NIEUWS

‘Groeten van Leo’ onderdeel van
een Hongaars promotieonderzoek

Levente Erös

Levente Erös: wil ook zelf een kinderboek schrijven
over de Holocaust, in het Hongaars.
Foto Privébezit

De Hongaarse neerlandicus Levente Erös (27) betrekt bij zijn promotieonderzoek naar de Holocaust in de Nederlandse kinderliteratuur, óók het kinderboek Groeten van Leo van Martine Letterie. Leo is Leo Meijer, een Zwijndrechtse jongen die een kleinzoon is van de Dordtse slager Izaäk Herman Meijer en zijn vrouw Sara Meijer-Braadbaart. Frans Meijer, een naoorlogse halfbroer (1952) van deze Leo en oud-directeur van de bibliotheek in Rotterdam, was desgevraagd “volledig verrast” toen hij in de NRC las over het promotieonderzoek van Erös.

Interview
Op dinsdag 2 mei 2023 publiceerde de NRC het interview met Levente Erös. Daarin vertelt hij dat hij voor zijn proefschrift een onderwerp heeft gekozen dat hem “altijd al erg interesseerde: hoe Nederland omgaat met de herinnering aan de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog”. In zijn geboorteland Hongarije, schrijft redactrice Jannetje Koelewijn, is er “nauwelijks een herdenkingscultuur”. “Er is een Holocaustmuseum”, vertelt Erös, “en op 16 april wordt de moord op een half miljoen Hongaarse Joden herdacht, sinds 2001, en het is lang niet zo groot als 4 en 5 mei bij jullie.”
        Erös studeerde Nederlands aan de Eötvֲos Loránd Universiteit, de grootste en oudste universiteit van Boedapest. Hij is inmiddels docent bij de vakgroep Nederland van deze universiteit en onderzoekt nu voor zijn promotieonderzoek kinderboeken over de Holocaust. Zijn promotor is Orsolya Réthelyi. Volgend jaar gaat hij stage lopen in Amsterdam, in het Nationaal Holocaustmuseum, dat begin 2024 opengaat, aldus de NRC. En, aldus Koelewijn, “misschien gaat hij zelf nog eens een kinderboek over de Holocaust schrijven, in het Hongaars”.
        Voor een onderzoekswedstrijd waaraan Levente Erös meedeed, “en waar hij een prijs won”, heeft hij al eens een analyse gemaakt van twee Nederlandse kinderboeken, beide geschreven door Martine Letterie: Kinderen met een ster (2016) en Groeten van Leo (2013). De redactie van deze Dordtse Stolpersteine-website heeft Erös gevraagd zijn promotieonderzoek toe te lichten, toegespitst op het boek over Leo Meijer.

interview met Erös in de NRC van 2 mei 2023

Het interview met Erös in de ‘NRC’ van 2 mei 2023.
Foto NRC

Martine Letterie

De schrijfster Martine Letterie in een filmpje op YouTube,
waarin zij vertelt over haar boek ‘Groeten van Leo’.
Foto YouTube

Beroemd
Wie was deze Leo? Elders op deze website is een uitgebreid verhaal te lezen over de Zwijndrechts-Dordtse familie Meijer, verhaal 59.
        Samengevat: Leo, geboren in Zwijndrecht op 25 juli 1935, heeft twee jaar in Kamp Westerbork doorgebracht, voordat hij werd afgevoerd naar en vermoord in Auschwitz, op 6 oktober 1944. Hij is slechts 9 jaar oud geworden. Het boek over hem is grotendeels gebaseerd op ware feiten, maar deels aangevuld met fictie. Het heeft Leo nogal beroemd gemaakt.
        Martine Letterie meldt op haar website dat het verhaal van Leo Meijer “staat voor dat van velen. Hij is een van de 18.000 joodse kinderen die in de Tweede Wereldoorlog uit Nederland zijn weggevoerd en vermoord”. Zij schreef zijn verhaal “speciaal voor kinderen die nog te jong zijn voor het verhaal van Anne Frank”.
        Leo is een zoon van drs. Herman Izaäk Meijer (22.2.1908), die weer een zoon is van slager Izaäk Herman Meijer en diens echtgenote Sara Braadbaart. Herman werd na zijn afstuderen in Groningen in 1932 apotheker in Zwijndrecht, op het Veerplein. Frans Meijer is een naoorlogs kind van deze Herman – die namelijk Westerbork, Theresienstadt en Auschwitz wist te overleven. Na de bevrijding hertrouwde hij met zijn voormalige assistente Nel Stam, en kreeg met haar drie kinderen, onder wie Frans. Slager Izaäk Herman is dus een grootvader van Frans Meijer, Leo een halfbroer.

Het boek Groeten van Leo

Het boek ‘Groeten van Leo’, dat de – door de nazi’s vermoorde –
Leo Meijer grote bekendheid heeft gegeven en al aan de 12de druk toe is.
Foto Uitgeverij Leopold, Amsterdam

Representatie
Terug naar Levente Erös. Zijn onderzoek, e-mailt hij, “gaat voornamelijk over de representatieverandering van de Holocaust in de Nederlandstalige kinder- en jeugdliteratuur tussen 1945 en 2020”. Gevraagd wat hij bedoelt met ‘representatieverandering’, legt hij uit dat dit een vakterm is die ‘weergeven’ betekent en die in literatuurwetenschappen wordt gebruikt “om aan te geven hoe een bepaald onderwerp in een literair werk wordt beschreven”.
        Hij vervolgt: “Ik heb dus de vraag gesteld: in hoeverre is de representatie van de Holocaust binnen 75 jaar veranderd – bij onderwerpen die in Nederlandstalige jeugdboeken voorkomen: de Jodenvervolging, de vervolging van Sinti, Roma en homoseksuelen, enzovoorts. En bijvoorbeeld ook bij de auteurs: zijn de meeste auteurs eerste- of tweedegeneratie-ooggetuigen of zijn het auteurs die zich alleen maar laten inspireren door memoires?”
        Erös heeft om dit uit te kunnen zoeken, een database opgebouwd, waarin hij titels van meer dan driehonderd jeugdboeken heeft verzameld waarin de Holocaust en ook de Tweede Wereldoorlog, het verzet en collaboratie een centrale rol spelen. “Aan de hand van mijn database voer ik het kwantitatieve deel van mijn onderzoek uit en hieruit maak ik een selectie voor mijn kwalitatieve analyse.”

