NIEUWS
Dordts Stolpersteine-project na
9 jaar en 199 steentjes afgerond
Het Dordtse Stolpersteine-project is afgerond. Maandag 17 april is het 201ste en laatste struikelsteentje gelegd, in een stoep in de Cronjéstraat. Negen jaar heeft de werkgroep er over gedaan om alle herdenkingssteentjes te laten aanbrengen. Er is begonnen in april 2014, op de Groenedijk, er is geëindigd in april 2023.
Feitelijk is de taak van de werkgroep nu voltooid. Toch wordt zij niet meteen opgeheven. De website van de werkgroep blijft nog minstens twee jaar bestaan. Regelmatig zullen daar nieuwe verhalen worden geplaatst, over vermoorde of overlevende joodse Dordtenaren.
Wie waren de laatste Dordtse Holocaustslachtoffers voor wie een Stolpersteine in de stoep is gemetseld? En wat werd er in de Cronjéstraat door wie gezegd ter afsluiting van het project? Een nieuwsverslag van een gedenkwaardige slotgebeurtenis.
Fotografen, zowel van lokale media als particuliere, leggen vast hoe in de Cronjéstraat |
Scholieren
In bijzijn van tientallen scholieren van groep 8 van de openbare school ‘De Griffioen’ werd er aan het begin van de middag eerst een steentje gelegd in de Merwedestraat, bij huidig nummer 6-8. Dat was symbolisch en tijdelijk. Op deze plek wordt namelijk nog volop nieuwbouw gepleegd. Na afloop van de plechtigheid is het steentje daarom weer verwijderd. Als alle werkzaamheden voorbij zijn, krijgt het er definitief zijn plek. Het slachtoffer dat hier wordt herdacht, is Dina Mesritz-van Beugen (Wildervank, 1900). Zij is in Auschwitz omgebracht op 19 november 1943, op 43-jarige leeftijd.
Merwedestraat (nu: 6-8) | Dina Mesritz-van Beugen | 3.3.1900 | 19.11.1943 | Auschwitz | 112 |
Vervolgens werden er in de binnenstad, in de Vrankenstraat op de hoek met de Mariënbornstraat, vier steentjes gemetseld voor de familie De Jong, bestaande uit vader Gerard Joachim (1879) en de kinderen Leendert (1921), Meijer (1923) en Lena (1925). Zij zijn vermoord in Auschwitz en Sobibor. Het gezin, van wie moeder Grietje Tonninge al stierf in 193?, woonde eigenlijk in de Knoopmakersgang, maar die bestaat niet meer. De steentjes zijn vlakbij hun woonadres komen te liggen.
Knoopmakersgang 2 (opgeheven) Vrankenstraat hoek Marienbornstraat |
Gerard Joachim de Jong | 8.6.1879 | 19.11.1943 | Auschwitz | 73 |
Leendert de Jong | 1.7.1921 | 30.9.1942 | Auschwitz | ||
Meijer de Jong | 3.12.1923 | 16.4.1943 | Sobibor | ||
Lena de Jong | 26.7.1925 | 26.10.1942 | Auschwitz |
En toen, ten slotte, volgde de Cronjéstraat, een zijstraat van de Toulonselaan. Hier werden eveneens vier steentjes geplaatst, door de vaste, gemeentelijke stratenmakers Bertus Kriek en Sjors (George) Wapperom, voor de familie Frenk. De straat was voor de gelegenheid afgesloten en er was een partytent neergezet, voor het geval het zou gaan regenen. Tientallen mensen woonden deze allerlaatste steenlegging bij. Onder hen bevonden zich niet alleen bewoners van de straat, ook de ‘volgers’, de mensen die in de afgelopen jaren steeds naar een steenlegging kwamen, en het Ivrietkoor ‘Al Naharot’.
Cronjéstraat 1 | Isidor Frenk | 16.2.1901 | 12.2.1943 | Auschwitz |
226 266 274 |
Elizabeth Frenk-den Hartog | 21.6.1903 | 12.2.1943 | Auschwitz | ||
Aaron Frenk | 22.5.1928 | 12.2.1943 | Auschwitz | ||
Mietje Frenk | 26.7.1925 | 22.5.1937 | Auschwitz |
Kaddisj
Nadat de steentjes waren gemetseld, en er witte anjers waren neergelegd, werd afsluitend de kaddisj gezegd , een van de oudste en belangrijkste gebeden in de joodse liturgie, gevolgd door een minuut stilte. Werkgroepvoorzitter Kees Weltevrede zei hierna wat hij eerder die middag ook bij de andere steenleggingen had gezegd: “Ook van deze familie zijn nu de namen toegevoegd aan het historisch geheugen van Dordrecht. Ze horen erbij!”
Een lid van het koor, Loe Baan, sprak vervolgens als eerste. Zijn korte rede wordt hier, net als die van burgemeester Wouter Kolff en Kees Weltevrede, zo volledig mogelijk weergegeven.
“Een stem sprak: ‘Ik geef u een naam en een plaats’”, begon Baan, vervolgend met: “De stichting Werkgroep Stolpersteine heeft hieraan een zichtbare en tastbare vorm gegeven. Nu, bij het leggen, van de laatste Stolpersteine is er een taak volbracht. Alle weggevoerde en vermoorde joodse Dordtenaren hebben een (graf-)steen gekregen. Het verleden heeft hier het heden ingehaald.”
