Het voorbije joodse dordrecht

Holocaust-slachtoffer Paul van Raalte en
het raadsel van de Dordtse schoolfoto’s
*Paul van Raalte via Amerika alsnog ‘gevonden’

schoolfoto klas 1A van de HBS in het leerjaar 1916-1917

Dit is de ene schoolfoto, die klas 1A van de HBS in het leerjaar 1916-1917 toont.
Volgens het bijgevoegde kaartje staat Paul van Raalte er tussen. Inmiddels is vast komen te staan dat het de jongen uiterst rechts in de middelste rij is, de armen over elkaar.
Foto RAD (nr. 552_390534-002)

Er is geen beginnen aan.
        In de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) zijn twee hoogst zeldzame foto’s aangetroffen, waarop Paul Hendrik van Raalte voorkomt. Althans, op de bijgevoegde kaartjes staan de namen van de hbs-leerlingen die in de schooljaren 1916-1917 en 1919-1920 voor de schoolfotograaf poseerden. P.H. van Raalte, een joodse jongen geboren in Dordrecht in 1903, wordt op beide foto’s twee keer genoemd.
        De vondst veroorzaakte enige opwinding bij de redactie van deze website, omdat van Paul van Raalte tot dan niet één foto was gevonden. Wel van een tekening van zijn vader, dr. Albert van Raalte, die trouwens leraar was op diezelfde Hogere Burger School, maar niet van zijn zoon. In dit verhaal, waarin Paul van Raalte en zijn latere echtgenote Rosa Weisbard als hoofdpersonen figureren, leek het echtpaar gezichtsloos te blijven, want van Rosa ontbrak ook al beeld.
        De klassenfoto’s zijn prachtig. Zie de jongeren eens serieus in de lens kijken. In 1916 nog met geoefende, enigszins onzekere ernst, met hier en daar een glimlach. In 1919 is hun houding al zelfverzekerder en vastberaden, tot op het parmantige af. Wie van hen zou toch Paul van Raalte zijn?
        Bij het bestuderen van de kaartjes brak al snel teleurstelling door: ze zijn hopeloos onvolledig. De namen op de kaartjes corresponderen niet met de personen op de foto’s. De kaartjes vermelden blijkbaar álle leerlingen die op in dat bepaalde jaar in de klas zaten, plus de docenten. Maar de foto’s tonen er veel minder, of juist meer. De opname van 1916 laat twintig personen zien, het kaartje noemt er slechts achttien. De foto van 1919 noemt veertien personen, op de foto zijn er slechts negen te tellen. Staat Van Raalte er wel tussen?
        Het is een warboel, die spijtig is. Want anno nu, 114 jaar nadat de meeste hbs’ers op de foto’s werden geboren, zal niemand meer in leven zijn. Niemand in Dordrecht zal nog uit levendige herinnering, uit eerste hand, kunnen aanwijzen wie wie was. Er is geen beginnen aan.
         En niemand, ook van de betrokken families Van Raalte en Weisbard, is nog in staat om Paul van Raalte te identificeren, om deze stilmakende reden: al die mensen zijn in de oorlog door de Duitsers genadeloos gedood − op drie na, die echter inmiddels zijn overleden. Zelfs voor de baby die Paul en Rosa nog maar een jaar eerder hadden gekregen, Ruben Jehoedi, was geen uitweg meer mogelijk. Hij werd tegelijk met zijn ouders in Sobibor vergast, op 23 juli 1943.*

leerjaar 1919-1920, van klas 4a

Dit is een latere foto, uit het leerjaar 1919-1920, van klas 4a. Opnieuw wordt Paul van Raalte genoemd.
Het blijkt de jongen rechts vooraan te zijn, met de handen in zijn broekzak.
Foto RAD (nr. 552_390535-010)


portret van dr. Albert van Raalte, gemaakt in 1923

Een met potlood en kleurpotlood getekend portret van
dr. Albert van Raalte, gemaakt in 1923, afkomstig uit het Regionaal Archief Dordrecht. Van Raalte was eerst leraar in Dordrecht, later directeur van de Keuringsdienst.
Foto RAD (nr. 552_230322)

