 - Tilburg, 15.5.1898 (62).
Moeder

Susanna de Vries, Ravenstein 8.1.1844 - Rotterdam, 24.9.1915 (71).
Zeven kinderen:
1. Henri, Tilburg, 20.8.1878 - Brussel, 1957 (78). Handelsreiziger.
Trouwde met Sientje van Broek (Rotterdam, 21.8.1882 - Brussel, 1953, datum onbekend, 70 of 71 jaar). Drie kinderen:
  1. Hijman, Rotterdam, 9.3.1904 - Brussel, 11.11.1980 (76)
Hijman trouwde op 18 december 1934 in Brussel, waar hij Armand en Herman werd genoemd, met Raymonde Angèle Adèle Vomberg (Besançon, 28.6.1913. Hijman overleed op 11 november 1980 (76), Raymonde op 30 januari 1992 (78), beiden in Brussel. Zij kregen en dochter:
    1. Line van Emden-Neuman is voorzitter van de vereniging (l‘ASBL Vivre comme avant), die vrouwen helpt en steun geeft bij borstkanker.
  2. Maurits, Rotterdam, 11.6.1905 - Rotterdam, 2.7.1905 (22 dagen) en
  3. Philip, Rotterdam, 8.7.1907 - onbekend.
2. Arnold, Tilburg, 17.12.1879 – Auschwitz, 19.2.1943 (63). Diverse beroepen.
Trouwde met Truida Hakker, Capelle, Noord-Brabant, 2.11. 1865 - Rotterdam, 6.8.1940 (74).  Tweede huwelijk met: Anna de Jong, Amsterdam, 30.7.1874 - Auschwitz, 19.2.1943 (68). Vier kinderen:
  1. Hijman, Rotterdam, 23.9.1906 – Auschwitz, 31.5.1944 (37). Trouwde met Sophia Pieternella Marcus (Rotterdam, 23.8.1908 - onbekend. Moeder en de twee zonen hebben de oorlog overleefd. Twee kinderen:
    1. Truida (4.2.1929 - onbekend ) en
    2. John Maurits (23.5.1937 - onbekend).
  2. Alida Susanne 4.10,1907 - Rotterdam, 12.12.1982 (75). Overlevende.
Trouwde met Cornelis Eilers (Rotterdam, 19.8.1905 - De Lier, 4.11.1988 (83). Twee kinderen:
    1. Cornelis, Rotterdam, 15.4.1929 - Vlaardingen, 23.6.2006 (77) en
    2. Bob, Rotterdam, 17.4.1933 - onbekend.
  3. Maurits, Rotterdam, 25.11.1908 - Rotterdam, 27.4.1913 (5).
  3. Louis Lena, Rotterdam, 16.10.1910 - Auschwitz, 23.8.1942 (31).
Huwelijk met Marika Julia Hart, Scheemda, 19.11.1917 - Auschwitz, 23.8.1942 (24). Eén kind:
    1. Arnold, Rotterdam, 29.1.1941 - Auschwitz, 23.8.1942 (1).
3. Mourits, Tilburg, 5.2.1881 - Bergen-Belsen, 9.2.1945 (64).
Winkelier in herenconfectie. Huwde met Zientje Rozenberg, ;Leeuwarden, 16.4.1880 – Bergen-Belsen, 3.4.1945; (64). Zij kregen drie kinderen:
  1. heeft de oorlog heeft overleefd
  2. Leo, Rotterdam, 10.6.1915 - Sobibor, 5.3.1943; (27) en
  3. Hijman, Rotterdam, 8.11.1910 - Bergen-Belsen, 15.4.1945; (34).
4. Marianna, Tilburg, 29.5.18883 - Auschwitz, 5.11.1942 (59).
Gehuwd met Meijer Mozes Lezer (Assen, 12.10.1873 - Auschwitz, 5.11.1942; 69). Zij kregen twee kinderen:
  1. Jeanetta Susanna de Metz-Lezer, Assen, 27.12.1912 - Auschwitz, 2.11.1942; (29) en
  2. Mozes Lezer, Assen, 3.7.1905 - Auschwitz, 2.1.1944; (38)
5. Mathilda, Tilburg, 28.8.1884 - Tilburg, 25.9.1885 (1 jaar).
6. Albert, Tilburg, 13.4.1886 - Tilburg, 18.7.1886 (3 maanden).
7. Elisabeth, Tilburg, 14.4.1887 - Auschwitz, 11.2.1944 (56).
Trouwde in Rotterdam met Salomon Rozenberg, Leeuwarden, 29.12.1882 - Auschwitz, 11.2.1944; (61).
Zij kreeg vijf kinderen met hem, van wie er twee tijdens de Holocaust zijn vermoord:
  1. Susanna Hornman-Rozenberg, Rotterdam, 4.8.1910 - Auschwitz, 23.8.1942; (32),
  2. Hijman Rozenberg, Rotterdam, 5.11.1908 - Auschwitz, 24.8.1942; (33),
  3 van de 5 hebben de oorlog heeft overleefd.






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'