Waarna hij toelichtte dat het Ivrietkoor Al Naharot ook zijn stem en geluid wil laten horen. Het zingt “liederen vanuit de cultuur en muziek van Israël. Niet alleen psalmen en gebeden, maar ook liederen over hoop en verlangen, over liefde en blijdschap. En in al deze melodieën voert het ultieme verlangen naar vrede de boventoon”. Baan sloot toepasselijk af, met de woorden: “Stenen worden stemmen.” Met de liederen die het koor zong, gaf het als het ware een stem aan de vermoorde joden van Dordrecht.
Toekomst
Burgemeester Kolff refereerde aan de kaddisj. “Kaddisj betekent letterlijk ‘heiliging’. De kaddisj slaat de brug tussen het verleden, het alledaagse heden en de toekomstbelofte. Wellicht is dit de reden dat de kaddisj het ‘gebed voor de doden’ bij uitstek is geworden.”
“In eenzame momenten worden veel mensen gekweld door de vraag of het mogelijk is om over de dood heen de overledenen te bedanken of te helpen. In het Jodendom beantwoordt men deze vraag positief. De dood kent geen voorwaarden toe aan de mogelijkheid om gevoelens van dankbaarheid en liefde te mogen betuigen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld heel goed het levenswerk van hun ouders voortzetten en verder bouwen aan de toekomst. Maar…”
Kolff verwees naar een uitspraak van de Duitse bondskanselier Helmut Kohl: “Als je het verleden niet kent, kun je het heden niet begrijpen en de toekomst niet vormgeven” en haakte daarop in: “We hebben ankers nodig. Grenzen waartussen wij de vrijheid mogen én kunnen ervaren. Waarin wij ons als samenleving veilig kunnen voelen. En ons kunnen ontwikkelen. En kunnen leren. Lessen en herinneringen die ons leren over en van het verleden. Waar we misschien letterlijk over struikelen. Omdat niet alle lessen leuk zijn om te leren.”
Hij zoomde in op de Stolpersteine. “Stolpersteine is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Ook in Dordrecht kennen we deze stenen in ons straatbeeld.” Sinds de eerste stenen, gelegd op 11 april 2014, zijn er zestien bijeenkomsten geweest. Van het gemeentebestuur was daar altijd iemand aanwezig, zei Kolff, “al was het alleen maar om de urgentie te onderstrepen”.
Hij vond dat de werkgroep “een indrukwekkende prestatie heeft geleverd” met het plaatsen van de 201 stenen . Kolff stond in dit verband stil bij het overlijden in 2022 van Arij Boogerman. “Hij was medeoprichter en voorzitter van de Dordtse werkgroep. Het is een groot verlies. Maar zijn erfenis is groot en waardevol.” De weduwe, Adri J. Boogerman-Bas, was erbij toen Kolff deze prijzende woorden sprak.
Afsluitend zei Kolff: “Elke steen herinnert ons op het trottoir aan mensen die door de nazi’s zijn verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn.” Nu de laatste steentjes zijn gelegd, sprak Kolff de wens uit “dat we leren van het verleden. Dat we dit meenemen richting onze toekomst. Een toekomst die van ons allemaal is, en waarin overeenkomsten de boventoon voeren. En waarin we niet de nadruk leggen op wat ons verschilt.”
Onrecht
Werkgroepvoorzitter Kees Weltevrede bracht in zijn slotwoord als eerste een saluut aan zijn voorganger, Arij Boogerman. “Hoe jammer is het dat hij deze laatste steenlegging niet heeft mogen meemaken. Hij was de initiatiefnemer en hij heeft het werk niet kunnen afmaken.”
Nu alle steentjes zijn aangebracht, hebben “de omgebracht joodse mensen een plek gekregen in Dordrecht, een ieder kan ze daar op zijn eigen manier herdenken”. Het was “een welbewuste keuze”, zei Weltevrede, om juist voor de joodse Dordtenaren steentjes te leggen. “Want hen is het grootste onrecht aangedaan van alle slachtoffers.”
Als “erfenis” laat de werkgroep in Dordrecht nu de steentjes en de website na. “We hebben de geschiedenis van de joodse gemeenschap in Dordrecht tijdens de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel gereconstrueerd en tot leven gebracht – door de steentjes, de verhalen, de tentoonstelling over Sobibor in het Stadskantoor en door de media-aandacht die onze activiteiten trokken.”
Vooralsnog is de taak van de werkgroep evenwel nog niet af. “We willen de website afmaken, want er zijn nog vele verhalen te vertellen. En we willen de site nog beter toegankelijk maken, voor het onderwijs en voor onderzoek.” Daartoe is nog zo’n tienduizend euro nodig, schat Weltervrede. Hij bedankte nadrukkelijk de joodse nabestaanden “voor hun vertrouwen in ons”, en daarna alle betrokkenen: de sponsors, de donateurs, de trouwe volgers, de stratenmakers, de vormgevers van de website, de stenenpoetser, de man van de geluidsinstallatie en de meewerkende instanties, zoals de gemeente en Dordrechts Museum.
***
En daarmee was het werk van de werkgroep voltooid. Iedere vermoorde joodse burger die tijdens de oorlog in Dordrecht woonde, heeft een struikelsteen gekregen – en daarmee een naam en in zekere zin een stem. Ze zijn niet anoniem meer.