Leraar
Albert van Raalte woonde al in Dordrecht toen hij op 30 juli 1901 in het Haagse raadhuis trouwde met Sophia Johanna Rozina Louisa Elias. Hij was al 29 jaar oud en leraar scheikunde, zij pas 21 en zonder beroep, beiden waren joods. Waarom het huwelijk in Den Haag werd voltrokken, is niet duidelijk. Sophia zelf woonde in Borne, maar was geboren in Eindhoven, op 28 mei 1880. Haar echtgenoot kwam uit Leeuwarden, waar hij op 17 augustus 1871 ter wereld was gekomen. Het echtpaar toog naar Dordrecht, naar de Levensverzekeringstraat 6, tegenwoordig Rozenhof geheten.
        Paul Hendrik werd hun eerste kind, op 23 augustus 1903. Vier jaar later kwam Albertine Sophie, op 9 januari 1907, nog eens zes jaar later verscheen Theodoor Philip, op 30 mei 1913. Paul Hendrik ging naar de hbs, die indertijd in de Nieuwstraat was gevestigd, maar een gloednieuwe dependance had aan het Oranjepark. In 1916 legde de schoolfotograaf alle scholieren vast. De kinderen konden nog met onbezorgde blik naar de toekomst kijken. De dood zat Paul van Raalte nog niet op de hielen.







gezinskaart van Albert en Sophia van Raalte

De gezinskaart van Albert en Sophia van Raalte: drie kinderen.
Foto RAD


In zijn eerste Rotterdamse jaren oefende Karl Weisbard nog zijn oorspronkelijke beroep uit: kleermaker

In zijn eerste Rotterdamse jaren oefende Karl Weisbard nog zijn oorspronkelijke beroep uit: kleermaker. Twee advertenties, in de NRC van 18.6.1911 en 1.6.1913, getuigen ervan.
Foto’s Delpher

Kleermaker
Een klein jaar na de geboorte van Paul van Raalte, trad in Wenen Rosa Weisbard tot de wereld toe, op 6 juni 1904. Zij was niet het eerste, maar het tweede kind, en zeker niet het laatste, van Awigdor Kiwe Weisbard en Hennie Malke Finkel. Dit joodse echtpaar was in Wenen beland vanuit Galicië, een landstreek die tegenwoordig tot Polen en Oekraïne behoort. Kleermaker Awigdor, kortweg Karl genoemd, was er geboren in Rozdol, op 28 maart 1877, zijn vrouw, kortweg Malwine genoemd, in Tarnopol, op 4 april 1880. Francisca werd hun eersteling, in Wenen, op 5 maart 1903, Rosa volgde een jaar later.
        Kort na haar geboorte vertrokken Karl en Malwine naar Rotterdam. Ze arriveerden er op 28 april 1905 en betrokken een woning aan de Prins Hendrikkade 64. Onafhankelijk van hen kwam iets eerder, op 12 september 1904, nog een joodse familie aan in Rotterdam, uit het Poolse Lodz: vestenmaker Abram Icek Tuschinski (Brzezin, 2.5.1886) en Mariem Estera Ehrlich (Zdunska, 22.6.1885). Zij, nog kinderloos, gaan aan Oppert 55 wonen. Beide mannen zouden in Rotterdam en Amsterdam legendarische faam veroveren, door hun passie voor film.
        Wat zochten zij in Rotterdam? Het stadsarchief verklaart hun komst kort aldus: “Vanwege geloofsvervolging en armoede wijken veel joden uit naar het liberale Nederland.” De website Joods Monument meldt over de Tuschinki’s: “Het echtpaar verliet Polen om in de Verenigde Staten een nieuw bestaan op te bouwen. Het reisde door Nederland en bleef in Rotterdam wonen, waar Abraham Tuschinski als vestenmaker zijn geld verdiende.”

gezinskaart van Karl en Hennie Malke Weisbard

De gezinskaart van Karl en Hennie Malke Weisbard:  zes kinderen.
Foto Gemeentearchief Rotterdam