Technieken
Hoe nu wordt de Holocaust in de verhalen van de verschillende auteurs besproken?
        Ook dat onderzoekt Levente Erös, vanuit uiteenlopende invalshoeken. “Hieronder vallen de auteurstechnieken, zoals de verteller, de personages, de verhaallijn en de ruimte. Ook de achtergrond van de auteur speelt een belangrijke rol. Daarnaast is het een vraag of het mogelijk is om de Holocaust op zo’n manier te beschrijven dat die gepast is voor jonge lezers. Om de representatie mogelijk te maken, gebruiken auteurs zogenaamde verzachtende technieken. Dit betekent dat het verhaal over kinderpersonages gaat, dat vernietigingskampen niet expliciet worden beschreven en dat er hoop blijft dat de hoofpersonage de Holocaust kunnen overleven.”
        Hij noemt in dit verband als concreet voorbeeld het boek Groeten van Leo – dat trouwens al aan de twaalfde druk toe is. “Het is geschreven door Martine Letterie, die een niet-Joodse auteur is. Letterie heeft haar verhaal grotendeels gebaseerd op memoires en gesprekken met de familie Meijer. Het verhaal wordt door een externe verteller verteld, niet door een ik-figuur dus. Maar deze verteller beschrijft alleen de gevoelens van Leo; de volwassen personages krijgen weinig tot geen aandacht.
        “Het is opmerkelijk dat het verhaal in Kamp Westerbork eindigt. De lezer volgt Leo niet verder dan tot in het doorvoerkamp in Nederland. Op deze manier blijft er hoop voor de lezer dat Leo de moeilijkheden kan overleven. De lezer wordt dus in de hoofdtekst niet geconfronteerd met de onmenselijke toestanden in concentratie- en vernietigingskampen.
        “Om toch trouw te blijven aan de historische feiten heeft Martine Letterie ervoor gekozen om een nawoord te schrijven. Hier wordt vermeld wat er met Leo is gebeurd en dat hij de Holocaust niet heeft overleefd. Het is ook te merken dat het nawoord niet tot een jong lezerspubliek is gericht. Waarschijnlijk schreef Letterie het nawoord voor volwassenen (leerkrachten) die het boek met jonge lezers behandelen.”

Hongarije
Levente Erös onderzoekt daarnaast hoe in zijn geboorteland wordt omgegaan met de herinnering aan de Holocaust. “In een ander hoofdstuk wil ik bekijken welke boeken over de Holocaust (en de Tweede Wereldoorlog) op leeslijsten staan in Nederland en welke boeken door musea worden gebruikt en aanbevolen. Dit vergelijk ik met de stand van zaken in Hongarije. Ik vind dat belangrijk, omdat in Hongarije jeugdliteratuur over de Holocaust vrijwel niet bestaat. Ik wil dus een klein deel van mijn onderzoek eraan besteden om Hongaarse auteurs, uitgevers en leerkrachten iets nuttigs mee te kunnen geven. Hierdoor wordt mijn onderzoek relevant in Hongarije.”
        Frans Meijer heeft het interview in de I nog diezelfde dag gelezen. Het verraste hem aangenaam. ’s Avonds haalde hij het meteen aan toen hij op die 2de mei in het Verhalenhuis Belvédère in Rotterdam sprak.
        Ter toelichting: Frans Meijer heeft in de afgelopen maanden tussen de veertig en vijftig gastlessen op scholen gegeven, merendeels op verzoek van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. “En verder heb ik, voor volwassenen, presentaties gegeven in Zwijndrecht, Dordrecht en in Rotterdam. Steeds over hetzelfde onderwerp: de holocaust en de familie Meijer. Het was eerlijk gezegd bij elkaar wel wat veel…”

***

In het artikel elders op deze website staat dat Frans Meijer eens bij een neef van hem. Jaap Duizend, een kistje mocht inzien met brieven, oude foto’s en andere persoonlijke zaken. Die waren na het overlijden van Duizends moeder bewaard. Anno 2023 laat Frans Meijer weten dat hij “nog geregeld bijzondere vondsten” doet over zijn familie.
        Zo zijn er bijvoorbeeld nog enkele foto’s boven water gekomen. “En het grootste project van dit moment is”, sluit hij af, ”het overtypen, uitwerken en bestuderen van de 35 teruggevonden brieven, uit de jaren 1938-1945: van mijn grootouders, van mijn vader en zijn zussen, van de man van mijn tante, en zelfs nog een briefje van mijn halfbroer Leo. Binnenkort gaan we de originelen overdragen aan het archief van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.”

Lezing Frans Meijer

Al twee keer heeft Frans Meijer in het Rotterdamse Verhalenhuis Belvédère zijn familieverhaal gepresenteerd. Deze twee foto’s geven er een beeld van. Op de tweede foto is te zien hoe Meijer nog diezelfde avond het in de ochtend verschenen NRC-artikel over Levente Erös in zijn powerpoint-presentatie heeft verwerkt.
Foto’s Frans Meijer