Verdriet en vreugde in het gezin Weisbard

Verdriet en vreugde in het gezin Weisbard: in 1907 sterft dochtertje Laura, negen maanden na haar geboorte; in 1908 wordt Ernst geboren. De mededelingen stonden in het Rotterdamsch Nieuwsbladvan
31.10.1907 en 24.9.1908.
Foto’s Delpher

Oversteek
In het Biografisch Woordenboek van Nederland 1880-2000 schrijft J.M.H.J. Hemels uitgebreider over de beweegredenen van Tuschinski: “In het voetspoor van grote groepen joodse landgenoten besloot hij in 1904 naar de Verenigde Staten te emigreren om daar verder zijn vak uit te oefenen. Zoals de meeste Oost-Europese emigranten koos hij voor een oversteek vanuit de haven van Rotterdam. De bootdiensten waren er goedkoper dan in Franse en Engelse havens. In afwijking van zijn oorspronkelijk voornemen vestigde hij zich in Rotterdam als vestenmaker, kansen ziend in de ook in Nederland opkomende confectie-industrie.” Karl Weisbard en Malwine stichtten in Rotterdam een redelijk grote familie. Na Francisca en Rosa worden nog vier kinderen geboren: Laura (30.1.1907), Ernst (23.9.1908), Alfred (29.5.1910) en Max (9.9.1914). Laura overlijdt al na negen maanden, op 29 oktober 1907. Het gezin is dan al enkele keren verhuisd, en zal zich uiteindelijk definitief settelen op de Nieuwe Binnenweg, op nummer 326b. Voor de volledigheid: Abraham Tuschinski en Mariem krijgen drie kinderen in Rotterdam: Wolf (‘Will’; 4.5.1906) en de tweeling Meijer en Nathan (4.6.1908). De tweelingbroertjes sterven snel: Meijer binnen een jaar op 29.4.1909, Nathan op 28.3.1911.

Rozenhof nummer 6

Voordat het gezin Van Raalte in juli 1921 verhuisde naar Amsterdam, woonde het in de Rozenhof op nummer 6,
een straat die indertijd nog Levensverzekeringstraat heette. Het pand staat achter de boom in het midden.
Foto Google Streetview


Later werd Karl Weisbard een (succesvolle) bioscoopexploitant

Later werd Karl Weisbard een (succesvolle) bioscoopexploitant, van het fameuze WB-Theater aan de Nieuwe Binnenweg
(NRC, 23.12.1919). Hij verzorgde ook voorstellingen in bijvoorbeeld een psychiatrische inrichting (Voorwaarts, 2.5.1925). Weisbard is later geprezen als “een bindend figuur” in het vooroorlogse Rotterdam.
Foto’s Delpher

Keuringsdienst
In Dordrecht is dr. Van Raalte dan al leraar af. Hij is in 1908 directeur van de gemeentelijke Keuringsdienst van Waren geworden en blijft dat tot 1921. Op 9 juli van dat jaar verlaat het gezin Dordrecht, en vestigt zich in Amsterdam, in de Kraaipanstraat op nummer 3. Van Raalte gaat in de hoofdstad dezelfde functie vullen, opnieuw bij de keuringsdienst.
        Sophia van Raalte, de moeder van Paul, overlijdt in 1936, op 11 april. Haar man volgt in 1938, op 30 november. Hij is 67 geworden, zij 55. Hun zoon Paul trouwt op 19 mei 1937 in Amsterdam met Rosa Weisbard, één van de kinderen van Karl en Malwine.
        Rosa’s vader is intussen uitgegroeid van een stateloze Oost-Europese immigrant tot “een bekende en zeer gewaardeerde Rotterdammer”, meent de historicus dr. André van der Velden, die onderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van de filmcultuur in Rotterdam. Joden spelen daarin “een buitengewoon grote rol”, constateerde hij, “en een van hen was Karl Weisbard”. Van der Velden is universitair docent aan de Universiteit van Utrecht, departement media- en cultuurwetenschappen.
        In een artikel voor het Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis (1, 2004) heeft Van der Velden vijftien jaar van het leven van Abraham Tuschinski beschreven, een beknopte autobiografie die ook de betekenis schetst die Weisbard voor de lokale filmhistorie heeft gehad. Daarnaast heeft Van der Velden op 4 mei 2014, om 15 en 16 uur, op het adres Nieuwe Binnenweg 324-326, de locatie van de door Weisbard gestichte fameuze Wester Bioscoop (het ‘WB-Theater’) een verhaal verteld over Karl Weisbard. Hij deed dat tijdens het jaarlijkse programma van herdenkingen ‘Open Joodse Huizen’.

Karl Weisbard

Dit is Karl Weisbard zelf, op een foto afkomstig uit de collectie van wijlen
film- en buitenlandredacteur Tjitte de Vries van Het Vrije Volk.
Foto Collectie-De Vries

Bindend
Hij zei bij die gelegenheid dat Weisbard “met zijn bioscoop een bindende rol heeft gespeeld in het vooroorlogse Rotterdam en de daar gevestigde joodse gemeenschap”. Met name in de toen nog in aanbouw zijnde wijken Middelland en het Nieuwe Westen was hij “een sleutelfiguur binnen zowel het joodse als het niet-joodse deel van de bewonersgemeenschap”. Van der Velden illustreerde zijn bevindingen met dia’s en filmbeelden. Op YouTube is nog het filmpje te zien dat Karl Weisbard maakte tijdens een wandeling door Blijdorp, de Rotterdamse diergaarde. De herontdekte opnamen dateren van 1919, tonen ook Weisbard zelf en vormen nu de oudste nog bestaande film over Rotterdam, zie https://m.youtube.com/
        Wat bracht Weisbard allemaal teweeg in Rotterdam? In het kort, citerend uit Van der Veldens artikel: nadat hij samen met Aron Chermoek, ook een joodse kleermaker, directeur was geweest van het ingrijpend verbouwde Alcazar Theater, omgedoopt tot Prinses Theater, en wel vanaf de heropening op 1 augustus 1917 tot 1 maart 1919, gaf Weisbard zijn loopbaan in de bioscoopbranche een nieuwe wending. “Hij ging van nu af voor nieuw en groot.”
        Hij richtte op 21 juli 1919 de Bioscoop- en Huizen Exploitatie Maatschappij ‘Het Westen’ op, samen met een joodse en twee niet-joodse vennoten. Op een stuk bouwgrond aan de Nieuwe Binnenweg verrees binnen een half jaar de Wester Bioscoop. Van der Velden: “Tegenwoordig passen er nog maar 500 mensen in de grote zaal”, maar bij de opening op 21 november 1919 was er een zaalcapaciteit van circa 1400 stoelen. “Het WB-Theater was daarmee een aantal jaren de grootste bioscoop van Nederland.”
        Behalve filmvoorstellingen organiseerde Weisbard er volgens Van der Velden nog allerlei andere festiviteiten, “soms specifiek gericht op de joodse gemeenschap, maar vaak ook voor een breder publiek”. “Geregeld ging het hierbij om liefdadigheidsvoorstellingen, die een plek hadden in de binnen joods Nederland sterk ontwikkelde traditie van de tsedaka: het religieus ingegeven plichtsbesef verantwoordelijkheid te dragen voor je behoeftige naaste.”

dagrapport van de Rotterdamse politie, opgesteld op 23.9.1942

Een foto van het dagrapport van de Rotterdamse politie, opgesteld op 23.9.1942: vier leden van het gezin Weisbard zijn gearresteerd en moeten via Amsterdam naar kamp Westerbork worden overgebracht. Ze gaan hun dood tegemoet. Alleen van Franciska is het lot onbekend.
Foto Website Joods Erfgoed Rotterdam


Op 30 november 1938 overlijdt  in Amsterdam dr. Albert van Raalte

Op 30 november 1938 overlijdt in Amsterdam dr. Albert van Raalte,
de vader van Paul Hendrik (Algemeen Handelsblad, 1.12.1938).
Foto Delpher

Nog groter
De zaken gingen zo goed, dat Weisbard met ene Zeeuw van der Laan drie jaar later een soortgelijke onderneming op touw zette voor de bouw van een tweede en nog grotere bioscoop in Rotterdam: het Grand Théâtre Pompenburg aan de Pompenburgsingel. Toen deze eind 1922 opende, “kampte echter de branche met een crisis”. Weisbard en compagnons “slaagden er hierdoor niet in ook dit nieuwe bioscooppaleis rendabel te exploiteren”.
        Eind 1923 “moesten ze toezien hoe het in handen viel van Tuschinski” – die eigenaar was van een serie ‘bioscopen in stijl’, zoals het stadsarchief ze betitelt: Thalia, Cinema Royal, Scale en Olympia. Zie voor de details en zijn successen, ook in Amsterdam, met de bouw van Nederlandse beroemdste bioscoop Theater Tuschinski aan de Reguliersbreestraat, het overzicht van Van der Velden: vandervelden.pdf.
        Desondanks is Weisbard tot het begin van de jaren dertig met zijn WB-Theater “een prominente speler in het plaatselijke amusementsbedrijf” gebleven. Van der Velden: “Nog in 1929 stak hij Tuschinski de loef af door als eerste in Rotterdam de geluidsfilm ter introduceren.”
        In 1930 besluit Weisbard, volgens de website ‘De Filmkijker’, nog een bioscoop te starten, nu aan de Kruiskade: het Roxy Theater. Het gebouw heeft duizend zitplaatsen en opent op 31 mei. “Naast films worden er kleine operettes opgevoerd.” Het lukt Weisbard opnieuw niet om de bioscoop winstgevend te maken, waarna hij het theater in 1936 verkoopt aan Ed Spits, waarna het wordt verbouwd tot de Arena. Huidige Rotterdammers zullen de locatie kennen als het muziekpodium Nighttown (en later Watt).
        In deze vooraanstaande ‘bioscopenfamilie’ kwam Paul van Raalte terecht, toen hij op 18 mei 1937 Rosa Weisbard trouwde. Rosa had zelf ook bestuurservaring in de bioscoopsector. Volgens de website ‘Joods Erfgoed Rotterdam’ heeft zij in 1930 en 1931 in de directie gezeten van het Roxy Theater.

Franciska Weisbard is getrouwd geweest, en gescheiden in 1932

Franciska Weisbard is getrouwd geweest, en gescheiden in 1932, zoals deze gezinskaart uit het Rotterdamse archief laat zien. Maar haar naam komt niet voor op Joods Monument, de website die alle Nederlandse slachtoffers van de Holocaust noemt en herdenkt. Nergens is informatie over haar te vinden. Heeft ze de oorlog weten te overleven?
Foto Gemeentearchief Rotterdam


Paul van Raalte is getrouwd Rosa Weisbard, op 18 mei 1937

Een jaar eerder was Paul van Raalte getrouwd Rosa Weisbard, op 18 mei 1937 (Het Vaderland, 22.5.1937).
Foto Delpher

Op 6 juni 1942 krijgen Rosa en Paul een eerste kind

 

Op 6 juni 1942 krijgen Rosa en Paul een eerste kind, Ruben Jehoedi (Het Joodsche Weekblad, 12.6.1942). Nog geen jaar later worden zij allen vergast in Sobibor.
Foto Delpher

Oorlog
Het echtpaar woont op het Van Tuyll van Serooskerkenplein 48 III in Amsterdam als de oorlog uitbreekt. De jodenhaat van de nazi’s spoelt het land binnen; joden mogen gaandeweg niet meer in dialoog zijn met de wereld. Ze dienen uitgeroeid te worden.
        Over wat alle afzonderlijke leden van de families Van Raalte en Weisbard in die permanent angstige maanden is overkomen, zijn nauwelijks gegevens voorhanden – behalve de wrede afloop: vergassing.
        Van Rosa’s familie is slechts bekend dat op 23 september 1942 op het politiebureau in Rotterdam “geïnterneerd” zaten: vader Karl, zus Franziska en de broers Ernst en Alfred. Moeder Malwine staat niet genoteerd in het dagrapport, dat verder meldt dat deze gevangenen “voor doortransport naar Westerbork, naar Amsterdam gebracht moeten worden”.
        Vijf dagen later is Karl al vermoord, in Auschwitz, op 28 september 1942. De andere gezinsleden worden later omgebracht, op verschillende tijden: moeder Malwine in Sobibor, op 2 april 1943, de zonen Ernst en Alfred tegelijk in Auschwitz, op 31 januari 1943.
        Merkwaardig genoeg wordt Franziska nergens meer genoemd, noch op Nederlandse, noch op Duitse websites die zijn gewijd aan de Holocaust.
        Franziska was getrouwd met de rooms-katholieke Franz Theodor Look (Rotterdam, 30.3.1903) op 26 april 1928 in Hillegersberg en had met hem een zoon gekregen, Henri Peter Theodor, op 23 augustus 1930. Op 15 februari 1932 scheidde zij van hem. Bij diens overlijden op 1 mei 1958 in Rotterdam wordt Franz weduwnaar genoemd van drie vrouwen, onder wie als eerste Franziska. Maar het tijdstip van háár overlijden is ondanks uitputtende research niet gevonden.
        Rosa Weisbard, het andere gezinslid, is samen met haar man, de Dordtse hbs-scholier Paul, vermoord in Sobibor, in bijzijn van hun piepjonge baby Ruben Jehoedi. Dit jongetje was geboren op 6 juni 1942 en is op 23 juli 1943 is de gaskamer om het leven gebracht, nog geen jaar oud.

Overleefd
Waren er dan aan beide zijden geen overlevenden?
Ja, drie verwanten van Rosa en Paul wisten zich door de oorlog te redderen.
        Allereerst is daar bij de Weisbards zoon Max, de laatstgeborene van 1914. Max, in 1941 getrouwd met G. van den Akker, is na de oorlog directeur geworden van een fruit- en groentenimporthandel in Rotterdam. Hij is, wonend aan de Westzeedijk 130b, in 1960 op 46-jarige leeftijd overleden, berichtte De Telegraaf op 29 december. Tien jaar eerder hadden hij en zijn vrouw een zoon gekregen, in april 1950.
        Van de familie Van Raalte bleven de voormalige Dordtenaren Theodoor Philip (1913) en Albertine Sophie (1907) over. De advocaat Theodoor stierf op 9 december 1980, 67 jaar oud, in Amsterdam. Zijn zus Albertine, die trouwde met de tekenaar Jo Spier, ging heen op 81-jarige leeftijd in het Amerikaanse Sante Fé, op 31 juli 1988.
        En hiermee waren de originele leden van de families Van Raalte en Weisbard voorgoed weggevaagd. Paul Hendrik van Raalte zal hierdoor op die klassenfoto’s in het Dordtse archief voorgoed onherkenbaar blijven. De tijd kan niet meer teruggespoeld worden.

*Paul van Raalte via Amerika alsnog ‘gevonden’

Heuglijk nieuws: het is alsnog mogelijk gebleken om op de schoolfoto’s Paul van Raalte te identificeren – niet via directe, maar via afgeleide familieleden in de Verenigde Staten.
        Ruim een jaar nadat bovenstaand verhaal op de website was geplaatst, kreeg de redactie in mei 2017 een e-mail van ene Thomas P. Spier, een advocaat in New York. Hij legde uit dat hij de zoon is van Peter Eduard Spier (Amsterdam, 6.6.1927), die kort daarvoor was overleden, op 27 april in Port Jefferson, New York. Peter Spier is op zijn beurt een zoon van de legendarische tekenaar Jo Spier en de geboren Dordtse Albertine Sophie (‘Tineke’) van Raalte. En Albertine is weer een zus van Paul van Raalte – en verder de grootmoeder van Thomas P. Spier. Zo zit het.
        Na het overlijden van zijn vader, nam Thomas (‘Tom’) diens nagelaten spullen door. Bij die gelegenheid vond hij een foto van Paul en Albertine van Raalte, als jonge kinderen. In zijn e-mail meldde hij een familiealbum te bezitten, waarin ook foto’s van Paul van Raalte moeten voorkomen. Hij zou het uitzoeken en de desbetreffende foto’s opsturen. De redactie moest alleen even geduld hebben; het vergde allemaal enige tijd
.

Schoolfoto gemaakt in Dordrecht, in de zomer van 1947

LInker foto: Paul en zijn zusje Tineke in plusminus 1908.
Rechter foto: Nogmaals Paul en Tineke, enkele jaren later, zo rond 1910.


Het omslag van het boek dat de Partij voor de Dieren uitgaf

Dit is de moeder van Paul en Tineke,
Sophia Elias
Foto Privébezit

Auto
In diezelfde e-mail vertelde hij wat meer over zijn familie. Tom schreef dat hij zijn grootvader Jo Spier nog heeft gekend. De tekenaar was weliswaar overleden toen Tom zestien was, op 21 mei 1978, maar hij zag zijn grootvader zo voor zich. “He was a great guy. I remember him sitting in his home studio in Plandome, New York, smoking cigars and drawing.” Tom Spier zag zijn grootvader “all the time”, zij woonden ook maar op misschien vijf kilometer van elkaar. Tom heeft nog altijd Jo Spiers auto, een 1966 Volvo Amazon.
        Voor de volledigheid: Jo Spier en Albertine hadden drie kinderen. Behalve de al genoemde Peter, waren dat Celine en een zoon die verwarrend genoeg ook Thomas heet. Dochter Celine (Polak) is overleden, maar Thomas leeft nog. Hij woont, 85 jaar oud, in New Mexico, en hij was het die op de Dordtse klassenfoto’s meteen Paul van Raalte wist aan te wijzen. Op de eerste foto zit Paul uiterst rechts in de middelste rij met de armen over elkaar, op de tweede foto zit hij op de eerste rij, weer helemaal rechts, met de handen in zijn broekzak.
        Thomas Spier de oude beheerst nog steeds het Nederlands, in tegenstelling tot zijn neef Thomas de jonge. Die is Amerikaan van geboorte, en moest de computer een vertaling laten uitvoeren om bovenstaand artikel te kunnen begrijpen.

Schoolfoto gemaakt in Dordrecht, in de zomer van 1947

Schaatsende kinderen “op de vijver van meneer Stoop”, in januari 1917.
Wie Tineke is, wordt niet vermeld, Paul “staat gebukt”.
Foto Privébezit


Portretfoto van Corry Fonteijn

Paul op volwassen leeftijd, jaartal onbekend.
Foto Privébezit

Kader
Eind 2017, afgelopen november, kwamen de beloofde foto’s af. Ze staan met toelichtend bijschrift bij dit kader afgebeeld en bij de klassenfoto’s is nu ook nog vermeld wie Paul is.
        Om te kunnen uitleggen wie Tom Spier (de jongere) is, vroeg de redactie om wat extra familiedetails. Die zijn in dit aanvullend kader verwerkt. Hij schreef verder nog dat zijn moeder, Kathryn M. Spier (1935), nog leeft, en dat hij een zus heeft, ook Kathryn geheten, die professor is aan de Harvard Law School.
        Tom Spier stuitte op het levensverhaal van Paul van Raalte toen hij via internet research naar hem deed. Daarna nam hij contact op met de redactie van deze Stolpersteine-website. Tom is blij dat hij en zijn oom op de klassenfoto’s een gezicht aan een naam hebben kunnen verbinden, en daarnaast enkele foto’s van Paul van Raalte kunnen laten zien. Zoals het hem ook verheugd dat Paul en zijn familie door dit alles in de herinnering worden gehouden.

Schoolfoto gemaakt in Dordrecht, in de zomer van 1947

Een schoolfoto, gemaakt in juli, in een onleesbaar jaar, vermoedelijk 1918-1919.
Het betreft de zesde klas van School Mühring. Tineke van Raalte is het tweede meisje links.
De leerkrachten zijn juffrouw Maltha en meneer Verschuur.
Foto Privébezit



< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'